De diepte van je dobber hangt af van de diepte van het water. In de meeste gevallen is het verstandig om 20 tot 30 centimeter boven de bodem te vissen. Als het een warme zomerdag is, en je de voorns vaak ziet zwemmen, is het verstandig om wat hoger in het water te vissen.
Zet de dobber bij voorkeur zo diep dat de aasvis 20-40 centimeter boven de bodem van het viswater hangt. Dat levert vaak de meeste aanbeten op. Een andere manier van met de dobber en dood aas snoek vissen is meer statisch. Je verankert de aasvis dan met schuiflood op de bodem.
Parkwater: of je nu woont in een dorp met parkwater of op een stadsvijver van Bergen op Zoom, bijna overal zwemmen witvissen. Commerciële vijvercomplexen. Op deze wateren wordt veel kleine karper en kruiskarper uitgezet. ook zwemt er soms zeelt, giebel, en brasem.
Bij stroming of als je grote vis wilt vangen is het vaak gunstig om tussen de 20 en 50 centimeter dieper te vissen dan je peildiepte. Maar peil altijd heel nauwkeurig, ook links en rechts en een meter voor en achter je stek. Je komt dan niet voor verrassingen dat het water sterk afloopt.
Een goede witvisser gooit niet alleen zijn hengel uit, maar gaat ook aan de slag met bijvoeren. Voor een succesvolle vangst is lokvoer namelijk onmisbaar. Zorg er wel voor dat het voer niet te droog is, zodat het niet al in de lucht uit elkaar valt. Ook is het slim om altijd iets stroomopwaarts te voeren.
Naast pellets kan als lokvoer ook tijgernoten, hennep of speciaal grondvoer voor witvis worden gebruikt.
WINDE. De winde is een schitterende vis die je in alle waterlagen kunt vangen. Houdt van stromend water en kan net als de brasem in korte tijd heel wat aas naar binnen schrokken. Kan wel 60 centimeter lang worden, maar aan een winde van 30 centimeter is ook al dolle pret.
Dat kunstaas vissen in de vroege ochtend als beste tijd wordt gezien is niet vreemd. Het is dan nog vaak rustig aan de waterkant en er is geen lawaai door mensen, dieren, en voertuigen. Na de nacht gaan roofvissen zoals snoek, snoekbaars en baars dan vaak op jacht.
Een plotselinge verandering in windrichting
Het is lastig hier goed op in te spelen en dus zullen de vissen slecht bijten. Ga liever vissen als de windrichting al een paar dagen hetzelfde is. TIP: Dagen met wat meer wind hebben vaak wel een positief effect op de vangsten.
Uitpeilen doe je altijd op exact dezelfde plek, waar je ook vist. Vis je bijvoorbeeld op 9 meter uit de kant, dan wordt deze diepte en plaats gepeild. Het beste is om met een korte opslag te vissen, d.w.z. de lengte van het snoer is de waterdiepte plus maximaal één meter van de hengeltop tot dobber.
Lange tijd was de heersende gedachte dat we ons daar vooral geen zorgen over hoeven te maken, want vissen zouden niets voelen. Althans, niet zoiets menselijks als 'pijn'. Maar daar komt de wetenschap nu op terug. Uit steeds meer onderzoek blijkt namelijk dat vissen wel degelijk een vorm van pijn kunnen ervaren.
Bij het wrakvissen gebruikt men pilkers, maar ook loodkoppen met grote shads, plastic inktvisjes, kunstwormen, jigs en grote veren. En in grote concentraties bij wrakken pakt de kabeljauw juist dat kunstaas het liefst, al lukt het daar meestal ook met een grote haak en een flinke dot zeepieren.
De beste visstekken vind je bij beschutte plekken als een brug, steiger of vlonder. Werp wat lokvoer in het water om de vissen aan te trekken. Bevestig een dobber en vishaak aan het einde van je lijn, hang aas aan de haak en gooi je hengel uit. Geluid schrikt vissen af, dus wees stil tijdens het vissen.
Hoe dunner de lijn, hoe minder hij zichtbaar is voor de vis. Ben je een beginnende visser dan kan je het beste een vislijn nemen van 0,16 tot 0,18mm dik. De lijn moet altijd een halve meter korter zijn dan de hengel, de totale lengte op het tuigje mag twee tot drie meter langer zijn dan de hengel.
Water zonder stroming en weinig tot geen wind: Vissen met een staande haak, is als de haak met de onderkant op de bodem “staat“. De dobber wordt dan zodanig uitgelood dat de antenne nog net boven water uitsteekt wanneer het peillood de bodem raakt. Water met stroming of wind van opzij: Vis dik op de bodem.
Qua drijfvermogen, kies een dobber van tussen de 20 en 30 gram. Zwaarder is niet nodig, de kans is groter dat de vis daar weerstand van gaat voelen en de aasvis loslaat. Het lood bestaat uit een simpel schuifloodje van rond de 10 gram, uitgaande van een 20 grams dobber (de aasvis heeft ook gewicht).
In principe is het beter om iets te weinig dan te veel te voeren. Een overdaad aan voedsel in het aquarium, zal gaan rotten. Tropische vissen kunnen hierdoor ziek worden en het water word erg belast. Sommige mensen denken dat vissen altijd honger hebben omdat ze om voedsel smeken.
Een vis die in de zee leeft heeft eigenlijk altijd dorst en drinkt veel water via de kieuwen. Een vis die in meren of rivieren leeft heeft nooit dorst, maar die plast juist heel veel! Een vis die in de zee leeft heeft eigenlijk altijd dorst en drinkt veel water via de kieuwen.
Lange tijd heeft men gedacht dat vissen geen pijn kunnen voelen. Inmiddels staat onomstotelijk vast dat vissen gevoelens van pijn en stress kunnen ervaren.
Regen verhoogt zuurstofgehalte
En ook donkere regenwolken lokken veel vissen naar het open water toe, waar je als sportvisser een grotere kans hebt om ze te vangen. Sommige vissen zien waterdruppels aan voor insecten. Daardoor kan een regenbui ze naar het oppervlak drijven.
Overdag is de karper het minst actief en zullen je vangkansen dan ook het minst groot zijn. Daarom is het verstandig om juist in de ochtend of avond te gaan vissen. Ga je een hele dag/nacht/weekend vissen accepteer dan je vangkansen overdag minder zullen zijn.
Vis van het Jaar 2023: schartong
De keuze viel dit jaar op schartong. We verzamelden voor jou enkele feiten en weetjes over deze vis van bij ons.
De meeste witvissen eten ongewervelden, maar sommige soorten, met name rietvoorn, gebruiken ook wel plantaardig voedsel.Oudere witvissen eten vaak ook kleine visjes. De oudere roofblei is de enige soort die gespecialiseerd is in vis als prooi.
Stevig van structuur, verfijnd van smaak
Kabeljauw, koolvis, tilapia en pangasius zijn de bekendste soorten. De smaak is vrij neutraal, dus je kunt er alle kanten mee op. En deze vissoorten zijn extra gezond als je ze op een 'slanke' manier bereidt.
Anders is het in dieper en daardoor ook koeler water, zoals kanalen en diepe plassen. Karper en brasem zoeken bijvoorbeeld in zandwinplassen de diepere waterlagen op. Bij een goed zuurstofgehalte is de vis dan meestal tussen de 8 en 12 meter te vinden en te vangen!