Elke 'goede' tekst begint met een inleiding, ook wel
Iedere tekst begint met een inleiding. De inleiding introduceert het onderwerp van de tekst. En de schrijver probeert je nieuwsgierig te maken, zodat jij als lezer geprikkeld wordt en verder wil lezen.
De indeling van een tekst
De meeste teksten hebben de indeling: inleiding, kern en slot. De inleiding en het slot bestaan meestal beide uit maar één alinea. De kern bestaat daarentegen uit een aantal alinea's. In de alinea's worden alle deelonderwerpen besproken.
Inleiding
In de inleiding wordt duidelijk wat het onderwerp van de tekst is. De inleiding van de tekst is bedoeld om de aandacht van de lezer te trekken. De lezer wordt nieuwsgierig gemaakt naar de rest van de tekst.
Of het nu een brief, artikel of e-mail is, een tekst bestaat altijd uit drie onderdelen: een inleiding, een kern en een slot. Een tekst waarin je deze drie onderdelen niet snel kunt terugvinden, is meestal niet goed. De inleiding trekt de aandacht van de lezer.
Een tekst bestaat meestal uit 3 delen: een inleiding, een middenstuk en een slot. In de inleiding vind je het onderwerp van de tekst.In het middenstuk worden deelonderwerpen van het onderwerp besproken.In het slot vind je vaak de hoofdgedachte van een tekst.
Om het onderwerp te vinden lees je eerst de titel; vaak vertelt de titel grotendeels al waar de tekst over gaat. Daarna bekijk je de tussenkopjes, plaatjes en vetgedrukte stukjes in de tekst. Samen geeft dit al een globaal beeld over het onderwerp van de tekst. Daarna lees je de introductie.
Vaak is een tekst verdeeld in een inleiding, een kern (middenstuk) en een slot. Zo'n tekstindeling geeft je als lezer houvast. Bij verkennend lezen let je op de tekstindeling. Je kunt dan bijvoorbeeld vaststellen waar de kern begint of hoe de tekst aan het slot wordt afgerond.
De hoofdgedachte van een tekst is de belangrijkste gedachte die de schrijver over het onderwerp heeft. Een hoofdgedachte bestaat uit één of twee zinnen. Het kunnen vinden van de hoofdgedachte van een tekst is belangrijk bij het oefenen van begrijpend lezen.
De inleiding van een essay is meestal niet langer dan een of twee paragrafen en maakt normaliter ongeveer 10 tot 20 procent uit van je tekst.
Een tekst is, ruim gedefinieerd, een reeks talige tekens, zoals letters, symbolen of klanken, die in een communicatieve situatie als een geheel wordt ervaren. Een tekst kan dus zowel geschreven als ongeschreven zijn. Er zijn, bij de benedengrens, teksten die uit slechts één teken of klank bestaan.
Om de weeën op gang te brengen, krijg je een infuus. Je krijgt daarvoor een naaldje in een bloedvat van je hand of onderarm, daaraan zit een dun slangetje. De naald gaat er dan uit en het slangetje blijft achter. Via een infuuspomp krijg je steeds een beetje meer medicijnen (oxytocine).
In de inleiding trekt de schrijver de aandacht van de lezer en introduceert de schrijver het onderwerp, de stelling of de hoofdvraag. De inleiding kan uit meer dan één alinea bestaan. Na de inleiding komt het middenstuk. In het middenstuk werkt de schrijver het onderwerp uit.
Uw laatste verklaring moet uw alinea logisch afsluiten . Afsluitende zinnen kunnen het hoofdidee van uw alinea herhalen, een mening geven, een voorspelling doen, advies geven, etc.
De inleiding is het eerste deel van een tekst. Daarin staat kort waar de tekst over gaat.
Je plaatst de inleiding direct na de inhoudsopgave. De inleiding is bedoeld om de interesse van de lezer te wekken, en de focus, het doel, de relevantie en de richting van je scriptie te bepalen. Een goede inleiding bestaat meestal uit de volgende onderdelen: Aanleiding.
Slot / conclusie: In de laatste alinea wordt het werk afgerond, mogelijk met een conclusie of een korte opsomming van het voorgaande schrijven. Er kan hier ook een mening worden opgenomen van de auteur die in de rest van de tekst niet aanwezig is, maar dit hoeft niet.
Een tussenkop is een titel niet boven een tekst maar tussen een tekst wordt geplaatst. Hiermee kunnen subonderwerpen binnen een langere tekst worden gescheiden, het kan ook gebruikt worden om de aandacht te vestigen op een alinea.