Bij gelijkwaardige kruispunten geldt, als u van rechts komt, voorrang op de colonne zolang het voorste voertuig nog niet is gepasseerd. Wanneer het voorste voertuig wel al is gepasseerd, heeft u geen voorrang en mag de colonne dus niet doorkruist worden.
Voorrangsregels uitgelegd
Zo mag je als automobilist een militaire colonne niet doorkruisen. Ook als je bijvoorbeeld groen licht hebt, dan moet je de colonne legervoertuigen voor laten gaan. Daarbij mag je pas doorrijden op het moment dat het laatste voertuig gepasseerd is.
Een militaire colonne moet als zodanig herkenbaar zijn op de openbare weg, vandaar dat de volgende herkenningstekens aanwezig moeten zijn: Het eerste voertuig heeft zowel links als rechts een blauwe vlag op het voertuig en tevens aan de rechterzijde een blauwe kap voor de koplamp.
De voorste auto van een militaire colonne moet zich gewoon aan de regels houden. Een weggebruiker mag een militaire colonne alleen niet doorsnijden. Dit geldt niet alleen bij kruispunten maar overal op de weg, ook bij bijvoorbeeld een in- of uitrit.
Een militaire colonne heeft geen bijzondere voorrangsrechten. Wel is het zo dat weggebruikers een militaire kolonie niet mogen doorsnijden, dit geldt alleen op gelijkwaardige kruispunten.
Wanneer er geen sprake is van een gelijkwaardig kruispunt en u rijdt op een (met verkeerstekens aangegeven) voorrangsweg, dan heeft u voorrang op de colonne en mag u de colonne wel doorkruisen.
Voorrangsregels bij militaire colonne
Doorkruisen van een militaire colonne mag nooit, ook niet als je de militaire colonne op een voorrangsweg tegenkomt. Als deze de voorrangsweg aan het oversteken is, moet jij wachten, ondanks dat je volgens de normale verkeersregels voorrang hebt.
De belangrijkste regel op een gelijkwaardige kruising gelijkwaardig kruispunt is dat alle bestuurders die van rechts komen voorrang hebben.
Weggebruikers op een gelijkwaardige kruising moeten dus voorrang verlenen aan de volgauto's van een rouwstoet. Dat moet ook wanneer de rouwstoet van links komt of afslaat. Voor het eerste voertuig in de rouwstoet (doorgaans de rouwauto) gelden de normale voorrangsregels, deze mag dus niet zomaar voorrang nemen.
Bus en tram
Afspraken: Als de ambulance, de brandweer en de politie hun sirene en het blauwe zwaailicht aan hebben, moet je stoppen. Als een bus binnen de bebouwde kom weg wil rijden, heeft hij voorrang. De tram heeft altijd voorrang.
Een militaire colonne kun je herkennen aan de voertuigen die achter elkaar rijden. Het zijn namelijk oude leger of militaire voertuigen. Deze voertuigen hebben ook herkenningspunten. Het eerste voertuig heeft twee blauwe vlaggen links en rechts voorop.
Een dierenambulance is geen voorrangsvoertuig, zoals ambulances van hulpverleningsdiensten.
aan de kop van de colonne, aan de linker voorzijde een naar alle zijden, wit of geel licht uitstralende lantaarn; aan de staart van de colonne, aan de linkerzijde een naar alle zijden rood licht uitstralende lantaarn. De personen die deze lantaarns voeren, maken deel uit van de colonne.
Een politieauto, een ambulance of een brandweerauto wordt een voorrangsvoertuig genoemd. Om voorrang te krijgen van het overige verkeer moet er wel actief een zwaailicht en een sirene gebruikt worden.
Het erf is een plek voor kinderen, voetgangers en fietsers. Zij mogen het erf over de volle breedte gebruiken. Wanneer je het erf verlaat moet je voorrang verlenen aan alle andere verkeersdeelnemers.
Bestuurders op de onverharde weg verlenen voorrang aan bestuurders op de verharde weg, ook als die bestuurders van links komen. Op een gelijkwaardig kruispunt staat niets aangegeven. Hier gelden de gewone verkeersregels: Bestuurders moeten voorrang verlenen aan bestuurders van rechts.
Het is een ceremonieel gebruik en moet worden gezien als een eerbetoon aan de overledene. Het voorlopen symboliseert de overgang van stilte naar beweging. Meestal loopt de uitvaartverzorger een meter of vijftig om dan vervolgens aan de kant de rouwauto te laten passeren.
Het is te merken aan militaire colonne vlaggen . Maar de stoet is pas compleet als de voertuigen vlaggen dragen. Er is altijd een begeleider aanwezig waarbij de eerste voertuig links en rechts een blauwe vlag hebben met aan de rechterkoplamp een blauwe kap.
Als de uitvaartstoet het kruispunt nadert hebben de bestuurders van rechts voorrang, net als normaal. Bij zebrapaden heeft de rouwstoet tevens voorrang voor alle voetgangers. Bij bussen die vertrekken vanuit de bushalte heeft de rouwstoet altijd voorrang.
Voorrangsregels gelden bij kruispunten alleen voor bestuurders en niet voor voetgangers. Een gelijkwaardig kruispunt heeft geen verkeersborden of tekens. Verkeer van rechts gaat voor. Verkeer van links moet stoppen.
In het verkeer maken we onderscheid tussen gelijkwaardige kruispunten en ongelijkwaardige kruispunten. Als er op een kruispunt niets is geregeld op het gebied van de voorrang door borden, verkeerslichten of verkeerstekens, dan spreken we over een gelijkwaardig kruispunt.
Voorrangsvoertuigen (blauw zwaailicht, sirene) hebben altijd voorrang. Bestuurders van rechts moet je voorrang verlenen, tenzij dit door voorrangsborden anders is geregeld. Rechtdoor op dezelfde weg gaat voor t.o.v. afslaand verkeer. Bij 'bijzondere manoeuvres' gaat al het andere verkeer voor, dus ook voetgangers.
De hoofdregel, rechts heeft voorrang
Zo gaan verkeerstekens zoals haaientanden boven verkeersregels en gaan verkeerslichten weer boven verkeerstekens. Verder worden voetgangers niet als bestuurders gezien.
Als een politievoertuig zwaailichten en sirene gebruikt, is het een voorrangsvoertuig. Als weggebruiker dient u dan onder alle omstandigheden het politievoertuig vrije doorgang te verlenen. Bij het gebruik van zwaailicht en sirene is het politievoertuig over het algemeen onderweg naar een spoedgeval.
Tram in aantocht? Let dan goed op want trams hebben altijd voorrang op alle weggebruikers, tenzij het verkeer geregeld wordt door een bevoegd persoon. Zelfs wanneer je op een voorrangsweg rijdt, fietst of wandelt, moet je de tram voorrang verlenen.