Bekabeling in de GroepenKast
In standaard installaties (hoofdzekering 1 x 35A of 3 x 25A) is minimaal 4 mm2 bedrading aan te bevelen, in grotere groepenkasten is het advies om minimaal een type dikker te nemen, dus bekabeling van 6 mm2 of hoger.
Er zijn drie gangbare maten voor gebruik in huisinstallaties: 1,5 mm², veilig te gebruiken tot 10 A met smeltveiligheden of 16 A met installatieautomaat. Deze maat wordt meest voor verlichting gebruikt. 2,5 mm², veilig te gebruiken tot 16 A met smeltveiligheden of 20 A met automaten.
De EXVB-kabel komt in uw woning in de meterkast (ook wel tellerkast genoemd). De meterkast type 25D60 bestaat uit een body met aansluitscheider en is voorzien van een digitale kWh-teller.
De kabel van de omvormer naar de meterkast
Voor omvormers (fase 1) wordt een 3-aderige kabel gebruikt (3 x 2,5 tot 6 mm2) en voor omvormers (fase 3) 5 x 2,5 mm2. Deze kabeldikte kan berekend worden met behulp van het vermogen van de omvormer en de lengte van de kabel.
De verbinding tussen de meterkast en de zekeringkast doe je met een dikke XVB kabel zonder aarding.
Installatiedraad met een diameter van 2,5 mm2 (millimeter-kwadraat) voor 12 en 24 volt installaties, en tevens voor 230 volt installaties. Geschikt voor maximaal ca. 10 ampere in 12 en 24 volt installaties.
Over een 4mm² kan je 25A stroom sturen. Voor mono of driefase geldt dezelfde regel. Enkel heb je bij driefase 25A meer vermogen (uitgedrukt in Watt) dan bij een monofase 25A.
1.5mm2 is voldoende voor 16A over korte afstanden. Voor langere afstanden gebruik je 2.5mm2 om spanningsverlies te voorkomen.
In een 19mm gladde buis mogen maximaal 5 draden 2,5mm2, dit geldt ook voor een flexbuis.
Eisen en normen
Het materiaal (bijvoorbeeld vezelplaat) moet minstens 18 mm dik zijn en de gehele ruimte moet vorstvrij zijn. Naast deze eisen zijn er diverse overige eisen op basis van de NEN 2768. Groepenkasten moeten eveneens voldoen aan bepaalde eisen en normen, onder andere de NEN 1010.
Het is duidelijk dat je met iemand hebt gesproken die geen verstand van zaken heeft Fabian. Bij 4mm2 mogen er maximaal 3 draden in een 3/4buis (19mm), 2,5mm2 mogen het er 5 zijn. Dat zijn de regels volgens nen1010.
U kunt ervan uit gaan dat u een 3 fase groepenkast heeft als er vier draden te zien zijn. Er mogen op een 1 fase groepenkast maximaal 12 groepen aangesloten worden. Per aardlekschakelaar is er een maximum van vier groepen toegestaan, zowel 2- als 4-polig.
Verschillende soorten hoofdschakelaars
Een hoofdschakelaar van 40 Ampere in een groepenkast is ruim voldoende als deze achter een 1-fase hoofdaansluiting met een capaciteit van 1x 25 of 1x 35 Ampere of bij een 3-fase hoofdaansluiting van 3x 25 Ampere van de netbeerder zijn aangesloten.
1mm2 = 6a / 1.5mm2 = 10a / 2.5mm2 = 16a / 4mm2 = 20a ...........
Eén groep van 230V kan bij een 16 A zekering 230 V x 16 A = 3680 W ofwel 3,68 kW als maximum aangesloten krijgen.
Voor een goede beveiliging tegen onrechtstreekse aanraking (dus personenbeveiliging) bij een kabel die beveiligd is door een 16A automaat curve C mèt diff, is de maximale lengte van een 2,5mm² kabel 63m, voor een 4mm² kabel is dit 100m.
Een 3x25 ampère-aansluiting heeft een maximaal vermogen van ongeveer 17.000 watt. Dat houdt in dat er tot 17.000 watt aan apparatuur tegelijkertijd kan aanstaan.
Antwoord. Op een kring beveiligd met 20 A automaat kan een totaal vermogen geplaatst worden van maximaal 4,6 kW.
Elke zekeringkast moet minstens op 1m50 van de vloer worden geplaatst.
Uw aansluiting herkennen in de meterkast
Uw eigen zekeringen die achter de hoofdzekering in de meter zitten, moeten altijd minimaal een stap kleiner zijn dan de hoofdzekering. Zit daar als zwaarste 16A, dan weet u dat de hoofdzekering minimaal 25A is.