Om een tegenstelling in een zin te gebruiken kun je de volgende woorden gebruiken: maar, daarentegen, daartegenover. Bijvoorbeeld: Janneke is blij, maar Hans is verdrietig. Otje gaat naar school, Joris daarentegen is vrij.
Een tegenstelling is een stijlfiguur. Het houdt in dat twee tegengestelde termen worden gebruikt in een zin om de tekst te verlevendigen. Een voorbeeld van een tegenstelling is: 'In de stille kamer knettert zij van woede'. In deze zin zijn 'stil' en 'knettert' de woorden die de tegenstelling vormen.
Tegenstelling. Signaalwoorden: maar, echter, toch, niettemin, desondanks, daarentegen, enerzijds, hoewel, ofschoon, integendeel.
Antwoord. Een antoniem is een woord dat het tegenovergestelde is van een ander woord . Een tegenstelling kan de andere kant zijn van, het omgekeerde van, of iets dat tegengesteld is aan iets, niet alleen woorden. Hieronder staan enkele voorbeelden: 'Heet' is het antoniem/tegenovergestelde van 'koud'.
Een tegenstelling komt vaak na een signaalwoord als maar, anderzijds, daarentegen, echter, evenwel, hoewel, aan de andere kant, tegenover.
Met tekstverbanden bedoelen we de relaties tussen verschillende delen van een tekst (bv.alinea's of zinnen). Meestal hebben dit soort tekstdelen namelijk aparte functies.
De woorden waarom en waardoor lijken veel op elkaar en worden dan ook geregeld door elkaar gebruikt. Toch is er een duidelijk betekenisverschil. Waardoor geeft een oorzaak aan.Het zegt wat er aan een gebeurtenis voorafging, zodat die wel móést plaatsvinden.
Een antoniem van huilen is lachen.
Een voorbeeld is een exemplaar van een type object of een verbeelding van een concept, dat voor de verzameling objecten of het concept zelf in de plaats treedt om een abstract idee toe te lichten met een concrete voorstelling. Een tegenvoorbeeld illustreert de ontkenning van het idee.
Zo zijn bijvoorbeeld hard en zacht antoniemen, omdat ze het tegenovergestelde van elkaar betekenen. Een antoniem is het tegenovergestelde. Een antoniem vind je dus door het tegenovergestelde van een gegeven woord te noemen. Bijvoorbeeld jong en oud, dik en dun, hoog en laag, zwart en wit.
Een paradox is een schijnbare tegenstelling. Bij dit stijlfiguur lijkt een zin op het eerste gezicht niet te kloppen, maar als je er dieper over nadenkt, kun je er vaak een belangrijke boodschap uit opmaken. Ook kan een paradox grappig bedoeld zijn.
verschil (zn) : onderscheid, afwijking, tegenstelling, contrast, discrepantie, divergentie, ongelijkheid, differentie, decalage.
'Zodat' kan niet aan het begin van de zin geplaatst worden.
Dus als conclusie, als de tweede clausule van een samengestelde zin het resultaat is van de eerste clausule, gebruik dan alleen het woord "so" voorafgegaan door een komma. Maar als het tweede deel van de zin de reden is voor het eerste deel, gebruik dan de zin "so that" zonder komma.
Teneinde betekent 'met het doel, om'. Bijvoorbeeld: 'We stellen een onderzoek in teneinde meer duidelijkheid te krijgen. ' Ten einde komt voor in onder meer ten einde zijn ('afgelopen zijn') en ten einde lopen ('op zijn eind lopen').
Je moet op zoek naar signaalwoorden die dit aangeven: echter, maar, in tegenstelling tot, daarentegen, enerzijds...anderzijds, hoewel, (daar staat) tegenover, toch, (des)ondanks, ofschoon.
Een oorzaak geeft aan waaróm iets gebeurt.Een gevolg vertelt je wat er daarna gebeurt. Als je oorzaken en gevolgen in een tekst goed herkent, leg je gemakkelijker verbanden tussen de beschreven gebeurtenissen. Bepaalde signaalwoorden laten zien dat in een tekst oorzaken en gevolgen worden besproken.
Tegenstrijdigheid is wanneer de dingen die door de twee bronnen worden gezegd niet allebei waar kunnen zijn: de ene moet fout zijn . Als de ene bron zegt dat Duitsland de Eerste Wereldoorlog heeft gewonnen en de andere bron zegt dat Groot-Brittannië de Eerste Wereldoorlog heeft gewonnen, kunnen ze duidelijk niet allebei gelijk hebben. Een van de bronnen moet fout zijn. Dit is een punt van tegenstrijdigheid.
een opsomming is bijv.een komma of en.En een tegenstelling is met maar.