Bij een schaal van 1:100.000 geldt: 1 cm op de kaart = 1 km in werkelijkheid. Handig om te onthouden: 1 km = 100.000 cm. Als je de schaal van de kaart weet, kun je met een meetlat de afstand tussen twee punten meten en die afstand omrekenen naar de werkelijke afstand.
Methode. Een schaal van 1 : 100 betekent dat 1 lengte-eenheid van het model in het echt 100x zo groot is. Dus stel het schaalmodel van het schip is 10 centimeter, dan weet je dat het schip in het echt 100 · 10 centimeter = 1.000 centimeter (oftewel 10 meter) lang is.
Schaalmodellen worden veelal aangeduid met een / (1/16) of : (1:16). De schaal probeert de verhouding aan te geven tussen het schaalmodel en de originele tractor. De lengte of de breedte van een Bruder tractor met de schaal 1:16 is 16 keer kleiner dan bij de originele tractor.
1:12 = 38 cm. 1:18 = 25 cm. 1:32 = 14 cm. 1:43 = 10 cm.
Een schaal van 1 : 5 betekent dat de afmetingen van het origineel 5x zo groot zijn als het beeld. Dus stel je ziet een schatkaart met een schaal van 1:500, dan weet je dat iedere afstand die je meet op de schatkaart in het echt 500 keer zo groot is.
Het model kan bijvoorbeeld een kaart of een tekening zijn, als ook een schaalmodel van een auto of een gebouw. Is de schaal 1 : 100 dan deel je de werkelijke maten door 100 om de afmetingen van het model te vinden. De maten in het echt zijn 100 keer zo groot als die van het model.
Onder de auto staat dat de auto op de tekening 8 centimeter is. En dat de schaal 1 op 60 is. Als de schaal 1 op 60 is, betekent dat dat 1 centimeter op papier in het echt 60 centimeter is. “Als de schaal 1 op 60 is, betekent dat dat 1 centimeter op papier in het echt 60 centimeter is.”
Als iets op schaal getekend is, geeft de schaal de verhouding aan tussen de tekening en de werkelijkheid. Bij een schaal van 1:100 is een centimeter op de kaart 100 cm in werkelijkheid. Maar ook is bij een schaal van 1:100 een millimeter op de kaart 100 mm in werkelijkheid.
Deze schaal geeft aan hoe groot het model is ten opzichte van het origineel. Staat er bijvoorbeeld 1:18 bij vermeld, dan is iedere 18 cm van het origineel 1 cm in miniatuur. Om de lengte te krijgen, deel je dus de totale lengte door de schaal.
Schaal 1:43 - De meest populaire schaal voor diecast modelauto's en traditioneel bekend als de "Collectors Scale". Het is ongeveer 4 inches (10,16 cm) lang.
1:24 is kleiner dan 1:12!
Met een schaal bedoelen we hoeveel keer een miniatuur model kleiner is dan het model origineel. Bij 1:50 is de miniatuur dus 50 keer kleiner dan het oorspronkelijke voertuig. Hieronder een voorbeeld van een voertuig met een lengte van 4,50 meter.
Hij wordt onder andere gebruikt om technische tekeningen op schaal te maken, bijvoorbeeld wanneer een onderdeel veel groter is dan het vel tekenpapier. Hierbij wordt dan "1 : 10" op de tekening gezet om aan te geven dat het getekende onderdeel in werkelijkheid 10 keer zo groot is als de afbeelding op de tekening.
Een auto rijdt 180 kilometer. Hier doet hij 1,5 uur over. Om vervolgens de snelheid te berekenen deel je het aantal kilometers door het aantal uur. Je krijgt dan: 180/1,5 = 120 km/h.
De schaal wordt vaak geschreven als breuk met ":" als delingssymbool. Als het model 10 maal zo klein is als het origineel, is de vergrotingsfactor 0,1, of anders geschreven 1 : 10 (uitgesproken als: een op tien). Dit geeft dus aan dat 1 cm van het model 10 cm van het origineel betreft.
Kosten rijden op benzine per kilometer
Het gemiddelde benzine verbruik ligt in Nederland rond de 1 op 15 (6,7 liter per 100 km). Als we dit vermenigvuldigen met een benzine literprijs van rond de € 1,75 dan kom je per kilometer uit op € 0,12 voor de benzine.
Een auto is zuinig wanneer het zo min mogelijk brandstof verbruikt per kilometer. Als u gaat kijken naar wat zuinig is om te rijden, dan is 1 liter brandstof op 20 kilometer zuinig en 1 liter brandstof op 3 kilometer onzuinig. Een gemiddelde benzineauto rijdt ongeveer 1 op 15.
Gemiddeld verbruik is 6,5 liter
In 2017 verbruikte de gemiddelde kleine benzinewagen 6,5 liter per 100 kilometer, tegenover 7,7 liter in 2010.
Overstappen naar een hogere schaal is alleen mogelijk als je promotie maakt of als je in je huidige functie groeit, van bijvoorbeeld een junior naar een senior. Binnen een schaal kun je ook groeien, omdat zo'n schaal weer uit treden bestaat. Functioneer je goed? Dan ontvang je meestal elk jaar een salarisverhoging.
Als je goed functioneert schuif je elk jaar 1 stapje omhoog tot je de laatste trede van de schaal bereikt, je salaris blijft vervolgens gelijk. Over de schaal die bij jouw functie hoort kun je vaak niet onderhandelen. Wel kun je in gesprek gaan over de trede waarin je start.
Een schaal wordt vaak aangeduid met een breuk (1/10) of een dubbele punt (1:10). Deze schaal houdt in dat het schaalmodel 10 keer verkleind is. Schaal 2:1 zou betekenen dat het schaalmodel twee maal vergroot is.
De schaal gaat altijd uit van 1 centimeter op de kaart. Je rekent nu eerst uit hoeveel 1 centimeter op de kaart in werkelijkheid is. Antwoord: Als 4 centimeter op de kaart in werkelijkheid 10 kilometer is, dan is 1 centimeter op de kaart in werkelijkheid 2,5 kilometer.
Het voorvoegsel centi van de lengte eenheid centimeter staat voor een honderdste. Het voorvoegsel is afgeleid van het latijnse centum dat staat voor honderd. Vandaar dat er 100 centimeter in een meter gaan. Met onze handige tool kan je gemakkelijk centimeters naar meters omrekenen.