'Sport en beweging heeft een positief effect op de fysieke en mentale gezondheid van kinderen en jongeren', zegt Roos Kooijman van het Nederlands Jeugdinstituut. 'Sport vermindert stress en vergroot het zelfvertrouwen en de veerkracht.
Spelenderwijs bewegen en sporten biedt een positief sociaal klimaat waarin kinderen sociale vaardigheden kunnen ontwikkelen. Denk aan zelfdiscipline, persoonlijke verantwoordelijkheid, communiceren en samenwerken met anderen.
Je kunt beter ontspannen en hebt minder last van stress. Bewegen helpt goed tegen klachten zoals somber of angstig zijn. Je kunt beter slapen, je bent minder moe en je komt 's ochtends makkelijker uit bed. Je krijgt sterkere spieren en botten.
Jongeren: plezier en prestatie
Voor 60% van de jongeren tussen de 16 en 20 jaar is het verbeteren van de eigen prestaties een belangrijke reden om te gaan sporten, 71% geeft aan dat ze sporten omdat ze sterker, gespierder of leniger willen worden.
Hoewel jongeren meer tijd zijn gaan besteden aan sporten voldeden zij in 2022 minder vaak aan de beweegrichtlijnen dan in 2019. Dit komt doordat ze minder fietsten in hun vrije tijd en naar school.
Persoonlijke ontwikkeling voor de meeste jongeren belangrijk of heel belangrijk. Van de jongeren vond 94 procent persoonlijke ontwikkeling, zoals het leren van nieuwe dingen, het opdoen van nieuwe ervaringen en het aangaan van uitdagingen belangrijk of heel belangrijk.
De WHO waarschuwt dat het gebrek aan beweging schadelijk is voor de lichamelijke gezondheid van de kinderen.Ook hun hersenontwikkeling en sociale vaardigheden kunnen achterblijven doordat ze te weinig actief bezig zijn. Vooral meisjes moeten meer bewegen, staat in een rapport.
Voldoende, intensief bewegen in en om school helpt kinderen en jongeren om de beweegrichtlijnen te halen en dit heeft gunstige effecten op de botkwaliteit, verbetert de insulinegevoeligheid en verkleint daarmee de kans op diabetes, vergroot de fitheid en spierkracht en heeft een positief effect op het gewicht ( ...
Doe minstens elke dag een uur aan matig intensieve inspanning, zoals fietsen, wandelen of zwemmen. Langer, vaker of intensiever bewegen is nog gezonder. Doe minstens driemaal per week spier- en botversterkende activiteiten, zoals springen, dansen of krachtoefeningen.
Bewegen kan positieve emoties opleveren, zoals 'plezier' en 'je goed voelen'. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat het ervaren van plezier de belangrijkste reden en motivatie is voor deelname aan sport, zowel bij volwassenen als kinderen [6-9].
Door te sporten word je gezonder, krijg je meer kracht, meer longcapaciteit, meer conditie en meer energie. Je staat steviger in het leven en voelt je sterk en fit. Het kan heel goed zijn dat je je alles behalve fit voelt als je net begint met sporten.
Mensen die niet aan de beweegnorm voldoen zijn inactief. Deze manier van leven verkort de levensverwachting en veroorzaakt op termijn chronische ziekten zoals hart- en vaataandoeningen en diabetes type 2. Ook overgewicht en depressie worden in verband gebracht met een inactieve levensstijl.
53% van de Nederlanders van 4 jaar en ouder doet één keer per week of vaker aan sport. Jongeren (12 t/m 17 jaar) sporten het meest (72%), gevolgd door kinderen (4 t/m 11 jaar, 58%) en daarna volwassenen (18 t/m 64 jaar, 54%). Ouderen (65 jaar en ouder) sporten het minst (39%).
Persoonlijke ontwikkeling
Er is een relatie tussen participatie in sport en de sociale ontwikkeling van het individu. Deelname aan sport of een sportieve activiteit heeft met name een positief effect op moreel redeneren, tolerantie, respect, verantwoordelijkheidsgevoel en pro-sociaal gedrag.
Volgens psychiater en hoogleraar Wiepke Cahn is lichaamsbeweging heel goed voor de psychische gezondheid. „Sporten kan net zo effectief zijn als antidepressiva.” Sporten wordt vooral gezien als een manier om het lichaam slank en fit te houden, maar het is ook van invloed op onze mentale gezondheid.
Sporten geeft je energie, maakt je fitter en gelukkiger. Bovendien heeft voldoende lichaamsbeweging een positief effect op jouw gezondheid. Zo versterkt het de spieren en botten, pak het overgewicht aan, draagt het bij aan gezonde hart- en bloedvaten, zorgt dat de hersenen optimaal functioneren en verhoogt de afweer.
Voldoende bewegen heeft invloed op het gewicht en zorgt verbetert de motoriek. Ook is het goed voor de ontwikkeling van de hersenen en de mentale gezondheid, onder andere omdat bewegen stressregulatie verbetert. Daarnaast gaat beweging chronische ziektes tegen, zoals hart- en vaatziekten, diabetes en overgewicht.
Sporten maakt gelukkig doordat de stofjes serotonine, dopamine en endorfine aangemaakt worden. Endorfine staat bekend als het snelst werkende anti-stress hormoon. Binnen 1 minuut lukt het endorfine al om een stressreactie te kalmeren. Je lichaam maakt namelijk na een workout van minimaal 10 minuten al endorfine aan.
De beweegrichtlijnen voor volwassenen
De beweegrichtlijn voor volwassenen en ouderen is als volgt: Bewegen is goed, meer bewegen is beter. Doe minstens 150 minuten per week aan matig intensieve inspanning, verspreid over diverse dagen. Langer, vaker en/ of intensiever bewegen geeft extra gezondheidsvoordeel.
Bewegen is goed voor de fysieke ontwikkeling
Door veel te springen, dansen, rennen en vallen zorg je voor sterkere botten. Bewegen draagt ook bij aan een beter evenwicht, betere coördinatie, betere motoriek en een betere conditie. Je kind wordt handiger, leniger én fitter. Het immuunsysteem krijgt een boost!
Kinderen en jongeren (van 6 t.e.m. 17 jaar) moeten 60 minuten per dag matig tot hoog intensief bewegen. Peuters en kleuters hebben gemiddeld 3 uur beweging per dag nodig. Ook baby's hebben een dagelijkse dosis beweging nodig.
Deze nieuwe richtlijn vervangt de Nederlandse Norm Gezond Bewegen, de fitnorm en de combinorm. Voor kinderen en jongeren van 4 tot en met 17 jaar adviseert de richtlijn dagelijks tenminste een uur 'matig intensieve lichamelijke activiteit' en minstens driemaal per week spier- en botversterkende activiteiten.
Zorg dat jongeren fysiek en/of sociaal betrokken zijn door bijvoorbeeld een sportactiviteit te organiseren voor (kwetsbare) mensen uit de buurt. Op deze manier ondervinden ze dat ze invloed hebben op hun sociale omgeving. Dit en het feit dat ze anderen kunnen helpen, vergroot hun zelfredzaamheid en hun zelfbeeld.