De straal is de afstand tussen het middelpunt van de cirkel en de rand. Vervolgens hoef je dit alleen nog te vermenigvuldigen met de hoogte (h). Dus inhoud = oppervlakte x hoogte = r² x π x h.
V = l * b * h Volume = lengte x breedte x hoogte LET OP geen dm met cm vermenigvuldigen. V = oppervlakte x hoogte.
Om de inhoud van een cilinder te berekenen, bepalen we eerst de oppervlakte van het grondvlak (cirkel) en vermenigvuldigen deze met de hoogte van de cilinder. Inhoud cilinder is dus oppervlakte cirkel (grondvlak) maal de hoogte van de cilinder. Meer wiskundig: inhoud cilinder = π * r2 * h.
De formule voor de omtrek van een cirkel is 2 x pi x straal (2 π r). Π = 3,141592... De eenheid voor omtrek is mm, cm, dm, m, ...
De oppervlakte van een cirkel is pi keer het kwadraat van de straal (A = π r²).
De diameter van een cirkel, cilinder of bol is de lengte van de rechte lijn die kan worden getrokken tussen twee punten op de bol of de cirkel en door het middelpunt hiervan. Deze lengte is de grootst mogelijke afstand tussen twee punten op bol of cirkel.
De inhoud of het volume van een voorwerp (lichaam) is de grootte van het gebied dat door dit voorwerp wordt ingenomen in de driedimensionale ruimte. Als basis in drie dimensies geldt dat de inhoud van een rechthoekig blok gelijk is aan lengte × breedte × hoogte.
Berekenen van de omtrek
De formule luidt: Omtrek van de cirkel = pi x diameter. Deze formule kan gebruikt worden om van iedere cirkel de omtrek te berekenen.
Inhoud, ook wel volume genoemd, is de maat die aangeeft hoeveel ruimte er is in een 3D-object. Om van oppervlakte naar volume te gaan, voeg je diepte toe. Voor een kommetje soep betekent de diepte: van de boven- tot onderkant van de kom. Hierboven zien we een vierkant.
Het is de hoeveelheid ruimte die een object inneemt in driedimensionale ruimte.
De radius van een cilindervorm wordt ook wel straal genoemd. De radius is de gemeten afstand van een willekeurig punt op de rand van een cirkel (of bol, of cilinder) tot aan het middelpunt. Aangezien een diameter de afstand is tussen twee uiterste punten in een cirkel, is de radius dus de helft van een diameter.
Je vermenigvuldigt de lengte, breedte en hoogte in meters. Of je berekent eerst kubieke centimeters (cm3) en rekent dit om naar m3. Zo kun je zelf kubieke meters berekenen van het te vervoeren product of pallet. Kunnen de pallets niet gestapeld worden dan bereken je laadmeters in plaats van kubieke meters.
Omtrek Cirkel = Diameter
De omtrek van een cirkel is altijd gelijk aan π keer de diameter. Dus als je de diameter van een cirkel kent, vermenigvuldig je deze met π om de omtrek te krijgen.
De diameter is gelijk aan twee keer de straal. Je kunt wat dat betreft ook de doorsnede van de cirkel meten om tot de diameter te komen. Je kunt de diameter berekenen door de straal te vermenigvuldigen met twee, wat gemakkelijk werkt wanneer je die al weet.
In niet-technisch taalgebruik worden de woorden door elkaar gebruikt. Maar strikt genomen is een diameter een lijn en een doorsnede een oppervlak.
De oppervlakte van een ring is 4π2rR
De inhoud van een ring is op een originele manier te bepalen. Laat een horizontaal vlak de ring doorsnijden zoals in de figuur hieronder.
Pi is een getal dat in de wiskunde niet kan veranderen: kortom een wiskundige constante. De decimale notatie van het getal π vormt de getalwaarde 3,14159 26535 89793 23846 26433 83279 50288… Het getal vormt de verhouding tussen de omtrek en de middellijn of diameter van een cirkel.
Een oppervlakte van een rechthoek of vierkant reken je uit door lengte x breedte te berekenen. De uitkomst is dan de oppervlakte in bijvoorbeeld cm² of m².
De oppervlakte van een balk bereken je door het oppervlak van alle zijden bij elkaar op te tellen. Dat zijn er in totaal 6, de voorkant en achterkant, bovenkant en onderkant en de beide zijkanten.
Elke figuur met drie afmetingen (met lengte, breedte en hoogte, dus driedimensionaal), zoals een doos, een voetbal en een drinkfles, heeft een inhoud (ook wel 'volume' genoemd).