Bij mensen die (ernstig) ziek zijn komt een delirium regelmatig voor. Op de Intensive Care maakt één derde van een patiënten een delirium mee. Een delirium is geen onschuldig verschijnsel van een ziekte. Het ontstaat wanneer de hersenen niet alle prikkels meer kunnen samenvoegen tot een logisch en samenhangend beeld.
Een delirium kan voor de patiënt en zijn omgeving een bijzonder nare ervaring zijn. De patiënt raakt bijvoorbeeld grip op tijd kwijt, snapt niet goed waar hij is of waarom, voelt zicht daarbij onzeker en angstig. Verder kan er motorische onrust ontstaan en hebben patiënten soms last van hallucinaties en/of wanen.
Een delier herkent u aan het volgende: Gedragsverandering binnen enkele uren tot dagen. De patiënt kan bijvoorbeeld opeens heel stil worden, terwijl u dit niet van hem/haar gewend bent. Onrust, bijvoorbeeld aan lakens plukken of steeds uit bed proberen te gaan.
Hierbij kunt u denken aan grote operaties, ziekten aan het hart of de longen, pijn, stoornissen in de stofwisseling of hormonen, en infecties. Ook kan een ongeluk (hersenschudding/ heupfractuur), sommige medicijnen zoals bv. pijnmedicatie, stress, angst of te weinig slaap bijdragen aan verwardheid.
Delirium tremens is een Belgisch bier van hoge gisting dat gebrouwen wordt door Brouwerij Huyghe in Melle. Het biermerk ontleent zijn naam aan het delier dat kan optreden bij alcoholonthouding.
Een delier krijgen tijdens een ziekenhuisopname is ook erg gevaarlijk. Dat kan grote gevolgen hebben voor het herstel, en zelfs de levensverwachting.
Het woord delirium is afgeleid van het Latijnse deliro-delirare (de-lira, uit de voor gaan) – vandaar: afwijken van een rechte lijn, gek, gestoord, buiten zinnen zijn, dwaas zijn, dol zijn op, razen (Lewis, Short en Andrews, 1879).
Mogelijke prognostische risicofactoren voor de ontwikkeling van een delier zijn: reeds bestaande verminderde cognitie, zintuiglijke beperking, hoge leeftijd, fysieke beperking, ernst van de ziekte, het hebben van een infectie en een voorgeschiedenis van alcoholgebruik.
De verwardheid neemt meestal af als de lichamelijke toestand verbetert. De periode van verwardheid verschilt van enkele uren tot weken. Niet alle patiënten herstellen volledig van het delirium. Zij houden langere tijd restverschijnselen, zoals geheugen- en concentratiestoornissen.
Specifieke interventies waarvan is aangetoond dat ze het delirium verminderen, zijn onder meer: (1) een oriëntatieprotocol om de patiënt herhaaldelijk te oriënteren op zijn omgeving en de leden van het zorgteam , (2) een slaapprotocol om ononderbroken nachtrust te garanderen, (3) een protocol voor vroege mobilisatie om dagelijkse ...
Een delier dat niet wordt herkend, kan flinke gevolgen hebben. Zo kunnen er meer complicaties ontstaan, met een langer verblijf in het ziekenhuis als resultaat. Ook is er na het doormaken van een delier een grotere kans op overlijden en op blijvend cognitief verlies en lichamelijke achteruitgang.
Zorg voor een vast dag- en nachtschema . Open overdag de gordijnen en ramen of houd de lichten aan om uw dierbare wakker en alert te houden. Dim 's nachts de lichten en zorg dat er weinig lawaai is om de slaap te bevorderen.
Iemand met een delier is soms onrustig en probeert bijvoorbeeld uit bed te stappen of infuusslangen weg te halen. Of zit veel aan het laken te plukken. Iemand kan zich ook juist stilletjes terugtrekken terwijl u anders gewend bent. Dit laatste noemen we een stil delier.
Iemand is verward, praat vaak warrig en kan de aandacht er niet bij houden. Plotseling is het gedrag van uw naaste anders dan u gewend bent: opgewonden en onrustig. Of juist stil en teruggetrokken. Delier komt vooral voor bij ouderen, vooral tijdens een ziekte of na een operatie.
We onderscheiden 3 soorten delirium: hyperactief delirium: de patiënt is onrustig en opgewonden; hypoactief delirium: de patiënt is stil en teruggetrokken; combinatie van hyperactief en hypoactief delirium. Dit wisselt zich af gedurende de dag. Iemand met een delirium is niet zo helder van geest als normaal.
Vermijd discussie, stemverheffing en het op confronterende wijze tegenspreken van de cliënt. Zorg ervoor dat de cliënt goed zicht heeft op zijn omgeving, vermijd gesprekken bij de deuropening met derden. Bij thuiswonenden ouderen met een delier hebben familieleden en/of naasten een belangrijke rol.
Als de verwardheid ernstig is, wordt het vaak delirium genoemd. Delirium is tijdelijk en verbetert meestal kort nadat de oorzaak is behandeld, maar bij sommige mensen duurt het enkele weken voordat het verdwijnt en kan het aanhouden nadat u uit het ziekenhuis bent ontslagen .
Het uit zich in gedragsveranderingen of emotionele stoornissen, zoals onrust, wantrouwen of verdriet.Ook kan een patiënt last hebben van hallucinaties. Een delier komt vaak voor in de palliatieve fase, met name in de laatste weken van het leven.
sneller boos of erg angstig zijn.de aandacht er niet kunnen bijhouden.Bij een gesprek lijkt niet alles binnen te komen.vergeetachtig zijn.
Delirium is een acute en vaak wisselende stoornis van de aandacht en het bewustzijn die extreem veel voorkomt bij ouderen die in het ziekenhuis liggen . De incidentie bedraagt 29% tot 64% op algemene medische afdelingen, 50% na risicovolle chirurgische ingrepen en tot 75% bij patiënten die beademd worden op de intensive care.
Als iemand met een delier erg in de war is krijgt die daar een medicijn voor.Meestal is dat het medicijn haloperidol. Hierdoor wordt iemand minder verward. Soms geeft de arts slaappillen (benzodiazepinen) om te zorgen dat iemand met een delier minder bang is of om rustig te worden.
Een delier leidt vaak tot een langere opname in het ziekenhuis.Het veroorzaakt een grotere kans op het ontwikkelen van dementie. Het blijkt dat mensen na een doorgemaakt delier zich thuis toch minder goed kunnen redden na hun opname. Een delier geeft een groter risico op voortijdig overlijden.
Dementie is een risicofactor voor het krijgen van een delier. Lees over de oorzaken, kenmerken en behandeling van een delier. Door een delier kan iemand met dementie snel achteruitgaan. Het kan lastig zijn om een delier te herkennen bij een persoon met dementie.
De verwarde periode kan enkele uren tot enkele dagen duren en soms zelfs enkele weken. Bij acute verwardheid is het van belang om de oorzaak zo snel mogelijk te ontdekken en te behandelen. Een delier is voor de patiënt en naasten een nare, beangstigende ervaring.