Het principe van deze techniek is dat u consequent een steek breit en een steek afhaalt (en dus niet breit). U breit de toer 2x.Op de teruggaande toer breit u alleen de afgehaalde steken. Toepassing: u kunt deze techniek goed gebruiken voor het breien van boorden/zomen.
Zoals gezegd is dubbel breien een manier om tegelijkertijd twee lagen te breien: aan de voor- en achterkant van het werk. Om dit voor elkaar te krijgen, wordt elke “steek” in het patroon gebreid in paren, één steek voor elke kant van de stof.
Met de boordsteek brei je afwisselend 1 steek recht en 1 steek averecht. Brei steeds dezelfde steken boven elkaar en er ontstaat een elastisch geheel. Dit is de meest gebruikte steek voor boorden aan een vest of trui. Er zijn verschillende variaties, zo kun je ook afwisselend 2 steken recht en 2 steken averecht breien.
Brei-elastiek gebruik je in boorden en manchetten van gebreid goed: het zorgt ervoor dat het breisel mooi vormvast aansluit om polsen, enkels en taille. Of je nu complete truien of vesten breit, of gewoon een simpele sjaal, goed gereedschap is het halve werk.
Een steek verdraaid recht gaat als volgt: steek de rechternaald van voor naar achter door het achterste pootje van de steek op de linkernaald. Voor het breien van boordsteek 2-2 ga je als volgt te werk. Steken aantal deelbaar door 4. Zet 20 steken op.
Begin dan met het breien van het boord, tot 1 steek voor de steekmarkeerder. Haal de steek voor de steekmarkeerder af, alsof je recht wil gaan breien. Brei de volgende 2 steken samen, en til dan de afgehaalde steek over de gebreide steek heen. Dan vervolg je met het breien van het boord tot de ronde klaar is.
Bij continentaal breien houd je de draad om je linker wijsvinger en de naalden los in je handen. Voordeel is dat het sneller gaat omdat je de draad niet meer om de naald hoeft te leggen, het is daardoor ook minder belastend voor je schouders en het breiwerk kan bij grotere projecten op je schoot liggen.
Voordelen met twee draden breien
Je breiwerk is sneller klaar. Dit komt dat je minder stekken hoeft op te zetten. Je kan met elke wol breien met twee draden. Je hoeft niet het dubbele aantal wol te gebruiken.
Portugees gebreid? Wat is dat precies? Bij Portugees breien wordt de draad waarmee je breit, om de middelvinger van je rechterhand gewikkeld en vervolgens gaat de draad rondom je nek naar de linkerkant. Je maakt de steken effectief met een minimale beweging van de duim van je linkerhand.
Noors breien is terug te voeren tot de echte noorse breimotieven waarbij de draad van de niet gebruikte kleur (en) achterlangs wordt gehouden, waardoor je een dik en warm geheel krijgt.
Een averecht gebreide steek kun je herkennen aan het 'bobbeltje' dat je kunt zien direct onder het lusje dat op je naald staat. Als je goed kijkt, kun je zien dat zo'n bobbeltje ontstaat doordat het lusje op je naald van-voor-naar-achter door de voorgaande steek is getrokken.
Brei eerst het rechterdeel (link in het dragen). Minder daarbij op de goede kant aan de linkerkant voor de v-hals: 20 (20-19) keer elke 4e nld en 4 (4-6) keer elke 2e nld 1 st, door aan het eind van de nld voor de laatste st, 2 st samen te breien.
Werkwijze spencer:
Rugpand: Zet met wit 50–54–58 steken op en brei 1 naald boordsteek met wit en 6 naalden boordsteek met blauw. Brei verder in tricotsteek en streeppatroon. Kant bij 13–15–17 cm hoogte voor de armsgaten 1 x 2 en 3 x 1 steken af aan beide kanten van elke 2e naald.
Een eenvoudig knoopsgat voor kleine knoopjes maak je door een omslag te breien, gevolgd door twee steken samen te breien, om het aantal steken gelijk te houden. Voor grotere knopen en voor een steviger en fraaier knoopsgat vind ik een horizontaal knoopsgat over één toer gebreid erg fijn.
Aan de hand van jouw proeflapje weet je hoeveel steken en toeren je nodig hebt voor 10 cm. Een voorbeeld: 16 steken en 24 toeren is 10x10 cm. Een snelle som leert je dat je dus 1,6 steken nodig hebt voor 1 cm en het zestigvoudige hiervan voor 60 cm, dus 96 steken.
Wikkel de draad om de naald zo vaak als het aantal steken dat u op wilt zetten. Houd ongeveer 10 cm draad over aan het begin (we zetten er tevens een knoop in om te markeren hoeveel draad er over is wanneer u klaar bent met opzetten).
Wanneer je een ander garen wilt gebruiken dan origineel in het patroon staat is het extra belangrijk om een proeflapje te breien. Zo kun je precies zien of je project de juiste maten krijgt wanneer je het patroon volgt.
De patentsteek oftewel de brioche stitch is een mooie steek die gelijk een comfortabel en dik effect geeft aan je kol of sjaal, zeker als die gebreid wordt met een wat dikker garen. Deze steek geeft ook een heel mooi effect als je hem met twee kleuren breit.
De kant met platte, gebreide steken is de goede kant (of ook de gebreide kant). De goede kant voelt platter en gladder aan dan de verkeerde kant.
1 rechte dubbele steek wordt gemaakt als volgt: brei 1 rechte steek door de rechternaald niet in de volgende steek van de linker breinaald in te steken, maar in de steek die er juist onder ligt in de vorige naald. Brei deze steek en laat hierbij de steek van de linkernaald afglijden.
Tricotsteek breien
Je breit tricot door rechte steken heen en averechte steken terug breien. Dus de ene naald brei je helemaal met rechte steken, dan keer je je breiwerk om en breit de hele naald averechte steken. Bij de averechte steek houd je de draad tussen het brei werk en jezelf.
In de teruggaande naald brei je steeds recht boven recht en averecht boven averecht. Voor een breed boordpatroon zet je een aantal steken op dat deelbaar is door vier en brei je de heengaande naalden steeds 2 (of meer) steken recht en 2 (of meer) steken averecht.