Die minuten moeten omgerekend worden naar decimalen. Het is eenvoudig om zelf uit te rekenen hoe een minuut in het decimale stelsel omgerekend moet worden: het aantal minuten delen door 60. Voorbeeld: 1 minuut = 0,0167 manuur (mu); 2 minuten = 0,0333 mu; 3 minuten = 0,05 mu; 4 minuten = 0,067 mu.
Voorbeeld: er wordt 10 minuten doorbelast tegen een tarief van 100 euro. In decimalen is dit 0,1666667 uur. Dit wordt gepresenteerd als 0,17 uur. De uitkomst is: 16,67 euro, namelijk 0,1666667 x 100 euro.
Het gebruik van rekenkundige bewerkingen is de gemakkelijkste manier om tijd om te zetten in decimale getallen. Bijvoorbeeld: Om tijd in uren om te rekenen, vermenigvuldigt u de tijdwaarde met 24. Om tijd om te rekenen naar minuten, vermenigvuldigt u de tijdwaarde met 24*60.
De som van het aantal cijfers achter de komma is het totaal aantal cijfers achter de komma van de getallen die je vermenigvuldigt. Bijvoorbeeld de uitkomst van 3,12 · 0,4 krijgt 3 getallen achter de komma. Want 3,12 heeft 2 getallen achter de komma en 0,4 heeft 1 getal achter de komma.
= 3 + 0,8 = 3,8. levert meteen 3,8 op. Bekijk Voorbeeld 1. omzetten naar een decimaal getal.
1 decimaal is op 1 getal achter de komma, bij twee logischerwijs maar twee getallen.
1 minuut is 60 seconden.
Een half uur is 30 minuten.
uur, ofwel 0,5 uur.
1 dag bestaat uit 24 uur. De decimale weergave van één uur in Excel is dan ook "1/24 = 0,041666667". Dus "7 maal 0,041666667" geeft ons het getal "0,291667" dat gelijk staat aan "7 werkuren". Wanneer we nu cel D2 delen door de decimale waarde van één uur dan krijgen we in principe de juiste decimale waarde.
Een heel uur is 60 minuten. Dus 85 minuten is 1 uur en 25 minuten.
Een half uur = de helft van een uur. Een half uur = 30 minuten. Een half uur = 2 kwartieren.
Een uur bestaat uit 60 minuten. In een dag zitten 24 uren, dus 1.440 minuten. (24 uur x 60 minuten). Een dag = 24 uur.
De notatie 12.00 uur heeft de voorkeur. Tussen de uren en de minuten staat een punt en daarna komt het woord uur voluit: 8.15 uur, 12.30 uur, 22.00 uur. Ook bij hele uren is het duidelijker om de minuten (00) erbij te zetten, omdat zo sneller zichtbaar is dat het om een tijdstip gaat: 17.00 uur.
totaal dus 186,6 minuten.
De indeling in zestallen (60 minuten in een uur en 60 seconden in een minuut) komt nog uit een methode van de oude Babyloniërs (ongeveer 1500 voor Christus). Die deden al hun berekeningen in een zestallig stelsel. Deze verdeling werd overgenomen door de Grieken en later aan de Romeinen.
Er zitten 60 seconden in elke minuut, dus het omrekenen van seconden naar minuten is heel simpel. Deel gewoon het aantal seconden door 60 om het antwoord te krijgen!
Als iets op schaal getekend is, geeft de schaal de verhouding aan tussen de tekening en de werkelijkheid. Bij een schaal van 1:100 is een centimeter op de kaart 100 cm in werkelijkheid. Maar ook is bij een schaal van 1:100 een millimeter op de kaart 100 mm in werkelijkheid.
De cijfers achter de komma noem je decimalen. 7,21 is een getal met 2 cijfers achter de komma, dit is dus een getal met 2 decimalen. De getallen achter de komma hebben ook een waarde. Het getal 2,1 is hetzelfde als 2,10 en 2,100 enz.
Het getal 10,67891434 wordt 10,7. Afronden op twee decimalen betekent dat er maar 2 cijfers achter de komma mogen staan, afronden op 3 decimalen betekent dat er maar 3 cijfers achter de komma mogen staan en ga zo maar door!
Je moet 6,53489 afronden op 2 decimalen, dus of je naar boven of beneden afrond hangt af van het derde decimaal. Als dit een 4 of lager is, dan rond je naar beneden af. Is het een 5 of hoger, dan rond je naar boven af. Het derde decimaal is hier een 4 en dus rond je naar beneden af.