Bij veel auto's gaat de handrem automatisch los als je probeert weg te rijden. En vaak activeert de parkeerrem zichzelf ook automatisch als je de auto uitzet, in ieder geval bij een automaat.
Om te vertrekken met een automaat, hou je je voet eerst stevig ingedrukt op het rempedaal en zet je de pook in de D-stand. Start de motor en laat het rempedaal langzaam los (vergeet de handrem niet!). De auto begint nu te rijden.
Met een automaat heeft u geen last meer van de hellingproef. Als je de rem loslaat begint de auto namelijk vanzelf te rijden. Geen gedoe meer met achteruit rollen, snel schakelen en gas geven dus.
''Gebruik altijd de parkeerrem bij parkeren op een hellende ondergrond - de P-stand van de automatische versnellingsbak is niet voldoende om de auto in alle situaties vast te houden''. U zou dus kunnen kiezen voor P en de handrem. Wielblokken lijkt me dan overbodig. Met de neus omhoog of omlaag maakt niet uit.
Bij automaat rijden wordt de versnellingsbak automatisch bedient. Bij het rijden in een automaat schakelt de auto automatisch door naar een volgende versnelling zodra jij het tempo verhoogt. Iets wat je normaliter handmatig zou doen.
Ben je van plan om in een automaat te gaan rijden, let dan op de volgende tips: Houdt het rempedaal altijd ingedrukt als de auto stil moet blijven staan. Als je de gewenste snelheid hebt bereikt, laat het gaspedaal dan een klein stukje opkomen, de auto zal dan automatisch naar een hogere versnelling opschakelen.
Standen automaat
Zet je de auto in de P-stand, dan blokkeert je versnellingsbak. Deze stand heeft dus als het ware hetzelfde effect als je handrem. Het zorgt ervoor dat je auto niet gaat rollen na het parkeren.
Als je met een automaat voor een stoplicht staat moet je hem gewoon in D laten staan. Enkel als je langer stilstaat zoals bijvoorbeeld voor een overweg of brug moet je hem in D of N zetten. De automaat is gewoon gemaakt om enige tijd in D te staan met uw voet op de rem.
Je bent met een automaat zonder schokken, gekraak of stilvallen sneller vertrokken aan de lichten. Ook op een hellende baan ben je gemakkelijker weg. Kortom, met een automaat schakelt je relaxniveau een versnelling hoger en je stressniveau een versnelling lager.
De letter S staat voor sport: dit houdt in dat de auto minder ver zal opschakelen, zodat er meer acceleratie (versnelling) plaats vindt wanneer je gas geeft. De letter M staat voor manual: hier geef je zelf wanneer de auto op moet schakelen of juist terug moet schakelen.
Parkeerstand – P
In stand P is de versnellingsbak mechanisch geblokkeerd. Kies stand P wanneer de auto geparkeerd staat of als de motor moet worden gestart. De auto moet stilstaan, wanneer u de parkeerstand kiest.
P = 'park' (parkeren) R = 'reverse' (achteruitrijden)
Bij het binnenrijden van een kettingwasstraat staat er meestal de volgende aanwijzing voor voertuigen met automatische transmissie: „Uit de versnelling, versnellingspook op “N”, motor uitzetten, niet sturen, niet remmen. “
De ZF-automaat is betrouwbaar, van hoge kwaliteit en doet het onder meer goed in sportwagens. De ZF-automaat kan prima omgaan met veel trekkracht en is dankzij de koppelomvormer prettig bij het rijden met een caravan. De DSG-automaat is een automaat met dubbele koppeling. Het zijn goed beschouwd twee automaten in één.
Velen vinden het rijden in een automaat makkelijk, wat ook wel zo is. Toch is het wennen als je voor het eerst in een automaat rijdt omdat een aantal dingen anders werkt. Zo heb je regelmatig mensen die in een automaat helemaal niet wegkomen omdat ze niet weten dat je de rem moet indrukken om de auto te starten.
Normaal gesproken kan een automaatbak net zo lang mee als een handbak. Ze hebben weinig onderhoud nodig, alleen is het oliepeil belangrijk. De meeste automaten hebben dan ook een oliepeilstok net als de motor.
Ook verslijten de remmen sneller, omdat er moeilijker op de motor wordt afgeremd in een automaat. Dit betekent dat een automaat iets duurder in onderhoud kan zijn dan een auto met een handmatig systeem.
Veel mensen vragen zich af of automatisch of handgeschakeld rijden sneller is. Vroeger was een automaat namelijk suf en trok hij sloom op. Dat is verleden tijd. Tegenwoordig zijn automaten zelfs sneller dan handgeschakelde auto's, mits je weet hoe je het voertuig bestuurt.
Als je een automaat start, zet je de keuzehendel in "P" of in "N". "Automaat" verwijst naar de versnellingsbak van de auto. Het betekent dat je niet zelf hoeft te schakelen, dat doet de auto automatisch. Als de auto een automaat is, zijn er maar twee pedalen.
Tips voor automaten
Rij altijd in de eco-, winter- of de normaalstand, dat zorgt voor een zo vroeg mogelijk opschakelen naar hogere versnellingen. Gebruik de sportstand zo weinig mogelijk. Laat het gaspedaal even iets 'opkomen' als je op snelheid bent. De automaat schakelt dan direct naar een hogere versnelling.
Bovendien is een automaat over het algemeen veel zuiniger dan een handgeschakelde auto. Een automaat schakelt namelijk op het juiste moment en rijdt daarom altijd op het optimale toerental.
Met een automaat in de bergen rijden
Heb je een automaat, dan is het verstandig om deze in de handmatige stand te zetten. Hierdoor kun je zelf de gewenste versnelling kiezen en zo veel mogelijk op de motor afremmen bij een afdaling. Ook voorkom je dat de auto bergop te snel doorschakelt naar een nieuwe versnelling.
Verder is het wel handig om redelijk wat vermogen te hebben in je auto. En hij moet handgeschakeld zijn. Een automaat werkt alleen als je ervoor kunt zorgen dat 'ie niet schakelt (vaak gaan automaten, ook al zet je ze in een specifieke versnelling, toch opschakelen zodra het toerental te hoog wordt en dat wil je niet).
Wat betekent de B-stand? Bij de knop van de automaat vind je de B-stand. Die staat voor Brake of Bremse (Engels respectievelijk Duits). Schakel je die in, dan remt de auto bij het loslaten van het gaspedaal (hoe vreemd dit ook klinkt voor een elektrische auto) meer op de motor af.