Gebruik hiervoor een touwtje dat geen schade kan aanrichten (dus niet te scherp). Eventueel kun je hiervoor hol binddraad gebruiken, maar dat hoeft niet. Knoop het vooral ook niet strak aan, maar leg het heel losjes om de plant heen.
Maak dan gaatjes van 2 cm diep in een rondje om de takken (ongeveer 7 cm van de tak af). Doe in elk gaatje een bonenzaadje en dek het zaadjes af met een beetje aarde. Geef dan zaadjes nog een beetje water. De plantjes vinden uit zichzelf de tak en klimmen er dan omhoog!
Struikbonen zaai je in rijen, op een onderlinge afstand van 8 cm. Tussen de rijen hou je 40-50 cm. Staakbonen zaai je in een hoopje rond elke staak, een drietal zaden per staak.
Even gefröbeld: Ruud meet de stokken altijd uit en zet ze naast elkaar op 50 tot 60 centimeter. En de overkant van de rij staat ook op ongeveer 60 centimeter. De stokken moeten natuurlijk wel een goed stuk de grond in, indien mogelijk zo'n 30 centimeter (en daarom gebruiken we ook stokken van 270 centimeter lang).
Boontjes houden niet van natte grond want dan kunnen de zaden rotten, het zand zorgt voor een betere afwatering. Houd de zaden vochtig maar geef ze zeker niet te veel water. Bij kamertemperatuur kiemen de zaden binnen 1 tot 2 weken.
Boontjes en erwtjes kunnen ook zeker groeien op een plek waar minder zon schijnt, maar 5 uur zon zorgt ervoor dat je meer oogst hebt.
U hebt bonen of snijbonen gezaaid en lang niet alle bonen komen op. Oorzaak: bonen zijn verrot of bonen kiemen niet door te droog weer. Benodigdheden: • Plastic bakken ca 6 cm diep (b.v. Hertog ijsbak). Stukjes ijzerdraad of satéprikkers • Keukenpapier.
Stokbonen plant je aan stokken van minimaal 2,5 meter hoog. Zet ze op 50 cm afstand van elkaar. Maak op 70 cm afstand een tweede rij en verbind de stokken van beide rijen met een lange stok bovenaan aan elkaar.
bonenstaken zetten
Zet (bamboe)stokken of wilgentakken stevig in de grond en maak op de kruispunten bovenaan een horizontale stok vast. Rondom elke staak plant je 7 bonen die je later uitdunt op 5. Bonen zijn linkswindend en als ze loswaaien moet je ze dus linksom vastzetten.
Zaai boontjes 2 tot 4 cm diep. In zandgrond kun je iets dieper planten, in kleigrond iets minder diep. Zaai of Plant struikbonen 8 cm uit elkaar en de rijen 40 cm tussen de rijen. Voor stokbonen zet je om de 50 cm een stok die je diagonaal plaatst recht tegenover een andere stok.
Stokbonen voorzichtig vastmaken
Gebruik hiervoor een touwtje dat geen schade kan aanrichten (dus niet te scherp). Eventueel kun je hiervoor hol binddraad gebruiken, maar dat hoeft niet. Knoop het vooral ook niet strak aan, maar leg het heel losjes om de plant heen.
Bonen leggen
Bonen plant of zaai je vanaf half mei, na de ijsheiligen, tot eind juli. Eigenlijk noem je het zaaien van bonen niet zaaien, maar leggen. Je legt immers letterlijk een boontje in de grond.
Groenten die een normale dosis kalk nodig hebben (1 kg/10 m²): Vruchtgewassen, zoals: tomaten,komkommer, courgettes, pompoenen, meloenen … Peulgroenten, zoals: bonen, erwten … Kleinfruit, zoals: aarbeien, frambozen, rode bessen, witte bessen, kruisbessen ...
Spekbonen zijn bonen die klimmen, die vleziger zijn dan de sperzieboon en die steun nodig hebben. Ze hebben lange peulen en zijn rond in doorsnede. Wanneer een sperzieboon plat is, dan is het geen spekboon maar een snijboon. Spekbonen kun je ook goed gebruiken voor de teelt van droge bonen.
Regelmatig doorplukken (2 x per week) en te dikke bonen verwijderen om de groei er in te houden. Zaaitijd half mei tot begin juli, 4-5 bonen per stok, afstand 75 x 75 cm. 75 gram is genoeg voor ongeveer 30 stokken. De oogst bij stokbonen begint wat later dan bij stambonen.
Stokbonen groeien juist de hoogte in en hebben een constructie nodig om goed te groeien. Het hoogteverschil kan erg groot zijn. Zo worden de meeste struikbonen ongeveer 40 tot 50 centimeter hoog, waar stokbonen soms wel een hoogte van 3 tot 4 meter kunnen bereiken.
bonen: 8 -18 dagen. paprika : 8 tot 20 dagen. prei: 15 – 20 dagen. wortelen: 2 tot 3 weken.
Binnen 3 dagen tot een week heb je volledig gekiemde zaden. Er zullen bij sommige bonen zelfs al blaadjes groeien. Op dit punt zijn je gekiemde bonen klaar om in de grond te gaan. Plant ze in een potje, of een andere kleine plantenbak en kijk hoe ze verder groeien.
Stokkenteelt. Bij het telen van bonen aan stok, moet je denken aan de bamboestokken die je over de volkstuintjes ziet staan. Als een soort tipi staan deze in elkaar, waar de plant tegenaan kan groeien. Bij het zaaien krijgt elke 'stok' meerdere zaden.
Zaai pas bonen in volle grond wanneer er geen vorst meer te verwachten is, in de regel vanaf half mei. Onder koude en vochtigheid kwijnen de zaden weg. Een bodemtemperatuur van 12°C is nodig voor een goede opkomst. Eventueel kan onder glas worden gezaaid vanaf april, om in mei uit te planten.
Sperziebonen hebben over het algemeen niet veel voedingsstoffen nodig, maar een kleine hoeveelheid meststof kan ervoor zorgen dat je betere gewassen krijgt. Te veel meststof kan ervoor zorgen dat je gewas te veel bladeren aanmaakt en dat je uiteindelijk maar weinig sperziebonen oogst.
Zaai per persoon 20 bonen. Bonen zijn eenvoudig om te kweken. Na het zaaien kun je na 10 dagen al een plantje boven de grond verwachten. Let op dat vogels er niet met deze kleine bonenstaakjes vandoor gaan.
Bij een kiemende boon komen eerst de twee zaadlobben boven de grond. Kort daarna komen de eerste blaadjes. De zaadlobben verschrompelen als hun voorraad reservevoedsel op raakt. De jonge plant maakt daarna haar eigen voedsel met behulp van fotosynthese.
Stambonen en stokbonen:
De opbrengst van stambonen bedraagt gemiddeld 12 kilo per 10 vierkante meter. Het grootste voordeel van stambonen is het snelle groeien en dus ook snelle oogsten (sneller dan stokbonen die eerst veel stengels en blad moeten maken om te klimmen).
Dat valt reuze mee. Maar bonen houden van lekker mooi weer en niet van natte voeten. Bonen zaai je van begin mei tot eind juni. Dan moet het wel warm en droog zijn, want bij kou en regen komen de bonen niet goed op.