In dit boek leer je wat taal voor impact heeft op kinderen en jongeren met een Taal Ontwikkelingsstoornis (TOS). De situaties die in dit boek worden beschreven komen voort uit ervaringen vanuit de praktijk. Benieuwd hoe ik, iemand die zelf TOS heeft de wereld bekijkt?
De definitie van TOS is als volgt: 'Een TOS wordt gedefinieerd als een beperking in taalbegrip en/of taalproductie waarbij de taalproblemen niet kunnen worden verklaard door aantoonbaar hersenletsel, intelligentieproblemen, gehoorverlies, lichamelijke problemen of sociaal-emotionele problemen.
Een taalachterstand kan ontstaan als een kind zijn moedertaal weinig hoort of spreekt. Door meer taalaanbod, haalt het kind de achterstand vaak weer in. Bij een taalontwikkelingsstoornis is er meer aan de hand. Er is iets mis met het aangeboren vermogen om taal te leren.
Tips als je kind TOS heeft:
Volg je kind tijdens het spelen. Praat rustig en gebruik geen moeilijke woorden. Lees veel voor en moedig je kind aan om te reageren. Verbeter je kind niet, maar herhaal wat hij of zij heeft gezegd, maar dan op de juiste manier.
Injectie met pijnstillers of botox in een spier of verschillende spieren. Behandeling via het bloedvat vanuit de lies of arm waarbij we bijvoorbeeld dotteren of een stent plaatsen. In sommige gevallen combineren we deze behandeling met een IVUS.
TOS door de jaren heen
TOS ontstaat bij jonge kinderen, maar verdwijnt niet wanneer zij volwassen worden. Door begeleiding en behandeling leren zij nieuwe taal. Ze worden beter verstaanbaar, leren taal beter begrijpen, leren meer woorden en hun zinnen worden langer.
Een taalontwikkelingsstoornis is niet te genezen maar een goede en liefst vroege behandeling kan een kind leren om beter met taal om te gaan zodat het zich beter kan redden.
TOS is een taalstoornis die aangeboren is of is ontstaan in de eerste twee levensjaren. De stoornis wordt veroorzaakt door (nog) niet aantoonbare problemen in de hersenen. Bij TOS zijn er problemen in de taalvaardigheid en in de spraak. Dit heeft invloed op het begrijpen van taal en/of het spreken.
Als je merkt dat je kind meer hulp nodig heeft, kun je contact opnemen met een logopedist in de buurt. Zij kan je kind een periode helpen bij het ontwikkelen van de taal. Als ouder ben je vaak aanwezig bij de behandeling, zodat je thuis ook aan de slag kunt met de oefeningen van de logopedie.
Kinderen met een TOS laten bijvoorbeeld nooit repeterend of compulsief gedrag zien, terwijl dit kenmerkend is voor ASS. In haar lezing onderscheidt Ingrid Feiter sociale communicatieve taalvaardigheden van pragmatische taalvaardigheden.
Om een diagnose te kunnen stellen, worden verschillende onderzoeken gedaan door verschillende specialisten met een ander expertisegebied: een uitgebreid taalonderzoek (logopedist) een onderzoek naar de verstandelijke mogelijkheden (psycholoog of orthopedagoog) een neurologisch onderzoek (kinderneuroloog)
Kinderen die een taalontwikkelingsstoornis (TOS) hebben of slechthorend, doof of doofblind zijn, hebben recht op passend onderwijs. 'Regulier als het kan, speciaal als het moet', zegt de Wet passend onderwijs.
Kenmerken TOS
Het kind heeft moeite om op een woord te komen. Het kind is niet goed te verstaan. Het kind wordt boos als hij of zij niet begrepen wordt of anderen niet begrijpt. Het kind maakt korte zinnen of veel fouten bij het maken van zinnen.
Achtergrond. Het is bekend dat genetische factoren (DNA-veranderingen) waarschijnlijk een grote rol spelen bij het ontstaan van taalontwikkelingsstoornissen (TOS). Maar welke DNA-veranderingen het dan precies zijn is nog niet bekend.
De wijze van diagnose van een spraakstoornis hangt af van het type spraakstoornis (stotteren, dysarthrie, verbale ontwikkelingsdyspraxie, verbale apraxie, stemstoornissen ...). In de meeste gevallen zal een logopedist en/of arts betrokken zijn bij de diagnosestelling.
Het thoracic outlet syndroom (TOS), ook wel het schoudergordelsyndroom genoemd, is een verzamelnaam voor aandoeningen die veroorzaakt worden door beknelling van de vaatzenuwbundel in het schoudergebied.
Je kan de taalontwikkeling van je kind op verschillende manieren stimuleren. Een liedje zingen voor je kind, gezellig een boek lezen, een verhaal vertellen of samen spelen zijn allemaal leuke manieren om samen met je kind bezig te zijn met taal!
Ongeveer 75% van de kinderen die op 5-jarige leeftijd een diagnose TOS heeft, heeft die diagnose op 12-jarige leeftijd nog steeds. Kinderen met TOS vormen een gevarieerde groep. Dit houdt in dat de taalproblemen kunnen variëren in ernst en aard.
Ze houden moeite met lezen en schrijven en ervaren sociaal-emotionele problemen. Het dagelijks leven kost daardoor veel energie. Ondanks de beperkingen in zelfredzaamheid krijgen volwassenen met TOS weinig professionele hulp. Ze hebben wel vaak hulp nodig van een sociaal netwerk.
TOS staat voor taalontwikkelingsstoornis. TOS uit zich bij iedereen anders. Ongeveer 266.00 kinderen en jongeren hebben een TOS, In de hersenen van deze mensen wordt taal minder goed verwerkt. Mensen met een taalontwikkelingsstoornis (TOS) hebben daarom veel moeite met het leren van taal.
Bij een taalontwikkelingsstoornis verloopt het leren van taal niet vanzelf, terwijl daar geen duidelijke oorzaak voor is. Ongeveer vijf procent van de bevolking heeft een taalontwikkelingsstoornis. Je kind kan moeite hebben met praten of met het begrijpen van taal.
Er zijn 2 soorten taalstoornissen. Stoornissen die ontstaan bij het leren van taal door kinderen (taalontwikkelingsstoornissen). Deze komen het meest voor. En er zijn stoornissen die later ontstaan, bijvoorbeeld door hersenletsel.
De logopedist stelt de diagnose vermoedelijke TOS (zie ook kader 2) en legt de afspraken vast in het zorgdossier. Na tien behandelingen hebben ouders en logopedist geen vooruitgang opgemerkt. De behandelend logopedist adviseert, zoals besproken, de ouders om multidisciplinair onderzoek op een AC te laten verrichten.