Zet de planten even diep als ze in de pot stonden en houd een onderlinge afstand van ongeveer 50 cm aan. Zaaien kan, maar is erg ingewikkeld. Gemakkelijker is het om in augustus kopstekken te nemen en in stekgrond te zetten. Doop de stekken eventueel eerst in stekpoeder.
Aanplanten kun je zowel in de volle grond doen als in een pot. Let er wel op dat rozemarijn een beschutte plaats, met het liefst veel zon, nodig heeft om goed te kunnen groeien en bloeien. Als grondsoort is droge en goed doorlatende grond het beste. De bloeiperiode van de plant is van maart tot en met mei.
Zaai de rozemarijn zaden verspreid uit en niet dieper dan 5mm in de grond. Leg een dun laagje aarde losjes over de rozemarijn zaden heen.
Standplaats. Plant rozemarijn op een warme, zonnige plek. Zorg bij aanplanten in de volle grond, bijvoorbeeld in een border, dat er voldoende ruimte tussen de rozemarijn plantjes zit. Houd in ieder geval 30-35 cm aan.
Alleen wanneer de wortels onderaan uit de pot beginnen te groeien is het nodig om de rozemarijn te verpotten. Het beste tijdstip om te verpotten is het vroege voorjaar, net voordat de nieuwe groei start. Snoei de plant na het verpotten ook licht terug. ( 2 à 3 cm).
Rozemarijn (Rosmarinus officinalis) is een houtachtig en aromatisch kruid dat 15-20 jaar oud kan worden. Het is een groenblijvende struik met een gemiddelde hoogte van 1,2 m. Rozemarijn heeft witte, paarse of blauwe bloemen en geurige, leerachtige bladeren, die op dennennaalden lijken.
Deze plant is zeer geschikt voor 'de tuin op het zuiden'. Verlangt een zonnige, warme plek op niet te arme grond en buiten de schaduwzone van bomen en heesters. U kunt haar ook gebruiken in de rotstuin en de stapelmuur.
Als je rozemarijn in je tuin wilt, kun je deze naast oregano en marjolein planten. Deze kruiden kunnen goed samen groeien en vullen elkaar prachtig aan.
De plant groeit in vertakte bundels en wordt ongeveer 1 tot 2 meter groot. Snoei rozemarijn eind mei. Wacht met snoeien in ieder geval tot na de lentebloei.
Gezonde planten
Rozemarijn heeft weinig verzorging nodig, wel is het aan te raden om de plant na de bloei een opknapbeurt te geven door hem terug te snoeien. Geef kuipplanten alleen van maart tot september wat extra mest. Let wel op insecten, bijvoorbeeld de bladsprinkhaan.
De grond waarin rozemarijn het best tot zijn recht komt is een droge en zanderige grond. Zorg ervoor dat de grond goed waterdoorlatend is. Op grond die veel kalk bevat wordt rozemarijn wat kleiner, maar geurt daarentegen wel meer. Rozemarijn heeft geen extra voedingsstoffen nodig.
Rozemarijn gedijt het beste op een droge, goed doorlatende grond. Geef de plant minimaal water, alleen bij erge droogte kunt u wat meer geven. Geef rozemarijn een mulchlaagje in de lente en herfst en een kalkhoudende basisbemesting. Rozemarijn is een wintergroene plant, maar wel vorstgevoelig.
Snoeien kan op vrijwel elk moment. Maar na de winter is het wel een must, omdat de rozemarijn snel verhout en ouder wordt. Snoei alle takken wat terug, maar nooit tot in het kale hout; zorg dat er altijd nog groen aan de takken zit. Door vormsnoei dwing je de plant om binnenin jonge takjes te maken.
Gedroogd zijn dat de kruiden, aan de plant groeien van maart tot mei blauwe bloemen, al zijn er ook soorten die roze bloeien. De meest voorkomende rozemarijn groeit de hoogte in tot maximaal 1 meter, daarnaast is er een kruipende soort die ongeveer 30 cm hoog wordt en ideaal is voor borders, hangmanden en op muurtjes.
In plaats daarvan is het voor rozemarijn planten belangrijk dat de bemesting de gezondheid van de bodem stimuleert. Hiervoor kun je de rozemarijn planten het beste bemesten met een combinatie van compost en wormenmest. Zowel compost als wormenmest bevatten kleine hoeveelheden stikstof, fosfor en kalium.
Rozemarijn vraagt wat kalk in de grond. Regelmatig water geven. Gebruik de stengels en blaadjes om mee te kruiden.
Wind wordt goed verdragen, ook zeewind, maar plaats je rozemarijn het liefst wel uit de koude noorden en oosten wind.
Zowel de bladeren als de bloemen van de plant zijn eetbaar. De smalle naaldachtige bladeren zijn aan de bovenkant donkergroen en aan de onderkant wit. Het wordt als kruid toegevoegd aan zoete gerechten, maar is ook lekker bij vis en vlees.
In de volle grond heeft Rozemarijn nauwelijks tot geen extra voeding nodig. Gooi hooguit na het bloeien een klein handje compost of gewone tuinmest. Staat de plant in potten dan kan wat extra voeding geen kwaad. Gebruik bijvoorbeeld vloeibare voeding of een tablet met een langzaam werkende meststof in pot of bak.
Niet alle kruiden kun je zomaar naast elkaar zetten. Dille en venkel bijvoorbeeld gaan onderling kruisen; de plantjes die hieruit ontstaan hebben veel minder smaak. Om te voorkomen dat jouw kruiden het volgende seizoen een heel andere smaak krijgen, kun je dus maar beter ieder jaar nieuwe zaadjes aanschaffen.
Rozemarijn kan goed tegen droogte en heeft niet veel voeding nodig. Je kan doorlopend volgens behoefte blaadjes afplukken. De takken van Rozemarijn verhouten, wil je kleine compacte planten behouden kan je best terugsnoeien na de laatste vorst (eind mei). Oude of grote planten mogen niet sterk worden teruggesnoeid.
Steek enkele stekjes van je rozemarijn langs de randen van de pot in de grond, of plant ze afzonderlijk van elkaar in zaaimodules. Geef de stekken water van boven om de grond rond de stekjes goed in te laten klinken. Zet de potten vervolgens in een koude kas of op de vensterbank op een beschutte, beschaduwde plek.
Rozemarijn is een groenblijvende plant die het hele jaar door zijn blad behoudt. Bijzonder is de vroege bloei, die in maart begint in een beschermde teelt (vorstvrije overwintering). Rozemarijn bloeit vanaf mei als hij buiten groeit. Na de bloei is het het perfecte moment om rozemarijnstruiken te snoeien.
Een rozemarijn kun je snoeien na de bloei en na de winter in maart. In de zomer kun je de lange bloemtakken halveren, maar dit is niet noodzakelijk. Als je regelmatig takjes afknipt voor gebruik in de keuken snoei je de rozemarijn uiteraard ook al.
Voor overwintering zoekt u een lichte, koele plaats. De serre, het lichte trappenhuis of het raam van de garage of slaapkamer zijn ideaal. Tussen 5 en 10 graden Celsius is het voldoende om rozemarijn te laten overwinteren. Het mag ook niet warmer zijn, want hoe hoger de temperatuur, hoe groter de scheutgroei.