Voorrangsregels gelden bij kruispunten alleen voor bestuurders en niet voor voetgangers. Een gelijkwaardig kruispunt heeft geen verkeersborden of tekens. Verkeer van rechts gaat voor.
De regel 'rechtdoorgaand verkeer op dezelfde weg gaat voor afslaand verkeer' geldt voor iedereen in het verkeer. Hier vallen voetgangers dus ook onder. Sla jij af? Dan moet jij iedereen –en dus ook voetgangers – voorrang verlenen.
De belangrijkste regel op een gelijkwaardige kruising gelijkwaardig kruispunt is dat alle bestuurders die van rechts komen voorrang hebben.
Voorrangsregels voor voetgangers
Bestuurders moeten voetgangers die oversteken of op het punt staan dit te gaan doen, voor laten gaan. De boete voor het niet voor laten gaan is in 2022 € 410. Wil je als voetganger rechtdoor terwijl een bestuurder afslaat, dan moet de bestuurder je voor laten gaan.
Voorrang aan voetgangers
Voetgangers zijn wel verkeer, maar geen bestuurders. Bij de regel 'rechtdoorgaand verkeer op dezelfde weg gaat voor afslaand verkeer', geldt dit ook voor voetgangers. Een auto die de hoek om gaat moet voorrang geven aan een voetganger die op diezelfde weg loopt en niet afslaat.
Een gelijkwaardig kruispunt kun je vrij makkelijk herkennen. Sta je met de auto voor een kruispunt en zie je géén enkel verkeerslicht, voorrangsbord, of andere voorrangstekens zoals bijvoorbeeld haaientanden, dan spreek je van een gelijkwaardig kruispunt.
De regel is dat men voorrang moet verlenen aan bestuurders op de voorrangsweg (zie verkeersborden B1 en B6). Onder het begrip 'bestuurder' vallen alle weggebruikers behalve voetgangers (artikel 1 Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990). Dus, voetgangers op een voorrangsweg hebben geen voorrang.
In het verkeer maken we onderscheid tussen gelijkwaardige kruispunten en ongelijkwaardige kruispunten. Als er op een kruispunt niets is geregeld op het gebied van de voorrang door borden, verkeerslichten of verkeerstekens, dan spreken we over een gelijkwaardig kruispunt.
Wanneer u een woonerf verlaat, dient u voorrang te verlenen aan al het verkeer. Een woonerf is een plek voor fietsers, voetgangers en spelende kinderen. Houd hier rekening mee.
Als er bijvoorbeeld haaientanden op jouw wegdeel staan, dan moet je altijd voorrang verlenen aan bestuurders op de kruisende weg. Voetgangers op een zebrapad hebben wel altijd voorrang. Als je op een onverharde weg rijdt, moet je ook aan alle bestuurders van een verharde weg voorrang geven.
Als je een straat over wilt steken zonder zebrapad, stop dan altijd bij de rand van de stoep. Kijk naar links, dan naar rechts en dan weer naar links. Als er geen verkeer aan komt, dan mag je oversteken. Je kunt veilig een straat oversteken bij een een voetgangerslicht.
Op de rijbaan moet de voetganger zo dicht mogelijk bij de rand stappen en links wandelen (zodat men het verkeer ziet aankomen). Oversteken doe je bij voorkeur op een zebrapad. Indien er op minder dan 20 met er een zebrapad ligt, ben je verplicht om dat te gebruiken.
Een gelijkvloerse kruising is een kruising waarbij geen kunstwerken gebruikt zijn om de kruisende vervoersstromen te scheiden. De meeste stedelijke kruisingen zijn gelijkvloers, op autosnelwegen zijn in principe alle kruisingen ongelijkvloers (afgezien van weefvakken).
Kom je aan kruispunt met één of meerdere openbare wegen en is er geen specifieke aanduiding van wie voorrang heeft, dan geldt altijd de voorrang aan rechts. Die regel is van toepassing op alle bestuurders die ten opzichte van jou van rechts komen, dus ook op fietsers en bromfietsers.
Voor de goede orde: een t-splitsing is gewoon een kruispunt. Hier gelden de regels dus ook. De zijden van de weg zijn oranje gemarkeerd. Het kruisingsvlak is rood weergegeven - dat vlak moet men vrijhouden.
Geen oversteekplaats
Een voetganger die de rijbaan wil oversteken op een plaats waar geen zebrapad is, moet zelf voorrang verlenen. Toch is de boodschap dat je altijd voorzichtig moet zijn.
Een gelijkwaardig kruispunt is een kruising zonder verkeerslichten, -borden of -tekens. Hier gelden altijd de algemene verkeersregels. Komt er een bestuurder van rechts, dan moet je die voorrang verlenen. Op een ongelijkwaardig kruispunt moet je je houden aan de verkeersborden, -tekens en -lichten.
Voorrangsregels hebben ook nog een volgorde. De regel rechts heeft voorrang gaat voor op de regel van rechtdoorgaand verkeer.
Een kruispunt is een plek waar wegen samenkomen en waar het mogelijk is voor het verkeer om van richting te veranderen. Kruispunten zijn dus altijd gelijkvloers in tegenstelling tot kruisingen. Een kruising is soms ongelijkvloers en het is op een kruising nooit mogelijk om van richting te veranderen.
De wet geeft aan: 'Als er geen trottoir of fietspad is, gebruiken voetgangers de berm of de uiterste zijde van de rijbaan'. De wet schrijft niet voor of zij links of rechts van de rijbaan moeten lopen. Ook wie voor wie aan de kant moet, is niet voorgeschreven.
Artikel 9. Als je als voetganger in een kolonne, optocht of uitvaartstoet loopt mag je de rijbaan gebruiken.
De bestuurder die van rechts komt MOET voorrang verlenen aan de voetganger die het doorlopend voetpad gebruikt. Als bestuurder moet je immers een voetpad oversteken die voorbehouden is aan voetgangers en daarbij geldt ingevolge art. 12.4 de verplichting voorrang van rechts te geven voor de voetganger niet.
Veel mensen denken dat voetgangers hier overal voorrang hebben. Dit is echter niet juist. Binnen een zone 30 gelden dezelfde verkeersregels als erbuiten, alleen is de toegelaten snelheid beperkt. Wel wordt een zone 30 ingericht zodat voetgangers er op een veilige manier gebruikmaken van de gehele publieke ruimte.
Als u afslaat, moet u aan het verkeer (bestuurders en voetgangers) dat met u op dezelfde weg is, voor laten gaan. Het verkeer dat u tegemoetkomt op achteropkomt is met u op dezelfde weg. Het fietspad en het trottoir of de stoep zijn ook onderdeel van de weg.