In dat geval kan de kostprijs ook worden berekend met de formule k = C/N + V/W. In deze formule staan de variabelen voor de volgende betekenissen: 'k' is de kostprijs; 'C' zijn de constante kosten; 'N' is de normale productie; 'V' zijn de variabele kosten en 'W' is de werkelijke productie.
Voor de kostprijs heb je de vaste kosten per product nodig. Dit bereken je door de totale vaste kosten te delen door de hoeveelheid producten.
De juiste prijs voor je product of dienst is dus de hoogst mogelijke prijs die klanten willen betalen. Vooral start-ups zondigen tegen deze regel. Omdat ze redeneren 'Alleen als we goedkoper zijn dan de concurrentie maken we een kans'.
Een psychologische prijs, ook wel bekend als psychologische prijsstelling, is een prijs die op zo'n manier is bepaald en weergegeven dat het inspeelt op de werking van de hersenen om zo overtuigend mogelijk over te komen op de klant. De hersenen zijn niet zo slim als ze soms denken dat ze zijn.
De totstandkoming van de marktprijs hangt af van het samenspel van vraag en aanbod; hoe hoger de prijs, hoe minder producten de consumenten bereid zijn te kopen. Hoe lager de prijs, hoe meer ze willen kopen. De vraagcurve heeft daarom een dalend verloop.
De prijsperceptie is niet alleen korter, maar ook goedkoper. Hoe meer tekens er staan hoe meer inspanning ons brein moet doen om de prijs te verwerken. En hoe groter de inspanning van ons brein, hoe groter ook de prijsperceptie.
Bij de kostprijsplus methode wordt de hoogte van je prijs berekend door bovenop je productiekosten een bepaalde winstmarge te rekenen. Zolang je de zelfgemaakte kosten op de juiste manier berekent en je verwachtingen van de afzet gegrond zijn, werk je bij deze methode dus altijd met winst.
De winstmarge bereken je met de volgende rekensom: trek de kosten af van de omzet. Het bedrag dat uit deze rekensom komt deel je door de omzet. Dat cijfer doe je maal 100%.
Een goede marge verschilt aanzienlijk per bedrijfstak, maar als algemene vuistregel geldt dat een nettowinstmarge van 10% als gemiddeld wordt beschouwd, een marge van 20% als hoog of goed en een marge van 5% als laag.
Winstmarge in de verkoopprijs berekenen: Winstmarge in de verkoopprijs = (verkoopprijs – inkoopprijs) / verkoopprijs.
Je maakt de calculatie door al de kosten bij elkaar op te tellen. Het eindresultaat van de calculatie is een totaalbedrag wat je vraagt aan de klant die door jou de opdracht uit wil laten voeren.
De directe kosten (werk en materiaal) verband houdend met de productie en verkoop van een product.
Toegevoegde waarde is het verschil tussen de marktwaarde van productie en de daarvoor ingekochte grondstoffen. Het is dus gelijk aan de omzet minus het aankoopbedrag (niet gelijk aan omzet minus de kosten, dit is winst).
Bij de kosten georiënteerde prijszetting wordt er gekeken vanuit het bedrijf in plaats van de consument. Hierbij wordt gekeken wat de kosten zijn om het product of de dienst te vervaardigen. Vervolgens wordt er gekeken welke prijs er gekozen moet worden om alle kosten te dekken.
Het prijzen op 99 cent zorgt volgens Gedenk en Sattler bij winkeliers voor minder onzekerheid. Wanneer zij uitgaan van een prijsdrempel die niet blijkt te bestaan, verliezen zij maar één cent op de verkoop.
Ronde prijzen zijn de laatste jaren in trek. Ze druisen echter in tegen de klassieke marketingtruc van 'Charm Pricing'. Dit is de techniek waarbij een product niet €20,00 kost maar 'slechts' €19,99.
Prijzen gaan op alle fronten omhoog: grondstoffen, verpakkingen, transport, energie en arbeid zijn duurder geworden. Dat heeft een domino-effect op de voedselprijzen." Prijsstijgingen komen onder andere doordat de kosten fors zijn gestegen. Ook boodschappenbezorger Picnic zegt dat de prijzen enorm fluctueren.
Wat bepaalt de vraag naar een product? De individuele vraag wordt ook wel de betalingsbereidheid genoemd: het geeft aan hoeveel producten een persoon bereid is te kopen bij een bepaalde prijs. Deze betalingsbereidheid hangt af van een aantal factoren: De voorkeuren van de persoon die een product wil kopen.
De prijs wordt altijd bepaalt met als uitgangspunt de inkoop- of fabricagekosten plus een percentage algemene kosten welke bestaan uit verkoopkosten, kantoorkosten e.d. daarnaast een winstopslag die gewenst is. Deze is mede afhankelijk van de prijzen van de concurrentie om jezelf niet uit de markt te prijzen.
Kostprijs = De kostprijs van een product geeft de inkoopprijs plus de vaste en variabele kosten weer.