Dat was 1963. DEN HAAG - De winter van vijftig jaar geleden wordt vooral geassocieerd met de Elfstedentocht, maar op 24 februari van dat jaar deden ook vijfduizend auto's mee aan een rally dwars over het IJsselmeer.
Op 18 januari 1963 daalde de temperatuur in Joure tot min 21 graden en juist die dag werd de Elfstedentocht gereden. 's Middags was het minder koud maar door de bij vlagen stormachtige wind maakte dat voor de schaatsers weinig uit. De gevoelstemperatuur daalde zelfs en lag in de middag tegen de -20 graden.
Met een gemiddelde temperatuur van 8,1° tegen een huidig normaal van 9,7° was 1962 een van de koudste jaren van de afgelopen honderd jaar. Nog kouder was het in januari en februari, alleen in 1963 (met gemiddeld 7,8°) en even koud verliepen 1919 en 1940 met eveneens een jaargemiddelde van 8,1°.
De winter bedroeg in De Bilt 67 vorstdagen (min. temperatuur onder 0 graden) en 7 ijsdagen (max. temperatuur onder 0 graden). Er was ijsvorming op de meeste kanalen, het IJsselmeer en de Waddenzee.
De winter van 1963 was de koudste winter allertijden als gekeken wordt naar de gemiddelde temperatuur. Ook op basis van het aantal dagen met lichte, matige en strenge vorst prijkt 1963 bovenaan het lijstje. Op basis van het koudegetal is de winter van 1947 de koudste winter.
1: De winter van 1963
De koudste winter ooit in Nederland was in 1963. In de Bilt werd gedurende de winter 3,4 graden onder nul gemeten. De meest bizarre editie van de Elfstedentocht vond in dit jaar plaats. Er wordt vaak naar teruggekeken als 'de hel van 1963'.
Vandaag 80 jaar geleden werd de laagste temperatuur ooit in Nederland gemeten. Op 27 januari 1942 werd het in Winterswijk -27,4 °C.
Zover men kon zien was de Noordzee bevroren. Golfslag was niet meer te horen en enkele mensen waagden het om enkele meters op de bevroren zee te lopen. Na 1963 zijn er in enkele winters nog wel wat ijswallen langs de kust gevormd maar zo extreem als in dat jaar is het tot nu toe niet meer geweest.
DE ZOMER VAN 1963: Borsten, surfmuziek en een Amerikaanse droom. Vroeger was de zomervakantie langer en intenser. De krekels klonken luider, de kinderen speelden nog op straat en de avonden waren zwoeler. Een hele week lang blikken we terug op de zomers van weleer.
De winter van 1966 was qua gemiddelde temperatuur een vrij normale winter, maar de gemiddelde temperatuur zegt in dit geval niet veel. Het was een zeer spectaculaire winter met een afwisseling van erg zacht weer en koud weer. Scandinavië beleefde een van de koudste winters van de afgelopen 100 jaar.
Winter 1961-1962 Deze winter was in het algemeen iets aan de koude kant. Drie vorstperioden kwamen er voor, met ijsvorming op alle vaarwegen met uitzondering van de grote rivieren. De winter bedroeg in De Bilt 66 vorstdagen (min. temperatuur onder 0 graden) en 9 ijsdagen (max.
De hoogste temperatuur die ooit in maart is waargenomen was op 29 maart 1968. In Venlo en Gemert werd het met 25.6 graden zomers warm. De Bilt haalde de zomerse grens niet maar kwam met 23.9 toch vrij dicht in de buurt.
Op 19 juli werd het extreem warm, in een deel van het land gaven we code oranje uit vanwege de hitte. Die dag werd het vrijwel overal warmer dan 35 °C en in Beek werd met 39,5 °C de hoogste temperatuur van de zomer gemeten. Augustus staat in de top 3 warmste augustusmaanden sinds 1901.
De periode 15 tot 24 februari 1956 was met een gemiddelde temperatuur van min 10,5 graden de op een na ergste koudegolf van de twintigste eeuw. Alleen de koudegolf van 18 tot 27 januari 1942 was met gemiddeld min 11,3 graden nog kouder. Op 16 februari 1956 noteerde Uithuizermeeden min 26,8 graden.
Winterse benamingen
Een koude winter heeft een koudegetal tussen 100 en 160, zeer koud tussen de 160 en 300 en boven de 300 is een strenge winter. Volgens de nieuwste berekeningen was de winter van 1947 de koudste met een koudegetal van 342,8.
Met een gemiddelde temperatuur van 5,8 °C tegen 3,9 °C normaal was de winter zeer zacht. De winter komt op de zesde plaats van zachte winters sinds 1901. De vijf zachtste winters vonden allemaal vanaf 1990 plaats.
Terwijl zoet water bij 0°C in ijs wordt omgezet, bevriest zeewater met een zout- gehalte als dat van de Noordzee (ongeveer 35 gram zout per liter water) pas bij een watertemperatuur van -1,8 tot -2°C. De kans dat het Noordzeewater aan onze kust bevriest is overigens bijzonder klein.
Pas op 23 januari 1963 gebeurde wat niemand ooit voor mogelijk hield. De zee vroor compleet dicht.
Zeeijs Zuidpool
In het zuidpoolgebied is juist sprake van een toename van zeeijs, voornamelijk in de herfst en de winter op het zuidelijk halfrond (maart tot augustus). Mogelijk hangt dat samen met de grote hoeveelheden landijs die Antarctica momenteel kwijtraakt.
Furnace Creek in Death Valley in de Amerikaanse staat Californië is de heetste plek op aarde. Op 10 juli 1913 werd het daar 56,7 graden en dat is officieel de hoogste temperatuur ooit gemeten.
Minstens drie maanden per jaar is het in Jakoetsk, in het oosten van Siberië, rond de veertig graden onder nul. Daarmee is dit de koudste stad op aarde. Zeker, er zijn plekken waar het nóg kouder wordt, zoals ruim negenhonderd kilometer verder naar het oosten in het dorpje Ojmjakon (met 500 inwoners).
Record hoogste temperatuur
De hoogste temperatuur in Nederland sinds het begin van de metingen is 40.7°C op 25 juli 2019 in het Noord-Brabantse Gilze-Rijen.
De winters in Nederland waren vroeger veel kouder dan nu. De kans op een Elfstedentocht werd de afgelopen jaren steeds kleiner en de winters lijken steeds minder streng.
De hoogste temperatuur van de winter, 19,8 °C, werd op 24 februari in Arcen gemeten. In De Bilt vroor het op 32 dagen, normaal zijn dat bijna 35 dagen. Er waren 7 ijsdagen (dagen waarop de temperatuur niet boven het vriespunt komt), normaal is 6.
IJsdagen noorden en oosten
In het noorden en oosten is het aantal ijsdagen doorgaans groter. Zo leverde de winter van 1963 in Eelde 55 ijsdagen op en die van 1947 had daar 51 ijsdagen. Het landelijk record staat op naam van weerstation Ternaard waar de winter van 1963 in totaal 61 ijsdagen opleverde.