De compagnie dreef handel met verschillende Aziatische landen, zoals het latere Nederlands-Indië (Indonesië), de kaapkolonie (Zuid-Afrika), Ceylon (Sri-Lanka) en Japan. Ze verhandelde producten zoals specerijen, koffie, textiel en porselein. Elk jaar voer er twee of drie keer een vloot uit de Republiek naar Azië.
Op 17 maart 1798 nam de staat alle schulden en bezittingen van de VOC over, waarna de Verenigde Oost-Indische Compagnie officieel ontbonden werd. Op 31 december 1799 verliep het laatst lopende octrooi en hield de VOC op te bestaan.
Nederlands Oost-Indië
Vanaf 1602 krijgt de VOC er steeds meer invloed. Op het eiland Java bouwen ze een nieuwe hoofdstad: Batavia. Op de Indonesische eilanden worden kostbare kruiden (zoals peper, nootmuskaat, kruidnagels en kaneel) geoogst, die in Nederland voor veel geld kunnen worden verkocht.
De VOC zelf nam namelijk actief deel aan de handel binnen Azië. Zo werd bijvoorbeeld zilver uit Japan verkocht in India om er textiel mee aan te kopen, dat weer gebruikt werd om er peper en fijne specerijen in Zuidoost-Azië mee aan te schaffen. Batavia werd het centrum van dit netwerk en fungeerde als stapelmarkt.
In Azië komen veel verschillende soorten specerijen voor en deze werden ook door de VOC verhandeld, zoals kurkuma en kardemom uit India, gember uit Siam en steranijs uit China. De belangrijkste specerijen waren voor de VOC: peper, kaneel, kruidnagel, foelie en nootmuskaat.
De oprichting van de VOC
De onderneming dreef handel met verschillende Aziatische landen als Oost-Indië (Zuid- en Zuidoost-Azië), Ceylon (Sri Lanka) en verhandelde de meest uiteenlopende producten, zoals specerijen, textiel, koffie en porselein.
De handel van de VOC bestond vooral uit peper en andere specerijen. Deze kruiden, zoals kruidnagel, nootmuskaat en kaneel, werden in Europa niet alleen gebruikt voor in het eten, maar ook om medicijnen mee te maken. Later werden ook koffie en thee belangrijke handelswaar.
Toen de WIC in 1674 door grote financiële problemen haar schulden niet meer kon aflossen, werd het bedrijf ontbonden.
De Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) was in de 17de en 18de eeuw het grootste handels-en scheepvaartbedrijf ter wereld. Met een vloot van meer dan honderd schepen, duizenden werknemers, zo'n dertig kantoren in Azië en zes vestigingen in de Republiek met elk hun eigen kantoren, pakhuizen en scheepswerven.
Hoe kwam het dat de VOC zo succesvol was? Antwoord: Omdat de VOC een monopolie had op de handel met Aziatische landen. Verder had het bevoegdheden die normaal alleen landen hadden, zoals het sluiten van handelsverdragen, het voeren van oorlog en het besturen van overzeese gebieden.
De winsten die door het VOC-personeel naar de Republiek werden gestuurd, werden door de VOC geïnd en in Indië gebruikt voor de inkoop van eigen handelsproducten. Het VOC-personeel kreeg vervolgens op een later tijdstip het geld in de Republiek uitgekeerd, inclusief de rente.
Door de grote aanvoer en de relatief lage prijs werd peper in Europa een algemeen gebruiksgoed. De peper werd ingekocht in Azië voor zo'n 10 tot 12 cent per pond en verkocht in Europa voor 30 tot 60 cent.
De specerijenhandel is een commerciële activiteit, waarbij in de oudheid, middeleeuwen en vroegmoderne tijd specerijen, peper en andere exotische Aziatische producten naar Europa werden geëxporteerd in ruil voor goud en zilver.
Dankzij de monopolie (alleenrecht dat alleen de VOC in naam van de Republiek overzees mocht handelen met andere landen) die de VOC van de Staten-Generaal kreeg, kon de VOC veel winst gaan maken.
De gemiddelde bouwtijd van een spiegelretourschip op de werven van de VOC was 5 tot 8 maanden, de bouwkosten bedroegen zo'n f 90.000 - f 110.000. Hun laadvermogen was over twee eeuwen gemiddeld 800 ton. Een schip ging ongeveer 15 jaar mee.
In de Gouden eeuw zorgen schepen van de West Indische Compagnie voor ongekende rijkdom in de Nederlanden en de kooplieden verdienen geld als water met onder andere de handel in tot slaaf gemaakten. Hiervoor betalen honderdduizenden tot slaaf gemaakten een hoge prijs met hun leven en met hun vrijheid.
De meeste hoekers waren 80 voet lang en 20 voet breed en hadden een holte van 11 voet. De hoeker had een brede boeg en achtersteven. Zij hadden een grote en een bezaansmast met vierkante zeilen. De grotere hoekers hadden ook nog een fokkemast, zoals de iets kleinere fluiten.
Een groot aantal slaven werd door de VOC gekocht tijdens expedities naar Madagaskar en Mozambique om slaven van de daar heersende koning te kopen. Tegen 1770 was de meerderheid van de slaven in de Kaapkolonie daar geboren. Al vanaf 1616 probeerde de VOC slaven van Madagaskar te halen.
WIC: West-Indische Compagnie = een handelsbedrijf was actief in West-Afrika en Amerika van 1621 tot 1734 leverden een belangrijke bijdrage aan de bloei van de Nederlandse economie. VOC: Verenigde Oost-Indische Compagnie. Dit handelsbedrijf was actief in Azië van 1602 tot 1799.
De VOC was in 1637 op de beurs 78 miljoen gulden waard. Als je dat omrekent naar nu, dan zou dat 7,9 biljoen dollar zijn, zo'n 6,7 biljoen euro. Daarbij is gerekend met een inflatie van iets meer dan 3 procent per jaar. De VOC was verreweg het grootste beursgenoteerde bedrijf dat ooit heeft bestaan.
Specerijen (peper, kaneel, kruidnagelen, foelie en nootmuskaat) waren in de zeventiende eeuw de belangrijkste handelsproducten. Zij maakten zestig procent uit van alle retourlading naar Europa.
Het lukte de VOC een monopolie op nootmuskaat, foelie en kruidnagel te veroveren. Dat leidde in Europa tot torenhoge prijzen. Niet omdat het verbouwen zo duur was, maar omdat de VOC de prijs kon bepalen. De inkoop van nootmuskaat in Azië kostte de VOC bijvoorbeeld vijf cent per pond.
In heel Europa werden graan, stoffen, hout, kaas, wijn en olie verhandeld. Kooplieden verdienden er veel geld mee. Maar ze konden nog meer verdienen als zij in het Verre Oosten specerijen gingen halen. Kaneel, nootmuskaat, foelie en peper maakten het eten lekker.
Peper, Kruidnagelen, Muskaatnoten en Foelie, Kaneel, Rijst, Koffie, Thee, Suiker, Opium, Goud en Zilver, Koper, Tin, Porselein, Olifanten, Zijde, Kleden, effen/gestr., Kleden, gedecor.
Koffie wordt een soort specerij en wordt gebruikt om vlees in te wrijven voor het grillen, marinades te bereiden of een jus krachtiger en dieper van smaak te maken.