De boompaal moet ongeveer een derde van de totale hoogte van je boom lang zijn.
De paal moet minimaal 30 cm in de vaste bodem onder de plantplaats (onder in het plantgat) worden aangebracht. Plaats de boompalen niet volledig verticaal, maar enigszins schuin naar buiten (van de boom af).
De meest bekende is de bovengrondse verankering met één of meerdere boompalen en banden. Deze verankering blijft zo'n drie tot vier jaar staan, totdat de boom zelf voldoende verankerd is door middel van zijn stabilisatiewortels. Daarna worden de palen en banden verwijderd.
Boomband is geschikt voor het verbinden van de boompalen met de boom. Plaatst u 2 palen, dan hebt u 2 meter band nodig. Per paal 1 meter boomband en nagels.
Een boom planten met boompalen
Sla de boompaal in de grond of gebruik een palenboor. Een boompaal moet minstens 15-30 cm van de stam af staan. Bind de stam aan de boompaal met boomband. Controleer zo nu en dan of de boomband tijdens de groei niet in de bast van boom snijdt, maak deze dan losser.
Over het algemeen zijn er twee ideale periodes waarin je bomen het beste kunt planten. In het voorjaar, in de maanden maart – april, of in het najaar, in oktober – november. Het mooiste is om de bomen te planten wanneer de bladeren van de bomen zijn gevallen.
Vanaf € 4,95.
De boomband niet meer dan 5cm onder de kop van de paal aanbrengen. Een te laag geplaatste band, verhoogt het risico dat de stam tegen de kop van de paal slaat of schuurt. Schade aan de stam kan het beste worden voorkomen door direct contact tussen paal en stam te vermijden.
Om een Autogordel Boomband, Rubber Boomband of Jute Boomband vast te maken aan de boom of boompaal, raden wij aan om boomspijkers te gebruiken. Deze hebben een grotere kop, zodat de boomband niet meer los kan schieten nadat deze is bevestigd.
Waarom zitten mieren in mijn bomen? Mieren kruipen in de bomen op zoek naar voedsel. Eenmaal knoppen ontluiken en blaadjes aan de bomen groeien, kunnen er bladluizen opduiken. Mieren zijn verzot op de suiker die bladluizen uitscheiden.
Plant een boom nooit te diep. Hoe dieper geplant, hoe vochtiger de grond is. De wortels komen dan in het grondwater te staan. Weinig lucht in de grond en de boom gaat dan langzaam dood.
In het zogenaamde Veldwetboek staat dat hoogstammige bomen op 2 meter van de scheiding moeten staan en laagstammige (en levende hagen) op 50 centimeter. Die afstand wordt berekend vanaf de kern van de boom tot aan de scheidingslijn.
De grootte van het plantgat is afhankelijk van de omvang van de wortelkluit. Een gat van 0,75 x 0.75 en 0,50 m diep is vaak voldoende. De grond zo weinig mogelijk verspreiden, want deze is later nodig om het gat te vullen. Zet de boom tussen de palen, spreid de wortels uit.
Hoe lang moet een boom water krijgen? In principe dient de boom net zolang water te krijgen totdat de nieuwe pas gevormde haarwortels zich buiten kroonprojectie bevinden, doorgaans is dat minimaal 2 groeiseizoenen.
Diepgewortelde vaste planten zoals gras nemen te veel water en zuurstof weg als ze rondom een boom groeien. Een boomspiegel voorkomt dat de stam beschadigd wordt tijdens het grasmaaien. Het ziet er bovendien ook netjes en verzorgd uit. Vooral voor jonge bomen is een boomspiegel aangeraden.
Een boomband biedt dan uitkomst! Ook als je boom al scheef is gegroeid, kan een boomband helpen 'm weer recht te trekken. Nooit meer last van scheve bomen! Boombanden die er zijn, zijn gemaakt van allerlei materialen, zoals van jute, van nylon of van rubber.
Licht en schaduw
Bovendien is de zonnestand in de zomer anders dan in de winter. Bladverliezende bomen kunnen beter aan de zuidzijde van een huis worden geplant en wintergroene bomen aan de noordzijde.
2. Aantal boompalen. Eén boompaal is voldoende. Twee palen gebruikt men soms bij de aanplant van grotere, rijpere bomen, maar voor de gemiddelde tuin is dit niet nodig.
Reken op ongeveer een zak van 40 liter aanplantgrond of tuinaarde per 3 strekkende meter. Aanplantgrond helpt de planten beter aanslaan. Vooral bij beuken is het gebruik van aanplantgrond aan te raden. Aanplantgrond bevat schimmels die ervoor zorgen dat er minder uitval van haagplanten is na de aanplant.
Voor de gemiddelde boom heeft u een oppervlakte nodig van 75 x 75 cm en een diepte van 60 cm. U kunt deze grond, waar de boom in komt te staan, van tevoren al goed losmaken. Het is niet aan te raden het plantgat van te voren al te maken. De structuur van de grond gaat achteruit door invloeden van de wind, regen en zon.
De juiste afmetingen voor een plantgat zijn minimaal anderhalf keer zo breed als de kluit en vijf tot tien centimeter minder diep dan de hoogte van de kluit.
bij de meeste bomen zitten de wortels helemaal niet zo diep. Het merendeel van de boomwortels bevindt zich in de bovenste 50- 100 cm van de grond. Dit zijn de voedingswortels van de boom, ze zijn niet dik en groeien vooral horizontaal.