De walnoot is een prima winterharde boom. Ze bloeit ronde de maand april, en de oogst valt vervolgens in september/oktober (afhankelijk van het ras). Ze bloeit met kleine groene hangende bloeiwijzen. De bloemen worden bestoven door de wind.
De boom groeit aanvankelijk relatief langzaam, heeft een dikke stam en lange wortels. Doordat de boom zo groot en hoog wordt dient er bij het planten een bepaalde afstand tussen de bomen gehouden te worden. Pas na (ongeveer) tien jaar begint de boom vruchten te dragen.
Walnoten zijn eenhuizig, ze hebben losstaande mannelijke en vrouwelijke bloemen en beide komen voor op dezelfde plant. De mannelijke katjes verschijnen op de de nieuwe groei van de boom, de vrouwelijke bloemen verschijnen in trosjes op het oudere hout.
Groei en bloei
De walnoot is eenhuizig, dus met mannelijke en vrouwelijke vruchten gescheiden aan 1 boom. De mannelijke bloemen zitten op katjes die ca.10-11 cm lang zijn. Elk katje telt 100 tot 160 bloemen.
De walnoot is éénhuizig, dus met puur vrouwelijke en puur mannelijke bloemen, samen aan één boom. De vrouwelijke bloemen worden bevrucht door stuifmeel dat door de lucht vanaf de mannelijke bloeiwijze wordt verspreid. Uiteindelijk belanden slechts enkele stuifmeelkorrels op de stempel van een vrouwelijke bloem.
De walnoot (ook wel okkernoot genaamd) is een noot die in een harde houtachtige schaal groeit. De vrucht lijkt een beetje op een stel hersenen. De walnoot groeit in grote hoge bomen. Tijdens de groei van de walnoot zit de noot in een harde schaal, die op zijn beurt weer goed beschermd zit in een bolster.
De walnoot groeit alleen op vruchtbare en kalkrijke grond, die niet zuur mag zijn. Daarnaast dient de grond goed ontwaterd te zijn. Ook moet de grond rijk zijn aan fosfaat, sporenelementen en magnesium. De notenboom heeft veel licht en ruimte nodig.
Ook is de walnoot erg gevoelig voor nachtvorst na het snoeien. Wees daarom terughoudend. en snoei alleen als het moet en wel tussen juli en eind oktober wanneer de boom vol in blad staat. Buiten deze periode is de kans op doodbloeden aanwezig.
Knip alleen de dode punten weg en laat wel een stukje dood hout zitten. Als de boom toch te groot dreigt te worden, snoei dan midden in de zomer in juni of juli als de boom vol in het blad zit. De wonden gaan nu niet bloeden en overgroeien meteen. Spaar de takken waar de jonge noten aangroeien.
De walnoot of okkernoot is gevoelig voor luchtgebrek bij de wortels, zorg er dus voor dat de boom niet te diep geplant word of plant op een kleine terp. Ook naderhand de grond om de boom ophogen kan de noot niet verdragen. Luchtgebrek zorgt voor een slechte groei en snel vergelend blad.
Walnotenboom van circa 35-40 jaar oud - Schouten Bomen.
Wie een Walnotenboom plant, kan maar beter geen hekel aan vegen hebben. Tijdens de bloei vallen duizenden bloesems af, in september komen de noten en bijbehorende duizenden schillen. Hierna verliest de boom zijn bladeren. Een notenboom kan wel 25 meter hoog worden en zo´n 150 jaar oud worden.
Walnotenteelt in Nederland
De teelt van walnoten in Nederland is kansrijk, dankzij de ontwikkeling van cultivars die winterhard zijn. Late nachtvorst is voor de teelt van walnoten in Nederland nog wel een probleem, daarom kunnen het beste laatbloeiende cultivars worden geplant (bloei na half mei).
Juglans regia (Walnotenboom) is een langzaam groeiende walnotenboom die uitgroeit tot een hoogte van 20 meter. De Walnotenboom krijgt een brede ronde kroon. De walnoten verschijnen pas aan de oudere bomen. De walnoten vallen in de herfst van de boom waarna ze gepakt kunnen worden om te eten.
Als eerste vuistregel geldt dat de gemiddelde commercieel gekweekte walnootboom elk jaar 1270 mm neerslag nodig heeft. Als tweede vuistregel geldt dat walnootbomen in de zomer (juni, juli en augustus) meer dan 50% van de jaarlijkse watervoorziening nodig hebben.
Verdraagt droogte, luchtverontreiniging en wind. Verdraagt bestrating wat minder. De walnoot is een waard/voedsel boom voor vogels, kleine zoogdieren en mensen.
De eerste noten komen al snel, tussen de 3 en 5 jaar na het zaaien. Wil je regelmatig een voorraadje hout 'oogsten', kap dan vanaf het vierde jaar een eerste keer de grootste takken af. De nieuwe twijgen groeien snel weer aan, kaarsrecht naar boven, wat ze extra bruikbaar maakt in de tuin.
Ongeacht of de walnootboom wordt gekweekt voor hout of noten, kan de boom alleen goed groeien in bodems waar het wortelstelsel zich vrij kan ontwikkelen tot een diepte van 3 meter of meer.
Walnoten tegen de muggen
In het verleden werden walnotenbomen in de buurt van boerderijen en mesthopen geplant, omdat vliegen niet houden van de geur van de walnoten. De vliegen en muggen blijven dus op afstand van deze bomen. Je kunt een walnotenboom dus ook gebruiken om muggen en vliegen af te schrikken.
Snoei maximaal 33% van de takken van de notenboom af
In tegenstelling tot andere bomen mag u ook de dikke takken afsnoeien. Het is altijd verstandig om ergens een zijtak te laten zitten aan een gesnoeide tak. Deze gaat dan veel energie ontvangen en gaat dan snel groeien.
Als er alleen nog kale takken over zijn, moet je de walnotenboom snoeien. Daar kun je beter niet te lang mee wachten, omdat ook deze soort gaat bloeden. Er gaat dan veel energie van de notenboom verloren, de sapstroom raakt ontregeld en er kunnen dode takken komen.
De walnoot heeft veel licht en ruimte nodig, en staat dus bij voorkeur solitair, of anders minstens 8 meter bij andere bomen vandaan. De walnoot maakt een breed en diep wortelgestel dat tamelijk fijn vertakt is.
Bemest het liefste met organische meststoffen, zoals gedroogde koemestkorrels, en plaats deze minimaal een meter van de stam af om wortelverbranding te voorkomen. Je bemest een walnotenboom in maart. In tegenstelling tot veel andere fruitbomen kan je een walnotenboom beter geen kalk geven.