COPD ontstaat door een erfelijke ziekte of moeilijk te behandelen astma. Maar de belangrijkste oorzaak is roken. Toch krijgt niet iedereen die rookt COPD.
Niet alle rokers krijgen COPD. Slecht 3 op 10 rokers ontwikkelen COPD op oudere leeftijd. Dit wil zeggen dat er voor elke 3 rokers, ook 7 rokers rondlopen die evenveel roken of gerookt hebben maar nooit COPD gaan krijgen. Dit heeft vooral te maken met een combinatie van genetische factoren die niet gekend zijn.
Als u lang of veel heeft gerookt, heeft u meer kans om COPD te krijgen. Van elke 10 rokers krijgen er 1 of 2 COPD. Deze dingen kunnen ook meer kans geven op COPD: Jarenlang inademen van stofdeeltjes zoals fijnstof, gassen, dampen en (hout)rook.
De meeste mensen krijgen COPD door jarenlang roken. Maar ook mensen die zelf nooit gerookt hebben kunnen COPD krijgen, bijvoorbeeld door meeroken, luchtvervuiling (waaronder fijn stof), schadelijke stoffen op het werk of een erfelijke ziekte.
Er zijn ook mensen die slachtoffer worden van deze ziekte, zonder ooit een sigaret aangeraakt te hebben. Recent onderzoek laat zien dat COPD dan ook door andere factoren veroorzaakt kan worden; door de grootte van de luchtwegen en door een erfelijk eiwittekort.
Mensen met beginnend COPD hoesten veel. Het begint vaak met een zogeheten 'rokershoestje'. Daarbij wordt nogal eens slijm opgehoest. Sommigen hebben ook last van kortademigheid of een piepende ademhaling tijdens inspanning.
De meeste mensen die COPD krijgen, zijn ouder dan 40 jaar. U kunt 1 of meer van deze klachten hebben: U moet vaak hoesten en u hoest slijm op. Bij het ademen hoort u een piepend of brommend geluid.
Een longfunctie-test is een onderzoek om te kijken of u COPD heeft. Op een longfoto is dit niet te zien. Bij dit onderzoek meet de praktijkondersteuner hoe goed uw longen werken (de longfunctie): hoeveel lucht u maximaal kunt uitademen na rustig diep inademen.
Als je COPD hebt, heb je lichamelijke klachten. Maar je kunt ook andere klachten hebben, zoals: bang zijn om te stikken. Of heel erg somber zijn over jouw ziekte en nergens meer zin in hebben.
Als je als patiënt je goed aan de beweeg- en leefregels houdt, kan COPD heel lang stabiel blijven. Belangrijk is het zoveel mogelijk voorkomen van eerder genoemde longaanvallen. Dat kan dus dankzij telemonitoring en daarbij hebben wij een longaanval-actieplan ontwikkeld.
Dertig à veertig jaar later komen de gevolgen tot uiting.” Volgens de longarts ontstaan de eerste adem- en hoestklachten geleidelijk, waardoor ze niet direct opgemerkt worden. “Roken is een sluipmoordenaar.” “Door roken ontstaat er een chronische ontsteking van de luchtwegen, waardoor er meer slijm wordt aangemaakt.
COPD voorkomen
Roken, of jarenlang meeroken, is de belangrijkste oorzaak van COPD. Om COPD te voorkomen, is het dus zaak om niet te roken en ook niet mee te roken. Als u nu niet meer (mee)rookt maar vroeger wel, heeft u nog altijd een verhoogd risico op COPD.
Je kunt niet genezen van COPD, maar je hebt wél invloed op het verloop van de ziekte. Daarom is leefstijlverbetering – bijvoorbeeld stoppen met roken – belangrijk. Met alleen medicatie blus je een brand.
Er waren zes groepen: zware rokers (15 sigaretten of meer per dag), rokers die zich matigen (die minstens 50 procent minder sigaretten per dag zijn gaan roken dan de zware rokers), lichte rokers (1 tot 14 sigaretten per dag), rokers die gedurende het onderzoek stopten, mensen die voor de start van het onderzoek al ...
De meeste kettingrokers zijn te vinden in de leeftijdscategorie van 50 tot 55 jaar. Bijna een kwart van de rokers in deze groep rookt een pakje of meer per dag. In de groep rokers onder 30 jaar doet nog geen 10 procent hen dat na.
Naar schatting haalt 23 procent van de rokers die hun hele leven zwaar roken de leeftijd van 65 jaar niet. Van de lichte rokers overlijdt 11 procent, van de niet-rokers 7 procent vóór de 65-jarige leeftijd. Van zware rokers is de levensverwachting gemiddeld 13 jaar korter dan van mensen die nooit hebben gerookt.
Voor mensen met COPD kan het BIPAP-apparaat letterlijk een verademing zijn. 'Waar de CPAP helpt met inademen, ondersteunt de BIPAP bij in- en uitademen. In ons ziekenhuis stellen we het in voor mensen met ernstig COPD om 's nachts thuis te gebruiken. Sommigen gebruiken het ook als ze tussen de middag rusten.
COPD associëren we met hoesten en kortademigheid. Maar mensen met COPD hebben ook meer pijn dan mensen zonder COPD. Pijn komt het meest voor bij matig-ernstige COPD en is gerelateerd aan comorbiditeit en voedingstoestand.
Sommige mensen met COPD hebben extra last van warm weer, of van koud en vochtig weer. Koude en vochtige lucht kan de longen prikkelen. Je kunt je daar op kleden of, in overleg met je arts, je medicijnen meer of minder gebruiken. Lees de tips bij koud weer.
COPD is een ingewikkelde aandoening. Veel mensen met COPD hebben ook andere problemen. We doen ook onderzoek naar deze problemen. Dit doen we bijvoorbeeld met bloedonderzoek, hartonderzoek of een botscan.
Aan de hand van je klachten en de resultaten van de onderzoeken kan de huisarts of de longarts de diagnose COPD stellen. Als je deze diagnose krijgt, is dat flink schrikken. Je krijgt te horen dat je een ongeneeslijke ziekte hebt.
Lange tijd hoesten is vaak de eerste klacht bij longkanker. Andere klachten die u kunt krijgen: bloed ophoesten, moe zijn, geen zin in eten en afvallen als u dat niet wilt. Longkanker komt vaak door lang en veel roken. Soms ontstaat het bij mensen die nooit gerookt hebben.
Risicogroepen: COPD komt vooral vóór boven de leeftijd van 45 jaar. Het komt vaker voor bij mensen met een lage opleiding dan bij mensen met een hoge opleiding. Dit komt grotendeels doordat lager opgeleiden meer roken dan hoger opgeleiden.
Dat ons longweefsel zich in de loop der jaren steeds minder goed herstelt, is op zich normaal. Met het ouder worden, neemt de longfunctie langzaam af. Daar merk je meestal weinig van. Reinoud Gosens: 'Maar bij mensen met COPD gaat dat proces wel twee of drie keer zo snel.
Medicijngebruik. Luchtwegverwijders en ontstekingsremmers zijn de belangrijkste medicijnen bij de behandeling van COPD. Luchtwegverwijders zorgen ervoor dat de spiertjes rondom de luchtwegen verslappen, waardoor de luchtwegen bijna direct verwijden en de kortademigheid vermindert.