Breng dat op een rustige manier en benoem ook iets waar je wél blij mee bent. ' Begrip tonen werkt ook goed. 'Leg uit dat je snapt waarom je collega situatie X zo heeft aangepakt, maar dat het ook op een andere manier zou kunnen.
Bij het aanspreken op gedrag houd je vast aan je eigen punt. Het gaat er om dat je duidelijk wilt zijn over je verwachtingen. Als de gemaakte afspraak niet haalbaar is, wil je dat je collega jou op de hoogte stelt. Je ziet in het voorbeeld dat aanspreken niet langer vrijblijvend is.
Valt collega's niet af en zeker niet tegenover anderen of in het openbaar maar spreekt eigen gevoelens direct uit naar de collega die het betreft. Gaat op grond van gelijkwaardigheid om met anderen. Komt afspraken na. Houdt rekening met collega's.
Stel duidelijke grenzen: dit pik ik wel en dat pik ik niet. Schrijf deze grenzen voor jezelf op. Laat dit duidelijk in je gedrag merken. Probeer niet extra aardig of juist onaardig te zijn als hun gedrag er niet naar is, maar blijf neutraal en blijf je richten op dingen die wel goed gaan.
Een negatieve houding komt vaak voort uit ontevredenheid. Laat de onruststoker een gesprek met HR voeren erachter te komen wat er aan scheelt. Niet alleen identificeert u zo het probleem, u laat hem zo zien dat u bereid bent te helpen hem te helpen te veranderen. Houd uw eigen frustratie voor u.
Probeer dan echt objectief te bedenken of het aan jou is om iets te zeggen, of dat het een situatie is waar jij je niet mee hoeft te bemoeien. Wanneer een ander kind bij jou thuis komt spelen, mag je hem of haar er zeker op aanspreken wanneer er dingen gebeuren die jij niet oké vindt.
OOK JIJ (ALS DE "BESCHULDIGDE") MAG JE LATEN BIJSTAAN
Zoals de melder een vertrouwenspersoon heeft die naast haar/hem staat, heeft ook de aangesprokene recht op iemand die hem kundig kan helpen: een eigen vertrouwenspersoon of een collega.
Iemand die manipuleert gebruikt regelmatig passief-agressief gedrag. Voorbeelden van passief-agressief gedrag zijn liegen, kritiek geven, overdrijven, negeren en sarcastisch zijn. Je kunt dit soort gedrag ook scharen onder een sluwe en achterbakse manier van omgaan met anderen.
Ongewenst gedrag is gedrag dat als bedreigend, vernederend of intimiderend wordt ervaren. Het kan zich uiten in de vorm van seksuele intimidatie, discriminatie, pesten, agressie en geweld. Een werkgever dient beleid te voeren om ongewenst gedrag tegen te gaan.
Toon begrip voor zijn situatie of argumenten. Maak de lastige persoon duidelijk waar jouw grenzen liggen. Geef aan welk gedrag je niet wenst te tolereren. Vraag hoe hij de situatie beleeft, wat hij voelt en wat hij wil.
Omhoog en naar rechts kijken is een teken van verveling. Pupillen worden groter als iemand geïnteresseerd is, maar meestal worden ze juist kleiner als iemand verveeld raakt. Het ontwijken van oogcontact betekent meestal dat iemand iets voor je verborgen houdt, dat hij/zij je niet vertrouwd of bang voor je is.
Aspecten waaruit de slechte beroepshouding blijkt, zijn onder meer: ongeoorloofde afwezigheid. te laat komen. slapen onder werktijd.
Een negatieve houding uit zich in: passief-agressief gedrag. Vijandig, gesloten, afwijzend en ondermijnend, zonder direct confronterend te zijn.
Klagen kan ook een uiting zijn van betrokkenheid bij het onderwerp en de wens om een bijdrage aan een discussie of probleem te willen leveren. Verzet tegen verandering. Veel mensen vinden veranderingen eng. Klagen is een van de vele manieren om verandering tegen te houden.
Bied je excuses aan voor je gedrag en de pijn dat dit heeft veroorzaakt bij de ander. Leg uit wat jij nodig hebt en vraag de ander of die hier iets in wil of kan betekenen. Vraag aan de ander, hoe het voor diegene is en wat de ander nodig heeft om op een prettige manier weer verder te kunnen. Zoek naar oplossingen.
Kies een rustige plek uit waar jullie ongestoord kunnen praten en zeg iets als, 'Hé, ik vraag me af waarom je me hebt genegeerd?' Presenteer bewijs dat de ander je heeft genegeerd, zoals het niet reageren op telefoontjes of e-mails, of niet reageren wanneer je iets tegen hem/haar zegt.
Kenmerken van gedrag
Over een ander onderwerp beginnen. Ontwijkend antwoorden. Instructies niet opvolgen of net doen alsof je ze niet kent. Zwijgen (iemand doodzwijgen is ook een vorm van negeren overigens)