De mol heeft in het totaal 44 tanden, 22 in de onderkaak en 22 in de bovenkaak. In de boven- en onderkaak hebben ze 12 snijtanden, 4 hoektanden, 16 voorkiezen en 12 kiezen.
Mollen hebben een uiterst sterk gehoor om hun prooien te kunnen vangen (zelfs de trillingen van regenwormen kunnen ze waarnemen!), bijgevolg hebben ze een hekel aan overvloedige trillingen en veel lawaai. Er zijn apparaten verkrijgbaar die op een batterij of op een zonnepaneeltje werken en trillingen produceren.
Hoe ziet een mol er precies uit? Een mol wordt meestal tussen de 11 en 16 centimeter groot en is goed te herkennen aan zijn zwarte fluwelen vacht. De mol graaft gangen door middel van zijn kleine graafhandjes, met aan elke hand 5 vingers met puntige nageltjes en een klein duimpje.
Zintuigen. Mollen zijn niet blind, maar zien zeer slecht. De ogen zijn zo klein als speldenknopjes en de vachtharen voor de ogen belemmeren bovendien een goed zicht. In dezelfde vacht zitten ook zijn oren, die uitstekend ontwikkeld zijn.
Ze zijn steeds afwisselend 3 à 4 uur wakker en gaan dan een paar uur rusten. Ook als ze wakker zijn, blijven ze bij voorkeur onder de grond. Daar graven ze hun tunnels en zoeken hun voedsel. Mollen eten per dag zo'n 50 gram voedsel.
Mollen komen slechts zelden boven de grond, dus de kans dat u er een te zien zult krijgen is klein. Maar wees voorzichtig als u een levende mol vangt, want ze hebben heel scherpe tanden en zullen zeker proberen te bijten.
Dieper graven van nieuwe gangen levert grond op die ze kwijt moeten. Wanneer het weer warmer wordt, kruipen de regenwormen weer richting aardoppervlak. De mol gaat er ook dan weer achteraan, graaft nieuwe gangen en werpt dus extra hopen op.
Natuurlijke middelen om mollen te verjagen
Er zijn planten die mollen om die reden niet fijn vinden: keizerskroon (Fritillaria imperialis), nieskruid of kerstroos (Helleborus), tuingloxinia (Incarvillea) en kruisbladwolfsmelk (Euphorbia lathyris). Ook kun je knoflookteentjes in de molsgang leggen om ze te verjagen.
De molshoop spoelen met een tuinslang
Druk je tuinslang middenin de molshoop en vind met waterkracht de opening van de hoop. Vaak zit die in het centrum van de molshoop. Spoel net zo lang tot het water gemakkelijk in de grond wegzakt, dan heb je de opening gevonden.
Deze harde werkers graven zo'n twaalf meter per uur en verzetten daarbij tot vijftien kilo aarde.
Het plan: je maakt reepjes van oude stof, bijvoorbeeld katoen. Week de reepjes in azijn en leg ze dan in een mollengang. De mol zit niet te wachten op sterke geuren. Als deze theorie klopt, dan kom je dankzij de azijn wel van het beestje of de beestjes af.
Stilzitten is er niet bij; een mol graaft zo'n 4 meter tunnel per uur. Ze eten wormen, emelten, engerlingen en andere insecten die in de bodem leven. Mollen zijn solistische dieren en behalve in het paarseizoen (van februari tot april) leven ze alleen.
Een mol leeft van de insectenlarven en wormen die hij tijdens het graven tegenkomt. Jonge mollen verplaatsen zich bovengronds en pikken daar hun graantje mee.
Mollen houden niet van water, dus het zou logisch zijn om te denken dat je ze kunt verjagen door water in de mollengangen te spuiten. Het probleem is echter dat mollengangen ellenlang kunnen zijn. Voor je het weet, ben je honderden liters kwijt en heeft de mol zich slechts verplaatst.
Mollen hebben geven de voorkeur aan wat lossere, humeuze grond, die rijk is aan wormen en ander bodemleven. Hoe minder obstakels (boomwortels etc.) zich daarin bevinden, hoe beter. Kortom, de voorkeur gaat dus onmiskenbaar uit naar uw grasveld.
Terwijl ze onder je voeten zwemmen, verluchten ze de grond en zorgen ze voor een betere drainage. Bovendien eten ze allerlei insecten die de wortels van je sierplanten aanvreten. Bij het zien van meerdere molshopen wordt al vaak gesproken over een mollenplaag.
De leefruimte (burcht) ligt meestal onder de grootste molshoop. Graaf de molshoop voorzichtig een beetje open om te kunnn voelen welke kant de gang precies op loopt. De hoofdgang is niet alleen belangrijk om te weten bij het mollen vangen met een mollenklem. Ook de mollenval moet in een hoofdgang geplaats worden.
Als er teveel grond achter hem ligt draait hij zich om en duwt die met zijn kop verder naar achteren De voorpootjes zijn korte, stevige schepjes. Deze animatie laat zien, hoe een mol zijn gangen graaft. Hier komt een gang. De uitgegraven grond moet naar boven.
Een niet al te diepe gang graaft de mol met een snelheid van tussen de 12 en 15 meter per uur. Gemiddeld weegt een molshoop één tot twee kilo, met uitschieters naar acht kilo (80x zijn eigen lichaamsgewicht).
Door hun groot territorium tijdens de paartijd (maart - april), paren mannetjes vermoedelijk met meerdere vrouwtjes. Ongeveer vier weken na de paring en een week na de bouw van het nest worden (in april of mei) gemiddeld vier jongen geboren.
Mollen zijn in principe niet gevaarlijk, maar kunnen door hun graafgedrag wel behoorlijke schade aanrichten aan uw gazon, terras of stoep. Dit maakt dan ook hun bestrijding soms noodzakelijk.
Mollen kunnen overigens prima zwemmen, maar ademen onder water is ook voor dit zoogdier een brug te ver. Om af te sluiten nog een goed woordje over de mol: niet alleen zorgt hij voor een goede drainage van je tuin, hij eet ook schadelijke insectenlarven op en produceert duurzame potgrond.
Deze kunnen bestaan uit honderden of duizenden regenwormen. Eén mol eet gemiddeld 18-36 kilo voedsel per jaar. Dit vangt hij allemaal in een cirkel van zo'n 500 meter rondom het nest. Drinken doen mollen niet.
Mollen kunnen goed zwemmen en klimmen. De mol graaft diepe en ondiepe gangen tot 1 meter diep, waarvan de totale lengte 60 meter kan bedragen. De gangen worden ook wel tunnels genoemd. Bij het graven ontstaan de bekende molshopen; hopen zand.