De wachtbuizen vertrekken vanaf de aansluitbocht en eindigen onder elkaar aan de rooilijn. Ze worden lood- recht op de rooilijn geplaatst op een minimum diepte van 600 mm (gemeten vanaf de bovenkant van de buis tot het maaiveld).
Graaf de mantelbuis in de grond op ongeveer 60 centimeter diepte. Probeer de mantelbuis niet in te strakke bochten te leggen. Hoe flauwer de bochten, hoe gemakkelijker de kabel of slang er doorheen getrokken kan worden. Een mantelbuis wordt standaard geleverd met een dun nylon draadje in de buis.
Kabel leggen en beschermen
Ondergrondse kabels moet je minimaal 60 cm diep onder de grond leggen vanwege de veiligheid.
Een wachtbuis is een grote kabel die ervoor zorgt dat je de kabels eenvoudig op de gewenste plek kunt trekken en de kabels beter beschermd blijven. Leg de kabel in de grond op een diepte van minimum 60 cm. Als de kabel bovengronds loopt, neem je een slagvastelektrabuis en zet deze vervolgens vast op de muur met zadels.
"Je kan een gespecialiseerde firma contacteren. Zij kunnen zonder graafwerken de leidingen localiseren. De kans is groot dat het personeel van je distributiebeheerder daar ook het geschikte materiaal voor heeft." "De maatschappij van de nutsleidingen weet vaak ook waar zij hun aansluiting gemaakt hebben.
Kabels en leidingen liggen tussen de 30 cm en 1 meter diep, maar dit kan door grondzakking, ophoging enzovoort behoorlijk afwijken. Ruikt u bij het graven een gaslucht? Meld dit dan direct via het landelijk storingsnummer voor Elektriciteit en Gas: 0800 9009.
Eerst alle kabels uit de wachtbuis verwijderen, vervolgens een dun katoenen koordje (type keukentouw) door de buis zuigen met behulp van een stofzuiger (zuigmond zo goed mogelijk aansluiten op de buis). Aan dit touwtje knoop je een nylon koordje van een mm of 3-4 wat je door de buis trekt.
De diepte is minimaal 50cm , maar alleen als er geen extra maatregelen zijn getroffen tegen mechanische beschadiging. Dus met extra maatregelen (onbreekbare beschermbuis) mag het ook ondieper.
ENERGIEBOCHTEN EN PIDPABOCHTEN
De wachtbuizen vertrekken vanaf de aansluitbocht en eindigen naast elkaar aan de rooilijn. Ze worden loodrecht op de rooilijn geplaatst op een minimum diepte van 600mm (gemeten vanaf de bovenkant van de buis tot het toekomstige maaiveld).
De wachtbuis voor elektriciteit heeft een diameter van 75 mm, die voor aardgas een diameter van 110 mm. Er moeten ook wachtbuizen zijn voor de andere nutslei- dingen (water, telefoon, kabelnet).
Diepte grondkabel
Wanneer u bijvoorbeeld uw tuinverlichting gaat aansluiten waarbij een grondkabel nodig is, is het van belang dat u weet hoe diep u uw grondkabel legt. Een grondkabel moet op een diepte van ongeveer 60 cm worden gelegd. Op die manier legt u uw verbinding veilig weg.
Een woordvoerder van het Kadaster legt uit: “Volgens artikel 20 van het Burgerlijk Wetboek omvat het eigendom van grond voor zover de wet niet anders bepaalt: 'de bovengrond en de zich daaronder bevindende aardlagen.” Dat komt neer op 6371 kilometer graven tot het middelpunt van de aarde.
Een buitenkabel is voorzien van een weersbestendige mantel en daardoor geschikt om buiten te gebruiken. Buitenkabels mag je alleen bovengronds gebruiken. Gebruik een grondkabel als de kabel wel onder grond geplaatst wordt. Deze zijn namelijk voorzien van extra veiligheden.
Een wachtbuis is een buis die buiten het gebouw ingegraven wordt geplaatst en daarin mag maar één gasleiding geplaatst worden. Die wachtbuis dient als mechanische bescherming in overeenstemming met norm NBN D51-006.
1. Bij een gasleiding in een vochtige ruimte, zoals een kruipruimte, is een mantelbuis verplicht. Bij een eventuele lekkage zorgt deze mantelbuis ervoor dat er geen gas in de kruipruimte stroomt. Het gas wordt via de ruimte tussen mantelbuis en gasleiding afgevoerd naar de begane grond.
In een stijve buis van 16mm mogen 5 draden van 1,5mm2 of 4 draden van 2,5mm2. Een flexibele buis mag 4 draden van 1,5mm2 of 3 draden van 2,5mm2 bevatten. In een buis van 19mm mogen 5 draden van 2,5mm2, ongeacht de soort.
Alle nutsvoorzieningen liggen op straatniveau, dus plaats de energiebocht zo dicht mogelijk bij de straatkant. Vermijd dat je de kabels en leidingen helemaal het huis rond moet trekken om aan je energiebocht te komen. Hoe korter de afstand, hoe beter.
Een energiebocht is alleen verplicht bij ééngezinswoningen. Hij bestaat uit vijf aan elkaar vastgemaakte bochten. Die hebben een minimale wanddikte van 2,5 mm en zijn verwerkt tot één stabiel geheel. Meestal plaatst de aannemer de energiebocht.
Aansluiting nutsvoorzieningen
Deze aansluitingen moeten worden aangelegd door nutsbedrijven uit de regio. De kosten voor deze aansluiting zijn niet inbegrepen bij de bouwprijs, en komen dus voor uw eigen rekening. Deze kosten verschillen per gemeente; gemiddeld liggen ze rond de €4000.
Wanneer je echter besluit om voor dezelfde aansluiting de kabel in de grond te leggen, bijvoorbeeld wanneer je verlichting of een wandcontactdoos in de tuin gaat aansluiten, gebruik je een 4 aderige grondkabel aangezien je de aardlitze van de grondkabel gebruikt als de 'aarde'.
Een XMvK-as grondkabel heeft een isolatiedikte van 0.6 mm2. En de YMvK-as grondkabel heeft een isolatiedikte van minimaal 0.7 mm2. De isolatiedikte van de kabel bepaalt de maximale toelaatbare stroomsterkte.
Let op: YMvK kabels zijn niet geschikt om direct in de grond te plaatsen. Door gebruik te maken van een mantelbuis kun je dit eenvoudig oplossen en de kabel toch in de grond leggen.
Er is een maximum aan het aantal draden door één buis. 16 mm (5/8 inch) schuifbuis mag maximaal 3 x 2,5 mm2 + 2 x 1,5 mm2 VD of 2 x 2,5 mm2 + 3 x 1,5 mm2 VD bevatten. Voor 16 mm flexibele buis echter 1 stuks 1,5 mm2 VD minder.
Een buis mag maximaal voor 1 groep worden gebruikt, heb je 2 of meer groepen dan heb je voor elke groep een aparte buis nodig. Ook een lasdoos of inbouwdoos mag maximaal voor 1 groep worden gebruikt. De enige uitzondering is een kookgroep.
Een trekveer is een lange, dunne veer van staal of glasvezel. De lengte kan sterk uiteenlopen: er zijn trekveren te koop van 5 meter, maar ook van 50 meter. Op het uiteinde zit een oog, waaraan de kabels kunnen worden vastgemaakt. De veer duw je vervolgens door de buis tot hij er aan de andere kant uitkomt.