De titel baron komt in Nederland en België op twee manieren voor: "op allen" en "met het recht op eerstgeboorte". In het eerste geval heeft ieder lid van de betreffende adellijke familie (dat wil zeggen iedere afstammeling, mannelijk of vrouwelijk, in mannelijke lijn) recht op de titel baron of barones.
“Reken maar op 2.000 à 3.000 euro kosten voor je eigen familiewapen” Prinses worden zoals Delphine mag je wel vergeten, maar markiezin, gravin of barones: dat heeft wel iets.
De hoogste titels zijn die van prins, hertog en markies. Die bestaan nog wel binnen de Belgische adel, maar worden eigenlijk niet meer toegekend. Een trapje lager heb je dan graaf, burggraaf en baron. Die worden in principe wel nog toegekend, maar vandaag is baron de meestvoorkomende titel.
Baron Harry en baron Gerrit van Coeverden, behoren tot de oudste adellijke familie van Nederland. Sinds 1991 voeren zij weer de titel baron. De oudste adellijke familie van Nederland woont ten oosten van de IJssel.
Volgens de basisregistratie personen wonen er nu (gegevens april 2018) 6.027 personen met een adellijke titel of predicaat in Nederland. Er zijn 1.604 baronnen en baronessen, 88 graven en gravinnen, 72 ridders en 8 prinsen en prinsessen.
Met een baron associeert men een elegante verschijning en een hoge machtspositie. Maar in veel Europese landen en adellijke families is de edelman met de titel Baron een van de laagste in rang. De vrouwelijke baron is een barones. Mettertijd veranderde de status van deze adellijke titels.
Ex-VRT-nieuwsanker Martine Tanghe en choreograaf en danser Sidi Larbi Cherkaoui zijn dit jaar bij de uitverkorenen, staat in het Staatsblad. Vijf mannen krijgen dit jaar de titel van baron, vijf vrouwen krijgen die van barones.
Om een baron of barones mondeling aan te spreken, gebruiken we meestal de gewone aanspreekvorm meneer of mevrouw. Voor non-binaire personen bestaat in het Nederlands nog geen aanspreekvorm.
"Echte" adellijke titels kun je niet vrij verwerven - je moet dan wel afstammen van een adellijke familie. U kunt dit echter niet beïnvloeden. Als elegante oplossing kiezen echter steeds meer mensen ervoor een adellijke titel te kopen om als pseudoniem te dragen.
Van lagere adel naar hogere adel zijn dit: jonkheer/jonkvrouw, ridder (geen vrouwelijk equivalent), baron/barones, burggraaf/burggravin, graaf/gravin, markies/markiezin, hertog/hertogin, prins/prinses.
Deze titels kunnen zijn, van laag naar hoog: ridder, baron, burggraaf, graaf, markies, hertog, prins. Adellijke personen zonder titel dragen het predicaat jonkheer of jonkvrouw.
Nederlandse adel na 1994
Deze wet, de Wet op de adeldom (Woa), trad op 1 augustus 1994 in werking. In de Wet op de adeldom werd de bestaande praktijk grotendeels vastgelegd. Adeldom kan nog steeds via erkenning, inlijving en verheffing verleend worden, maar de mogelijkheden daartoe zijn aanzienlijk beperkt.
De ongehuwde dochter van een (burg)graaf, baron, ridder of jonkheer werd aangesproken met freule.
Bij mogelijkheid 2 wordt de titel geërfd in Salische lijn. Dat wil zeggen dat de oudste zoon zich baron mag noemen. De rest is titelloos en is dus gewoon jonkheer of jonkvrouw.
In Nederland komen drie adellijke titels voor: graaf/gravin, baron/barones en ridder. De meeste mensen van adel in Nederland hebben echter geen titel, maar gebruiken alleen het predicaat jonkheer of jonkvrouw.
Na een studie aan de universiteit mag u de titel Bachelor of Master gebruiken. Na een hbo-opleiding kunt u ook de titel Associate Degree hebben. Als u gepromoveerd bent mag u de titel doctor voeren.
Wanneer behoor je tot de Nederlandse adel? Je bent van adel als je afstamt van een vader die van adel is en die bovendien dezelfde achternaam heeft als jij, omdat titel en predikaat met de achternaam verbonden zijn en adeldom alleen in de mannelijke lijn kan worden doorgegeven.
de Kroonorde, verleend voor artistieke, letterkundige of wetenschappelijke verdiensten, op het gebied van commerciële en industriële belangen of voor diensten aan het land; de Orde van Leopold II, verleend voor daden van verdienste jegens de Koning of het Koninklijk Huis, of als beloning voor een aantal dienstjaren.
"Om van adel te worden, zijn er drie mogelijkheden: verheffing, inlijving en erkenning," legt Scheidius. Een verheffing is het toekennen van prinsentitels. Dat wordt eigenlijk alleen nog toegepast in het koninklijk huis, zoals bij de benoeming van prinses Máxima na haar huwelijk met prins Willem-Alexander in 2002.
De oude titels markies, hertog of prins worden niet meer uitgereikt. De nieuwe edellieden zijn zorgvuldig gescreend.
Het is praktisch onmogelijk tot adel te worden verheven. Sinds 1 augustus 1994 kan verheffing alleen voor leden van het Koninklijk Huis en voor voormalig leden daarvan binnen drie maanden na het verlies van het lidmaatschap van het Koninklijk Huis. De laatste burger die tot adel is verheven, is Máxima Zorreguita.