Houd genoeg afstand tot je voorganger, zo kan er altijd een ambulance tussen, mocht dit nodig zijn. Laat de vluchtstrook vrij. Houd je altijd aan de maximum snelheid en wijk pas uit als zich een veilige mogelijkheid voordoet.
Uitwijken bij blauwe zwaailichten
Wanneer een hulpdienst met blauwe zwaailichten en sirenes nadert, is het belangrijk om ten alle tijden kalm te blijven en goed op de weg te letten. Kijk of er rechts ruimte is en geef met je knipperlicht aan dat je naar rechts uitwijkt. De hulpdienst zal je dan links inhalen.
Wettelijk gezien zijn hulpdiensten met zwaailicht, maar zonder sirene, geen voorrangsvoertuig. Wel zet een hulpdienst het zwaailicht aan om aan te geven dat ze haast hebben en dus voorrang willen krijgen. Wees daar altijd alert op.
Voorrangsvoertuig. Een politieauto, een ambulance of een brandweerauto wordt een voorrangsvoertuig genoemd. Om voorrang te krijgen van het overige verkeer moet er wel actief een zwaailicht en een sirene gebruikt worden.
Gebruik geel zwaailicht
Hulpdiensten mogen gele zwaailichten alleen gebruiken om andere weggebruikers te wijzen op een bijzondere of een gevaarlijke situatie. Bijvoorbeeld als zij een auto met pech takelen. Hulpdiensten die gele zwaailichten voeren hebben geen speciale voorrangsrechten.
Het rijk heeft voor het rijden met voorrangsvoertuigen wettelijke regels opgesteld, die door de rechter worden gehanteerd bij eventuele ongevallen. Deze wettelijke regels geven aan dat (brandweer)voertuigen bij een "Prio 1" te allen tijden (dus ook 's nachts) met zwaailicht en sirene moeten uitrukken.
De ambulance moet naar een levensbedreigende situatie. Ze mogen rijden met zwaailicht en sirene en heeft als doel binnen 15 minuten nadat er gebeld is bij de patiënt zijn. Dit is een urgente situatie, maar niet levensbedreigend.
Ambulances mogen maximaal 40 kilometer per uur harder rijden dan het overige verkeer, zodat niemand bovenmatig in gevaar komt. Ambulances mogen straks dus maximaal 140 in plaats van 170 rijden.
1) Kijk regelmatig in de spiegels en zorg dat je oplet tijdens het rijden. 2) Blijf kalm en raak niet in paniek als je een voorrangsvoertuig waarneemt. 3) Denk na wat je gaat doen en anticipeer tijdig. 4) Wees voorspelbaar: laat merken dat je voorrangsvoertuig hebt opgemerkt en geef op tijd aan wat je gaat doen.
Als een politievoertuig zwaailichten en sirene gebruikt, is het een voorrangsvoertuig. Als weggebruiker dient u dan onder alle omstandigheden het politievoertuig vrije doorgang te verlenen. Bij het gebruik van zwaailicht en sirene is het politievoertuig over het algemeen onderweg naar een spoedgeval.
Amberkleurige, oftewel oranje zwaailampen worden gebruikt op voertuigen die moeten opvallen in het verkeer. Bijvoorbeeld om aan te geven dat ze extreem groot zijn, langzaam rijden of omdat ze werkzaamheden op/langs de weg uitvoeren.
De oude tweetonige sirenes van politie en brandweer en de drietonige sirene van ambulances hebben aan effectiviteit verloren. Dat komt doordat auto's steeds beter geïsoleerd zijn. Deze twee soorten sirenes zijn afgeschaft. De nieuwe, huidige sirene is alle hulpdiensten hetzelfde.
Sinds 2009 echter maken ze - voor de herkenbaarheid (??) allemaal hetzelfde geluid, en hoor je dus geen verschil meer tussen de een of de ander. En eigenlijk maakt dat ook niet uit ; alle sirenes betekenen uiteindelijk hetzelfde : spoed, aan de kant !
Daarbij voerden tot 2009 voertuigen van politie en brandweer veelal een tweetonige hoorn met de tonen b–e en ambulances een drietonige hoorn met de tonen g–e2–c2–e2.. Met ingang van maart 2009 zijn nieuwe regels vastgesteld, waarbij alle voorrangsvoertuigen een tweetonige hoorn voeren met frequenties 375 Hz en 500 Hz.
Instructies bij pech of een ongeval
Rij indien mogelijk de tunnel uit en parkeer uw voertuig op de vluchtstrook of vluchthaven, buiten de tunnel. Als u de tunnel niet kunt verlaten: Zet uw alarmlichten aan en parkeer zo dicht mogelijk tegen de tunnelwand. Zet uw motor uit en laat uw sleutel in het contact zitten.
Blauwe zwaailichten worden alleen gebruikt voor dringende taken die worden uitgevoerd door de politie, brandweer en diensten voor spoedeisende medische hulpverlening, zoals een ambulance. Groene zwaailichten mogen alleen worden gebruikt door het commandovoertuig dat hoort bij de politie, brandweer of ambulance.
Je mag oranje zwaailichten in de volgende situaties voeren: Bij werkzaamheden met hulpverlening op of langs de weg met daartoe ingerichte motorvoertuigen. Werkzaamheden die betrekking hebben op de weg, denk hierbij aan het letterlijke werken aan de weg maar ook het strooien in de winter.
Nóg meer blauwe zwaailichten op de weg; weten we nog wel voor wie we aan de kant gaan? De politie, brandweer, ambulance, marechaussee, het Rode Kruis, Rijkswaterstaat, ProRail en nu ook nog de veiligheidsregio. Ze rijden allemaal in voertuigen met blauwe zwaailichten en sirene.