Een doeltrap moet door de keeper dus opgeëist worden. Er wordt meestal met de binnenkant van de voet over een korte afstand geschoten. Het is de zuiverste en minst 'gevaarlijke' techniek. Bij de lange doeltrap is onder andere het neerleggen van de bal er belangrijk.
Een doeltrap wordt toegekend wanneer de bal volledig over de achterlijn is geweest (behalve wanneer de bal in het doel gaat). Wanneer de aanvallende ploeg de bal als laatste raakt zal er een doeltrap gegeven worden.
Een speler wordt niet voor zijn buitenspelpositie bestraft indien hij de bal rechtstreeks ontvangt uit een hoekschop, doelschop of inworp.
– Wanneer de keeper de bal langer dan 6 seconden in zijn/haar handen heeft, dan krijgt de tegenpartij een vrijetrap op de plek waar dit gebeurde. – Bij een achterbal moet de uittrap binnen het 5 metergebied genomen worden.
'Een keeper mag de bal die door een medespeler wordt teruggespeeld niet met de hand aanraken, dus ook niet vastpakken. Doet hij dat wel, dan krijgt de aanvallende partij een indirecte vrije trap. Daar krijgt de doelman nooit een kaart voor.
Een keeper kan ook hands maken, hoewel hij nog in het strafschopgebied staat. Dit kan wanneer hij de hand met de bal buiten het strafschopgebied heeft (buiten de lijn) en met zijn voeten nog in het strafschopsgebied staat. Deze overtreding wordt maar zelden door de scheidsrechter gezien.
Als een doelman de bal bewust met de handen aanraakt buiten het strafschopgebied waardoor de tegenstander een doelrijke kans ontnomen wordt, dan moet de doelman eraf met een rode kaart. Als het geen doelrijke kans is, trekt de scheidsrechter meestal geel.
De toss is een simpele lotingsprocedure waarbij er een muntstuk in de lucht wordt gegooid. De scheidsrechter vangt vervolgens de munt op en legt deze op zijn hand. Vervolgens kan de muntkant of de kopkant bovenop liggen. De aanvoerder die het juiste antwoord heeft geraden mag de speelhelft kiezen.
Een speler staat namelijk in buitenspelpositie wanneer de speler de bal ontvangt op het moment dat hij/zij tussen de keeper en de laatste verdediger staat. Ook staat een speler buitenspel als hij/zij de keeper voorbij is en de bal ontvangt die in een voorwaartse lijn is gespeeld.
Waar een goalie volgens de oude regels binnen een redelijk tijdsbestek maximaal vier stappen mocht doen met de bal, moet hij het speeltuig volgens de nieuwe regels binnen zes seconden in het spel brengen.
Kun je buitenspel staan bij een doeltrap? Nee, als je de bal bij een doeltrap, corner of ingooi rechtstreeks ontvangt, kun je niet 'offside' staan.
Wanneer te vlaggen (buitenspel)
Steek eerst de vlag recht omhoog en vervolgens: -Voor een speler aan de andere zijde van het speelveld houdt u de vlag schuin omhoog. -Voor een speler midden op het speelveld houdt u de vlag horizontaal -Voor een speler het dichts bij u houdt u de vlag schuin naar de grond.
Een paar andere beslissende aspecten van buitenspel zijn: een speler kan niet buitenspel staan op zijn eigen helft; een speler kan niet buitenspel staan als hij of zij de bal rechtstreeks ontvangt uit een inworp, doeltrap of hoekschop. Buitenspel is echter nog steeds mogelijk vanuit een vrije trap.
Letten de keeperstrainers/-scouts op dezelfde dingen als bij de spelers? “Gedeeltelijk wel! Technisch en tactisch inzicht, snelheid van handelen en de intrinsieke motivatie van een keeper/speler is in alle gevallen de basis.
Een strafschop, penalty, penantie of elfmeter is een strafmaatregel die tijdens een voetbalwedstrijd kan worden getroffen door de scheidsrechter. Uit een strafschop kan rechtstreeks worden gescoord. Behalve als straf worden strafschoppen ook toegepast om een gelijkspel te beslissen: de strafschoppenserie.
Sinds de intrede van de VAR moet er steeds gewacht om de vlag in de lucht te steken, zodat de videoscheidsrechter een lijn kan trekken bij buitenspel.
De uitdrukking buitenspel is een term uit het voetbal. Een speler staat in buitenspelpositie als deze dichter bij de achterlijn van de tegenstander staat dan de bal en de vóórlaatste tegenstander (inclusief de doelman). Dit geldt niet wanneer de speler zich op zijn eigen speelveldhelft bevindt.
Buitenspel kan alleen plaatsvinden op de speelhelft van de tegenstanders. Alle lichaamsdelen tellen mee om de buitenspelpositie te bepalen behalve de armen en handen.
De aftrap is de manier waarop de beide helften van een voetbalwedstrijd én verlenging worden gestart. Daarnaast wordt na ieder geldig doelpunt de wedstrijd hervat met een aftrap. De aftrap is daarmee één van de spelhervattingen in het voetbal.
Voetbal wordt gespeeld met de voeten, maar ook het hoofd wordt gebruikt, benen, borst en schouders. Een bal met handen of armen raken mag niet, behalve de keeper, die mag in het eigen doelgebied wel de handen gebruiken. Voebal is een spel waar veel en goed moet worden samengespeeld.
De belangrijkste is eenafstandsbepaling bij een inworp. Tot op heden was geen minimumafstand in de regels opgenomen. In hetnieuwe seizoen moet een tegenstander ten minste twee meter van deinwerpende speler gaan staan. Spelers die zich daar niet aan houden,krijgen een gele kaart.
Een doelpunt vier je als team, behalve de keeper. Deze clown rent vaak als een gek in zijn doelgebied om een treffer te vieren. Of ze gaan van gekkigheid in hun eigen gebiedje op de grond liggen rollen. Eigenlijk is dit puur een schreeuw om aandacht, aandacht die ze overigens nooit krijgen.
Een strafschop voor strafbaar hands binnen het strafschopgebied is niet altijd een gele kaart, dit is alleen wanneer er een veelbelovende aanval wordt onderbroken. Dat is ter beoordeling van de scheidsrechter.
Strafbaar hands zonder kaart (scoringskans creëren)
Bij deze vorm van strafbaar 'aanvallend' hands ontvangt de aanvaller geen gele kaart. De juiste beslissing in onderstaande clip is dus een directe vrije schop voor de verdedigende partij, zonder kaart.