Weggebruikers op een gelijkwaardige kruising moeten dus voorrang verlenen aan de volgauto's van een rouwstoet. Dat moet ook wanneer de rouwstoet van links komt of afslaat. Voor het eerste voertuig in de rouwstoet (doorgaans de rouwauto) gelden de normale voorrangsregels, deze mag dus niet zomaar voorrang nemen.
Alle weggebruikers moeten bestuurders van een voorrangsvoertuig voor laten gaan. Bestuurders die afslaan, moeten het verkeer voor laten gaan dat hun op dezelfde weg tegemoetkomt of dat zich op dezelfde weg naast, links of rechts dicht achter hen bevindt, voor laten gaan.
Een rouwstoet heeft in Nederland een speciaal herkenningsteken waaraan alle verkeersdeelnemers een rouwstoet kunnen herkennen. Het gaat om een zwarte vlag met witte reflecterende strepen. De vlaggen moeten aan de linker- en rechterkant van de begrafenisauto's en particuliere volgauto's bevestigd worden.
De belangrijkste regel op een gelijkwaardige kruising gelijkwaardig kruispunt is dat alle bestuurders die van rechts komen voorrang hebben.
De auto heeft aan de voorkant aan weerszijden een vlaggetje. Aan de hand van de vlaggetjes kun je te weten komen of er wel of geen overledene aan boord is. Medewerker Zorgteam Marcel Hessing maakt duidelijk waar je dat aan kunt zien.
Weggebruikers op een gelijkwaardige kruising moeten dus voorrang verlenen aan de volgauto's van een rouwstoet. Dat moet ook wanneer de rouwstoet van links komt of afslaat. Voor het eerste voertuig in de rouwstoet (doorgaans de rouwauto) gelden de normale voorrangsregels, deze mag dus niet zomaar voorrang nemen.
De rouwauto herken je aan de rouwvlaggen. Deze rouwvlaggen hebben een zwarte kleur en zijn voorzien van witte reflecterende strepen. De rouwvlaggen zijn zichtbaar op het moment dat de overledene vervoerd wordt.
Op kruispunten verlenen bestuurders voorrang aan voor hen van rechts komende bestuurders. Uitzondering: bestuurders op een onverharde weg verlenen voorrang aan bestuurders op een verharde weg. Uitzondering: bestuurders verlenen voorrang aan bestuurders van een tram.
Bestuurders moeten voetgangers op of voor een zebrapad die op punt staan over te steken, voor laten gaan. Is er geen oversteekplaats, dan zijn bestuurders niet verplicht je voor te laten gaan. Uitzondering hierop zijn blinden en slechtzienden met een blindengeleidestok en personen die zich moeilijk voortbewegen.
Als je haaientanden verkeer ziet betekent het dat je voorrang moet verlenen aan het verkeer op de kruisende weg. En dit geldt alleen voor bestuurders. voetgangers voorrang regels zijn anders, zij behoren niet tot bestuurders. Je ziet vaak genoeg ook een verkeersbord voor de haaientanden.
Het is een ceremonieel gebruik en moet worden gezien als een eerbetoon aan de overledene. Het voorlopen symboliseert de overgang van stilte naar beweging. Meestal loopt de uitvaartverzorger een meter of vijftig om dan vervolgens aan de kant de rouwauto te laten passeren.
Een rouwstoet heeft in Nederland een speciaal herkenningsteken waaraan alle verkeersdeelnemers een rouwstoet kunnen herkennen. Het gaat om een zwarte vlag met witte reflecterende strepen. De vlaggen moeten aan de linker- en rechterkant van de begrafenisauto's en particuliere volgauto's bevestigd worden.
In het Reglement verkeersregels en verkeerstekens is geregeld dat o.a. een uitvaartstoet niet doorsneden mag worden door overige weggebruikers. Door de regeling moeten weggebruikers op een gelijkwaardige kruising voorrang verlenen aan de volgauto's van een rouwstoet, ook als de rouwstoet van links komt of afslaat.
Voetgangers voorrang verlenen is niet moeilijk, maar toch doen sommigen het niet. Je mag uit je zelf voetgangers altijd voorrang geven, al staat er een verkeersborden voorrang voor jou als bestuurder. Je mag het voor dat moment negeren. Vooral kinderen of ouderen kunnen liever voorrang krijgen.
Kom je aan kruispunt met één of meerdere openbare wegen en is er geen specifieke aanduiding van wie voorrang heeft, dan geldt altijd de voorrang aan rechts. Die regel is van toepassing op alle bestuurders die ten opzichte van jou van rechts komen, dus ook op fietsers en bromfietsers.
Voorrangsregels hebben ook nog een volgorde. De regel rechts heeft voorrang gaat voor op de regel van rechtdoorgaand verkeer.
Als je een bijzondere manoeuvre uitvoert, een uitrit verlaat of een inrit inrijdt, moet je voetgangers voor laten gaan. Voetgangers op een zebrapad moet je voor laten gaan als ze oversteken of op het punt staan om over te steken. Wie een zebrapad gebruikt of aanstalten maakt om het te gebruiken heeft altijd voorrang.
De regel 'rechtdoorgaand verkeer op dezelfde weg gaat voor afslaand verkeer' geldt voor iedereen in het verkeer. Hier vallen voetgangers dus ook onder. Sla jij af? Dan moet jij iedereen –en dus ook voetgangers – voorrang verlenen.
Samengevat: Komt u via een 'normale doorgaande weg' aanrijden op een kruising dan heeft verkeer van rechts voorrang. Komt u uit een parkeergarage, vanaf een parkeerterrein, uit een uitrit van een woning oid, de kruising oprijden, dan zult u alle verkeer voor moeten laten gaan, zelfs voetgangers.
De hoofdregel is: bestuurders van rechts hebben voorrang. Fietsers hebben ook voorrang van rechts, voor voetgangers geldt dit niet, omdat zij geen bestuurders zijn. Ga je uit een uitrit? Dan moet je al het ander verkeer voor laten gaan, ook voetgangers.
Een uitritconstructie heeft: Een verhoogd, doorlopend trottoir langs de doorgaande weg, eventueel ook een doorlopend fietspad. Schuine inritblokken aan beide zijden van de uitrit. Geen bochtbanden.
Het verkeer kent gelijkwaardige en ongelijkwaardige kruispunten. Het verschil tussen deze twee kun je normaal gesproken vrij eenvoudig herkennen. Een ongelijkwaardig kruispunt is namelijk een kruispunt waarbij de voorrang is geregeld door verkeersborden, verkeerstekens, wegmarkeringen en/of stoplichten.
De officiële rouwstoetvlaggen moeten bevestigd worden aan de linkerzijde en rechterzijde van de voertuigen. De vlaggen zijn alleen toegestaan om de overledene naar zijn laatste rustplaats (begraafplaats of crematorium) te begeleiden.
Het vervoer op de dag van de uitvaart wordt ook wel staatsievervoer genoemd. Op de dag van de uitvaart wordt de overledene vervoerd van het rouwcentrum, het woonhuis of verpleeghuis naar de kerk, begraafplaats, uitvaartcentrum of het crematorium. Voor het rouwvervoer zijn diverse mogelijkheden waaruit men kan kiezen.
De overledene wordt vervoerd door de uitvaartondernemer met een lijkwagen (rouwauto). Voordat u een auto gebruikt als rouwauto, moet u de auto eerst laten keuren door de RDW . De rouwauto moet onder meer een speciale uitrusting hebben.