Zoals gezegd heeft de druif om de vruchten te laten rijpen veel zon nodig. Een plek pal op het zuiden tegen een muur, schutting, pergola of op een balkon is ideaal.
Vermijd moerasgrond en schaduw
Een druif in de grond planten kan bijna overal. Enkel een overmaat aan schaduw en een te natte standplaats zijn te mijden. Druivelaars staan helemaal niet graag met hun voeten in het water.
Plant de druiven op een plek in de volle zon, bijvoorbeeld bij een schutting op het zuiden of een pergola. Zorg voor een plek met goed gedraineerde grond, want een druivenstok kan er niet goed tegen als de wortels in het water staan. Het beste resultaat bereik je op kalkrijke, kleiachtige grond of humusrijke zandgrond.
Een druivenplant heeft simpelweg veel zon nodig. 4 uur zon per dag heeft hij zeker nodig, aangezien de druiven anders niet goed rijp worden.
Water geven
Geef de druif één keer per week water. Als je een druif gaat planten moet je de grond ook heel vochtig maken. Bij warme dagen kun je het beste twee keer per week water geven. Ook in de winter moet de grond vochtig blijven.
Door druiven te snoeien en krenten krijgt deze mooie grote trossen. Snoeit en krent u niet, dan is de kans groot dat de vruchten klein blijven. Als u een druif in de tuin hebt, zullen de trosjes in juni al goed te zien zijn en zullen de druiven snel opzwellen.
Doet je druif het niet zo goed? Geef je druif een extra groei boost. In mei kan je de druif extra water geven en hem daarmee flink laten groeien. Iedere dag een emmer.
- Te natte en/of te koude grond in het voorjaar. - Verzwakte plant door onvoldoende voedingsstoffen of door een aantasting van de pokkenmijt. - Slechte standplaats. Een noorden en westenmuur zijn voor de meeste druivenrassen niet bruikbaar.
Op de Etna op Sicilië staan planten van meer dan 200 jaar oud. Lang had een druif in Alto Adige het record in handen. In kasteel Katzenzungen bij het plaatsje Prissiano staat een struik van meer dan 350 jaar oud. Nu is er naar alle waarschijnlijk een nog oudere gevonden in Slovenië.
Vermoedelijk is het aantal trossen voor de jonge planten nog iets te veel. Een te droge grond of grond die teveel meststoffen (o.a. patentkali) bevat kan dat ook veroorzaken.
De druif houdt van de zon en van niet teveel wind. Tegen een muur of schutting op het zuiden is daarom een prima plek. Druiven houden van kalkrijke, humusrijke en kleiachtige grond en niet van natte voeten. Geef de druif ook voldoende ruimte, want hij kan flink groeien!
Een druif kun je twee keer per jaar snoeien. In de zomer vormt de plant lange scheuten. In de winter, als het blad van de twijgen is gevallen, is de structuur van de struik goed zichtbaar. Een druif kun je het beste twee keer per jaar snoeien: in de zomer (inkorten van de lange scheuten) en in de winter.
Druiven houden van een kalkrijke grond. Deze voeding is uniek doordat er kalk in de korrels is verwerkt. Daarnaast hebben druiven behoefte aan veel kali. Kali zorgt voor stevige planten en een goede weerstand tegen ziektes, schimmels en vorst, ook dit is aan deze meststof toegevoegd.
Een druivenplant heeft simpelweg veel zon nodig. 4 uur zon per dag heeft hij zeker nodig, aangezien de druiven anders niet goed rijp worden.
Het leiden van de druif zal moeten gebeuren met touw. Je kunt in de bouwmarkt touw kopen wat UV- en waterbestendig is. Dit is wit, dun touw, maar sterk genoeg. Hiermee richt je geen schade aan.
Plant de druif schuin in de grond zodat de ent 10 cm vanaf de muur staat en de wortels 30 cm. De ent moet net boven de grond uitkomen, zorg voor een ruim plantgat zodat de wortels gelijkmatig kunnen worden uitgespreid. Bij pergola's of andere ornamenten kunt u de druivenplant 10 cm van de paal plaatsen.
Wat gebeurt er wanneer je in de lente zou snoeien? De reden dat je een druivenplant niet snoeit in de lente, is omdat het houtgewas dan zou gaan bloeden. Met het bloeden van planten bedoelen we groot vochtverlies uit de snoeiwonden. Dit bloeden kan zo sterk zijn dat de plant sterk verzwakt of zelfs doodbloedt.
De takken die je niet vastzet, snoei je weg. Knip daarna de zijtakjes op de hoofdranken tot 10 cm weg. De jaren daarna knip je alle uitlopers die druiven hebben gedragen tot op 3 cm terug. Deze teruggeknipte takjes lopen in het voorjaar weer uit en vormen nieuwe scheuten die vrucht zullen dragen.
De druif houdt van de zon en van niet teveel wind. Tegen een muur of schutting op het zuiden is daarom een prima plek. Druiven houden van kalkrijke, humusrijke en kleiachtige grond en niet van natte voeten.
De beste grond voor een druif is kalkrijk, kleiachtig en humusrijk. In ieder geval is het van belang dat de wortels niet continu nat zijn. Een druivenstruik houdt niet van natte voeten. Hou er rekening mee dat een druivenstruik ruimte nodig heeft.
Kalk voor je druiven
De ideale zuurtegraad (pH-waarde) bedraagt 6,5 tot 7. Is de pH van je grond lager, dan is een jaarlijkse gift DCM Zeewierkalk Poeder als onderhoudsbekalking zeker aangewezen. Bekalken doe je het best in het voorjaar.
Het is een blauwe druif met een fijne en zoete smaak die al vroeg rijp is. Deze druivenplant groeit snel. De zijranken kunnen in één jaar wel zeven meter lang worden.
Bemest een druif ieder jaar, vanaf het eerstvolgende jaar nadat u geplant heeft. Het eerste jaar hoeft u dus niet te bemesten, omdat de plant dan toch maar rustig wortelt (dit moet je niet opjagen). Bekalken mag dus in januari/februari, bemesten in begin maart.
Een druif verplaatsen kun je het beste doen na de bloei, als de zomer over is en het blad van de druif is gevallen. Dit zal in het najaar zijn, rond november. In het najaar je druif verplaatsen is het beste voor jouw druif, omdat de druif nu in rust gaat. De sapstromen komen nagenoeg tot stilstand.