Voorbeelden daarvan zijn achterblijvende conceptuele vaardigheden, zoals kunnen lezen, schrijven en rekenen, achterblijvende sociale vaardigheden zoals communicatieve vaardigheden en het oplossen van sociale problemen en achterblijvende praktische vaardigheden.
90 – 110: normaal.
Zwakbegaafd en intelligentie
In een IQ-test waar een normaal begaafd persoon een gemiddelde IQ-score van 100 haalt, heeft een zwakbegaafde een IQ-score tussen de 70 en 85.
Als mensen een laag IQ hebben, noemen we dit een verstandelijke beperking. Veel mensen met een laag IQ redden zich goed zelf, we noemen dit dan een lichte verstandelijke beperking (LVB). Mensen met een lichte verstandelijke beperking vinden een aantal dingen wél vaak moeilijk. Het oplossen van problemen is moeilijk.
Je IQ ligt minder vast dan gedacht. Veranderingen in het volume van bepaalde hersengebiedjes tijdens je pubertijd kunnen je intelligentiescore flink omhoog krikken – of juist omlaag. Je intelligentie, uitgedrukt in IQ, verandert gedurende je leven nauwelijks.
Het gemiddelde IQ van een kind is 100. Een kind dat dus bij een intelligentietest een IQ scoort hoger dan 100, is intelligenter dan een 'gemiddeld' kind. Een lagere IQ score op de test betekent dan een kind minder intelligent is dan een gemiddeld kind.
Bij studenten op een universiteit is het gemiddelde IQ 115. Ook voor deze groep geldt dat er studenten zijn die lager scoren dan het gemiddelde. In de normaalverdeling is heel goed zichtbaar dat er qua IQ een grote overlap is tussen studenten op een universiteit en het middelbaar onderwijs.
Een gemiddeld intelligentieniveau ligt tussen de 90 en 110. Bij een IQ tot 120 spreekt men van een bovengemiddeld intelligentieniveau en bij een IQ tot 130, spreekt men van een begaafd intelligentieniveau. Een hoogbegaafd kind heeft een IQ dat hoger is dan 130.
Er is een achterstand in de cognitieve ontwikkeling bij een IQ tussen de 50 en 70. Maar kinderen kunnen ook achterlopen op andere vaardigheden, zoals het sociaal aanpassingsvermogen, communicatie, het oplossingsvermogen bij problemen en praktische vaardigheden.
lager dan 80 LWOO of praktijkonderwijs 80 t/m 90 vmbo bbl of vmbo bbl/kbl 90 t/m 100 vmbo kbl of vmbo kbl/tl 100 t/m 105 vmbo-tl of vmbo-tl/havo 105 t/m 110 vmbo tl/havo 110 t/m 115 havo vanaf 115 havo/vwo vanaf 130 vwo (gymnasium, TTO etc.)
Er zijn verschillende soorten speciaal (basis)onderwijs. Er zijn bijvoorbeeld scholen die speciaal onderwijs (SO) bieden aan leerlingen die zeer moeilijk leren, deze leerlingen hebben vaak een IQ onder de 70. Er zijn ook scholen die speciaal onderwijs bieden aan kinderen met een lichamelijke of meervoudige beperking.
Natuurlijk zijn daarbij uitzonderingen, maar over het algemeen heeft een kind op het VWO bijvoorbeeld een gemiddeld IQ van minimaal 116. Voor een leerling op het Havo is het gemiddeld IQ minimaal 107.
Er zijn niet niet-genetische oorzaken die kunnen leiden tot een lichtverstandelijke beperking. Dan moet je denken aan bijvoorbeeld problemen tijdens de zwangerschap zoals een infectie met bacteriën of virussen.
Je IQ of intelligentieniveau is niet aangeboren en ligt dus niet vast bij je geboorte. Overigens is het meten van IQ niet hetzelfde als het meten van intelligentie of slimheid. IQ testen meten vooral abstracte logica.
In het algemeen is IQ nog steeds de beste voorspeller voor schoolsucces. Fossen vond een vrij sterke samenhang (een correlatie van . 64) tussen IQ en schooltype in het voortgezet onderwijs in een gemengde steekproef van basisschoolleerlingen en leerlingen uit het speciaal (basis)onderwijs (Fossen, 2005).
Is een IQ-test bij kinderen betrouwbaar? Een IQ-test is nooit helemaal betrouwbaar. Daarom kan men nooit weten of het gemeten totaal-IQ ook iemands ware intelligentie weerspiegelt. Het gemeten IQ is een momentopname.
Veel mensen zien het als een manier om hun hoogbegaafdheid te kunnen bewijzen. Misschien voelt het alsof je dan pas mag vinden en zeggen dat je hoogbegaafd bent. Maar hoogbegaafdheid komt niet altijd naar voren in een IQ-test. Sommige hoogbegaafden scoren zelfs laag op een IQ-test, ook al hebben ze een hoog IQ.
Als een kind op een IQ-test tussen 121 en 129 scoort, wordt een kind begaafd of ook wel meerbegaafd genoemd. Het betreft hier ongeveer 7% van de kinderen. Kinderen die boven 130 scoren, worden zeer begaafd of hoogbegaafd genoemd.
Slimme mensen praten hardop tegen zichzelf
Uit studies blijkt dat als je tegen jezelf praat je problemen verduidelijkt en daardoor sneller met een oplossing komt. Dus mensen die maar wat lopen te brabbelen zijn wellicht minder stom dan je denkt. Ze zijn door hardop te denken bezig om problemen of ideeën vorm te geven.
In theorie is een IQ score van 1 de laagst mogelijke score, echter is dit niet meetbaar met een IQ test. Het gemiddelde IQ van de mens ligt tussen de 85 en 115.
Hoogbegaafd kind heeft veel te leren
Het gaat erom dat sommige kinderen duidelijk iets anders nodig hebben dan ze krijgen in het reguliere onderwijs. Als leerkrachten dat gaan herkennen, kunnen ze deze kinderen uitdagen op een manier die bij ze past: door ze op een snelle of meer complexe manier lesstof aan te bieden.
Je bent zwakbegaafd als je een IQ score tussen de 70 en 85 hebt. Volgens een schatting van het sociaal en cultureel planbureau heeft ongeveer 13% van de Nederlandse bevolking het niveau van een zwakbegaafd persoon of minder. Als je een IQ score van lager dan 85 hebt, betekent dit dat je een relatief laag IQ hebt.