Aardappelen bewaren doe je daarom best op een koele (tussen 2 en 10 °C), donkere, droge en goed verluchte plaats (bv. kelder (kast)) in een geperforeerde papieren zak, een net of een open mand. Schud ze af en toe om. Bewaar aardappelen nooit in de koelkast.
Deze ontstaan door verschillende oorzaken. De twee grootsten zijn het opslaan op een te warme plek en het te lang bewaren van de aardappel. Om te voorkomen dat uw aardappel scheuten krijgt luidt ons advies om de aardappelen altijd op een koele en donkere plek te bewaren, zoals een schuur of kelder.
Gemiddeld zijn ze in huis twee tot drie weken houdbaar, maar na een tijdje treedt er wel kwaliteitsverlies op. Bewaar aardappelen altijd op een donkere plaats. Onder invloed van licht wordt de natuurlijke gifstof solanine gevormd.
Vroeger werden aardappels in grote hoeveelheden onder de grond bewaard, omdat er nog geen gekoelde magazijnen waren. Ze werden in een speciale ruimte gelegd zodat ze nog lang mee konden.
Aardappelen bewaren doe je best in een geperforeerde papieren of juten zak, een net of een open mand. Plaats ze op een koele, donkere, goed verluchte en droge plaats (bvb. een kelder of berging), tussen 4 en 10°C is ideaal.
Aardappelen bewaren doe je daarom best op een koele (tussen 2 en 10 °C), donkere, droge en goed verluchte plaats (bv. kelder (kast)) in een geperforeerde papieren zak, een net of een open mand. Schud ze af en toe om. Bewaar aardappelen nooit in de koelkast.
Bewaar uien niet samen met aardappelen. Doe je dit wel, dan zullen de aardappelen sneller gaan rotten. Vermijd de koelkast als de uien ongeschild zijn. Uien nemen namelijk makkelijk vocht op en dat is in overvloed aanwezig in de koelkast.
Gebruik stro en vliesdoek om jouw geoogste aardappelen optimaal te beschermen tegen de weersomstandigheden. In het geval van vorst wordt het aangeraden om aanvullend folie gebruiken.
Vooral vroege aardappelen, die nu net boven staan, kunnen geen vorst hebben. Ook net bovenkomende suikerbieten zijn gevoelig.
Aardappels bereiden & bewaren. Ongeschild blijven aardappelen op een koele (8-10°), donkere plek 2-3 weken goed. Bewaar de aardappels in een papieren zak, een doos of een mandje: in een plastic zak ontkiemen of schimmelen ze eerder. De kwaliteit van aardappels neemt wel af naarmate je ze langer bewaart.
Aardappelen Invriezen en bewaren. Aardappelen invriezen, en we begrijpen dat hier een aantal lezers bij zullen fronsen, is een prima methode om aardappels langer houdbaar te maken. Maar je kunt geen rauwe aardappelen invriezen, ze moet voor de tijd kort gekookt worden.
Ja hoor eet ze gerust, maar snij de uitlopers wel ruim uit. Op plaatsen waar uitlopers groeien, zit namelijk de natuurlijke gifstof solanine. Deze stof breekt niet af tijdens koken. Je kunt er allerlei klachten van krijgen, zoals buikpijn, diarree of koorts.
Het kan maar ideaal is het zeker niet. De aardappel verliest veel van zijn smaak en neemt veel vocht op dat ijs vormt in de vriezer. Bij het ontdooien gaat de aardappel dat vocht vrijlaten en dus weer redelijk wat smaak erbij. Wanneer je het toch doet, zorg er dan voor dat ze heel goed luchtledig verpakt zijn.
Om een mooie aardappelplant te bekomen, zet je een aardappel met uitlopers in de grond. Die uitlopers worden het begin van je nieuwe plant. Wanneer je de uitgelopen aardappel met aarde bedekt en water geeft, groeit hij vanzelf naar het licht.
Wanneer u de aardappelen namelijk bewaart in de koelkast gaat de kwaliteit razendsnel achteruit. Door de kou wordt het zetmeel in de aardappelen omgezet in suikers. Ook kunnen aardappelen niet goed tegen het vocht in een koelkast. Daar kunnen ze van gaan rotten.
Uw aardappelen zijn niet meer te eten als ze erg groen zijn, rot zijn of een ander ziektebeeld vertonen. Vaak gaat dit gepaard met een stinklucht. Zelfs als de aardappels slap worden of worteltjes beginnen te schieten, kunt u ze nog prima eten.
Dep de aardappels goed droog en vries ze in porties in. Bevroren aardappels hoef je niet eerst te laten ontdooien, maar kun je direct verwerken in een gerecht.
Vaak gebeurt dat in het voorjaar en afhankelijk van het aardappelras is bepaald hoe lang deze onder de grond blijven. Vroege rassen hebben een groeiperiode van 90 – 100 dagen, waar dat bij late aardappelen minimaal 150 dagen is. Hoe langer een aardappel onder de grond blijft, hoe beter deze beschermd is.
Waar halverwege de vorige eeuw nog vele handen hielpen bij het looftrekken van aardappels om het blad te doen afsterven, wordt loof tegenwoordig vooral doodgespoten. Met metingen kan de hoeveelheid gif beter worden afgestemd op de fase waarin de plant zich bevindt.
Zodra de bovengrondse stengels ongeveer 15 cm hoog zijn, is het tijd om je aardappelplanten aan te aarden. Dat betekent dat je de grond rond de stengels aan beide kanten van de plantrij gaat ophogen. De jonge stengels zullen hierdoor grotendeels bedekt worden met aarde.
Je kunt ook uitgelopen aardappelen die je in de supermarkt heb gekocht gebruiken: snijd de aardappel in vier stukken en leg ze een paar dagen in de zon totdat ze beginnen uit te lopen. Week de aardappelen niet voor: het benodigde vocht voor het uitlopen zit in de aardappel zelf. Weken geeft een grote kans op rotting.
Het aanhogen moet je doen om onkruid tegen te gaan en te zorgen dat de aardappelplant in losse grond groeit. Hij maakt dan aardappelen in de heuvel en hierdoor kan je makkelijker oogsten.
Bewaar tomaten buiten de koelkast, op een droge koele plek. In de koelkast drogen tomaten uit en wordt de smaak aangetast. Het velletje beschadigt waardoor ze sneller bederven. Eet tomaten alleen als ze rijp zijn.
Komkommers kun je beter niet in de koelkast bewaren, want ze kunnen niet goed tegen de kou. Ze verliezen snel hun kwaliteit en worden slap. Bewaar ze daarom op een minder koele, donkere plaats: een voorraadkast of kelder. Normaal gesproken blijft een komkommer ongeveer een week goed.