50% van €80 is €40. 50/100 * 80 = 40. 1/2 * 80 = 40. 0,5 * 80 = 40 (Zo reken je het uit op je rekenmachine)
Een percentage van een getal berekenen is heel eenvoudig. Je rekent eerst 1 procent uit van het getal.Je doet dit door het getal te delen door 100.Vervolgens vermenigvuldig je de uitkomst met het percentage.
Hoe bereken je procenten? Je kunt procenten berekenen door eerst 1% uit te rekenen.Je deelt dan het getal door 100.Vervolgens vermenigvuldig je de uitkomst met het percentage dat je wilt weten.
Bijvoorbeeld: wat is 40% van 20? Dat is 40 honderdsten van 20, dus als we 20 koekjes delen in 100 gelijke stukjes (veel succes daarmee!), 40 van die delen zijn dan onze 40% van 20 koekjes. Laten we even rekenen: 40/100 * 20 = 8 .
Jouw loon kun je op je loonstrook zien. Om hier vervolgens 70% van te berekenen, moet je het bedrag delen door 100 en dan vervolgens keer 70%. (voorbeeld: laten we zeggen dat je € 2.000 bruto overhoudt per maand, dan doe je: 2.000 : 100 = 20 x 70 = 1.400).
Bijvoorbeeld, voor de verhouding tussen het getal 5 en het getal 20 (berekend als 5 gedeeld door 20) kunnen we zeggen 0,4 of 40%.
Van procent naar breuk
Als je kind een percentage moet omzetten in een breuk dan kan hij van het percentage een honderdste breuk maken. Hiervoor geldt: procenten x 1/100 = een breuk. Stel dat 1% een honderdste deel is (1/100), dan zou 30% dus 30×1/100 zijn = 30/100.
Een computerspel is 20% goedkoper geworden. De nieuwe prijs is 48 euro. Om de oude prijs te berekenen doe je het volgende: 0,8 · OUD = NIEUW, want er gaat 20% van 100% af.
Wat als we 10% krijgen? Tien procent is een tiende van 100%. Om 10% uit te rekenen, deel je door tien. Dus 10% van 20 minipizza's, is 2 minipizza's.
Van procenten naar breuk
50 % = 50 × 1/100 = 50/100 = 1/2 deel.
Het parttime percentage is dan 40/40 = 100%. Als de werknemer 20 uur per week zou werken, zou het parttime percentage 20/40 = 50% zijn geweest.
Toch zijn sommige makkelijk uit het hoofd te berekenen. Een percentage of procent (je kunt de terminologie door elkaar gebruiken) kun je steeds schrijven als een breuk. 50% kun je dus schrijven als 50/100. Dit kun je ook schrijven als een decimaal getal: 0,5.
Op een T-shirt van 3 euro geeft een winkel 30% korting. Dat percentage lijkt veel, maar de korting bedraagt in dit geval slechts 0,9 euro. Als er 30% korting is op een T-shirt van 100 euro, bespaar je echter een aanzienlijk bedrag van 30 euro.
Laten we uitgaan van de jas hierboven, met een winkelprijs van €99,-. Toevallig is de jas deze week in de aanbieding met 20% korting. Hoeveel korting krijg je dan eigenlijk op de jas? Uitgaande van de formule is de korting op de jas €19.80 (€ 99 : 100 = €0,99 x 20 = € 19,80).
10 euro is 100%, 1 euro is 10%, dus 9 euro is 90%.Breng het geheel naar 100.In de verhoudingstabel schrijf je de gegevens als volgt op: 9 van de 10 = 90 van de 100 = 90/100 = 90%.
De eindwaarde van €42,50 is dan 100% - 15% = 85% van de originele prijs. De originele prijs is dan €42,50/0,85 = €50. Het prijsverschil is dan €50 - €42,50 = €7,50. Dit kun je ook als volgt berekenen: 42,50/85 × 15 = €7,50.
Stel: Jouw favoriete nieuwe spijkerbroek kost €50. Je krijgt 20 procent korting. Hoeveel euro korting krijg je? Dit getal vermenigvuldig je met het percentage korting dat je krijgt, namelijk 20.
Dit is afhankelijk van het percentage dat je moet berekenen. In dit geval moet je berekenen wat 20% is, want je krijgt 20% korting. Dan is het handig om 10% als tussenstap te nemen. 10% = (480 : 10) = €48,-.
De basisformule voor het berekenen van percentages is: (deel / geheel) x 100 = percentage.
De Belastingdienst bepaalt het belastingtarief aan de hand van twee belastingschijven. Het tarief tot een inkomen van 68.507 euro is 37,35 procent.Voor het deel van het inkomen boven de 68.507 euro is het tarief 49,50 procent.