Beide werkwoordsvormen zijn correct.
Je mag bij 'u' dus 'hebt' en 'heeft' gebruiken. Onze Taal heeft voorkeur voor 'hebt', omdat dat beter aansluit bij 'u bent': het is logischer om 'u' te behandelen als 'je' (tweede persoon enkelvoud) in plaats van 'hij' (derde persoon enkelvoud). Ook bij Beter Spellen schrijven we liever 'u hebt' (en niet 'u heeft').
Beide vormen zijn juist. U hebt klinkt iets gewoner. Het woordje u is van oorsprong een derde persoon enkelvoud: u is, u heeft, u kan, u wil, u zal. Maar tegenwoordig vat men u op als een tweede persoon enkelvoud, omdat het de beleefdheidsvorm is van jij.
Het mag allebei. Uitleg: Het persoonlijk voornaamwoord 'u' drukte oorspronkelijk een derde persoon uit: 'u heeft'. Maar tegenwoordig wordt 'u' veelal als tweede persoon enkelvoud aangevoeld (net als 'jij') en dan is het 'u hebt'.
Een voltooid deelwoord, zoals gezien, kan zowel voor als na het werkwoord hebben staan. Het is een hardnekkig misverstand dat het voltooid deelwoord alleen achteraan mag staan. Als we praten, hebben we zelfs meer de neiging om het voltooid deelwoord vooraan te zetten.
Tegenwoordig wordt u niet meer als derde persoon beschouwd maar als tweede persoon enkelvoud, net als jij/je. U wordt dan gecombineerd met de persoonsvorm van de tweede persoon: u hebt. U hebt is dus vergelijkbaar met jij hebt. Bij de keuze tussen u hebt en u heeft kunt u uw eigen voorkeur volgen.
Derde persoon enkelvoud
Bij u is de schrijfwijze van het werkwoord dus hetzelfde als bij hij of zij. Hij heeft. Zij heeft. U heeft.
In de voltooide tijd staat altijd een voltooid deelwoord: een werkwoordsvorm als gelezen of gewerkt. Doorgaans staat er ook een hulpwerkwoord bij: een vervoegde vorm van hebben of zijn. Ik heb een goed boek gelezen. Het voltooid deelwoord is hier gelezen.
Werkwoord. Hij had vroeger een brommer gehad.
Wat is de verleden tijd van hebben? De verleden tijd van hebben is 'had'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gehad'.
U kunt en u kan zijn allebei correct. In Nederland wordt u kan informeler en in geschreven taal minder verzorgd gevonden dan u kunt. In België wordt het gebruik van u kan niet als informeel beschouwd. Vergelijkbare werkwoorden zijn willen en zullen: u wilt / u wil, u zult / u zal.
Gehad wordt geregeld gebruikt in de betekenis 'gekregen', ook door standaardtaalsprekers.
Wat is juist: u hebt of u heeft? Het is allebei goed. U heeft komt iets vaker voor, maar in ons tijdschrift Onze Taal, en op deze website, gebruiken wij de vorm u hebt.
Je zult en je zal zijn allebei correct.
In Nederland wordt je zal informeler gevonden dan je zult. In België wordt het gebruik van je zal niet als informeler beschouwd.
Het woord konden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Beide mogelijkheden zijn juist. Wel is er een klein verschil in betekenis. Een aantal X kan samengaan met een werkwoord in het enkelvoud (heeft, is, enz.) of in het meervoud (hebben, zijn, enz.).
Je wilt en je wil zijn allebei correct.
In Nederland wordt je wil informeler gevonden dan je wilt. In België wordt het gebruik van je wil niet als informeler beschouwd. Vergelijkbare werkwoorden zijn kunnen en zullen: je kunt / je kan, je zult / je zal.
In het Standaardnederlands is alleen iets nodig hebben correct. Iets is dan het lijdend voorwerp bij nodig hebben: Ik heb een schroevendraaier nodig. Hij heeft hulp nodig.
Antwoord. De beide zinnen zijn correct. Als het werkwoord van de hoofdzin in de verleden tijd staat (vertelde), staat de bijzin in de indirecte rede meestal ook in de verleden tijd (had). Een tegenwoordige tijd (heeft) is echter ook mogelijk als de handeling of gebeurtenis uit de bijzin nog voortduurt in het heden.