Nederland kent slechts een handjevol krekels, waarvan we op IJsselmonde alleen de huiskrekel hebben. Een soort die meestal ín gebouwen voorkomt.
In Nederland komen maar drie soorten krekels voor: de Bakkerskrekel (Acheta domestica) voornamelijk op continu ver- warmde plaatsen en alleen tijdens warme zomerperioden ook buiten, de kleine Bos- krekel (Nemobius silvestris) op bescha- duwde plaatsen tussen dode bladeren en onze Veldkrekel (Gryllus campestris).
Volgens natuursite NatureToday komt dit waarschijnlijk doordat eitjes zijn meegevoerd met het stromende water. De krekels komen in Nederland voor langs de Waal tussen de Duitse grens en Gorinchem en langs de Rijn tot Arnhem.
Van de 25.000 soorten sprinkhanen en krekels leven ongeveer 64 soorten in Nederland, waarvan er 46 als inheems worden beschouwd.
Ze zijn gevleugeld en hebben een lengte van 17 tot 20 mm, exclusief de lange antennen. Het wijfje is doorgaans iets kleiner dan het mannetje, maar bezit wel een 11-15 mm lange legboor. Met hun goed ontwikkelde achterpoten kunnen ze sprongen maken tot 20 cm ver en 8 cm hoog.
Ze zijn ongevaarlijk voor mensen: ze bijten niet en brengen geen schade aan aan de natuur. Sterker nog, hoe vies ze er ook uit zien, de krekels zijn wel degelijk nuttig. Veel dieren houden wel van een lekker hapje krekel.
Maar waarom doen ze dit eigenlijk? Bij de krekels zingen alleen de mannetjes, en zoals je wel al kan raden, heeft dit gedrag iets met de vrouwtjes te maken. De mannetjes striduleren om een liefje aan te trekken, net voor het paren of om andere mannetjes te intimideren.
Vaak wordt het geluid wat huiskrekels produceren tjirpen genoemd, door het hoge geluid wat de beestjes veroorzaken. Het geluid wat huiskrekels maken wordt veroorzaakt doordat zij hun vleugels razendsnel over elkaar heen weten te wrijven.
Waar komt de huiskrekel voor? De huiskrekel is lichtschuw en komt vooral voor bij warmtebronnen, op afvalstortplaatsen en in gebouwen op donkere plekken zoals achter radiatoren en ovens, in kieren en leidingen. Huiskrekels eten vooral plantaardig en dierlijk voedsel. Ze kunnen tot 20 dagen zonder voedsel.
De grote groene sabelsprinkhaan (Tettigonia viridissima) heeft lange vleugels en is een van de grootste sprinkhanen van Nederland. Het vrouwtje is groter dan het mannetje. Het mannetje is tussen de 28 en 34 millimeter lang en het vrouwtje tussen de 27 en 38 millimeter.
Het zijn lichtschuwe insecten. Overdag verbergen zij zich op donkere, warme plaatsen. Onder meer achter verwarmingsbuizen, radiatoren en ovens, in kieren, naden, doorvoeropeningen van leidingen, achter betimmeringen of boven plafonds. Als het donker is gaan zij op zoek naar voedsel, waarbij ze zich snel verplaatsen.
Het maakt deel uit van het verdedigingsmechanisme van een krekel om stil te worden zodra hij ongewenste, mogelijk roofdieren in de buurt kan waarnemen. Aangezien de meeste roofdieren overdag actief zijn, tsjirpen krekels 's met name in de nacht.
De zwaard- tot sabelvormige legbuis is ondanks het soms vervaarlijke uiterlijk nooit ontwikkeld tot een angel zoals bij de vliesvleugeligen het geval is. Geen enkele sprinkhaan of krekel kan dus steken.
Krekels Krekeltjes kunnen wel goed zingen, maar duidelijk minder goed springen dan sprinkhanen. Ze hebben kleinere springpoten. De meeste krekels zijn in z'n geheel ook kleiner dan sprinkhanen en hun lichaam ziet er afgeplatter uit. Bovendien zijn ze nooit groen, maar meestal bruin gekleurd.
De gehele ontwikkelingsduur van ei tot volwassen insect is afhankelijk van de omgevingstemperatuur en duurt bij 20 tot 23°C 6 tot 11 maanden. Bij 26°C zal dit 4 tot 5 maanden duren en bij nog hogere temperaturen (35°C) slechts 1 à 2 maanden. De levensduur van volwassen huiskrekels wordt geschat op 1 tot 2 jaar.
Voorbeelden van amfibieën die krekels eten zijn vrijwel alle kikkers en veel grotere soorten salamanders. Insectenetende vogels als de klauwieren eten grote hoeveelheden rechtvleugeligen. Ongewervelde vijanden zijn met name andere (rovende) sprinkhanen en krekels, bidsprinkhanen en grotere spinnen en schorpioenen.
Van krekels is bewezen dat ze dubbel zoveel eiwitten bevatten als rundvlees, terwijl ze daarnaast ook 7 keer meer vitamine B12 bevatten dan zalm, minus alle microplastics die in onze oceanen ronddrijven natuurlijk. Momenteel eten zo'n 2 miljard mensen in Afrika, Azië en Latijns-Amerika dagelijks insecten.
Het zijn lichtschuwe insecten. Overdag verbergen zij zich op donkere, warme plaatsen. Onder meer achter verwarmingsbuizen, radiatoren en ovens, in kieren, naden, doorvoeropeningen van leidingen, achter betimmeringen of boven plafonds. Als het donker is gaan zij op zoek naar voedsel, waarbij ze zich snel verplaatsen.
Tegen het begin van de winter wordt het holletje afgesloten om te overwinteren. In Nederland gaat de soort al lange tijd achteruit en is niet meer algemeen. Verder komt de zwarte veldkrekel voor in centraal- en zuidelijk Europa, noordelijk Afrika en westelijk Azië.
Ze kunnen 10-20 dagen overleven zonder voedsel. Qua voedsel, lichtschuwheid en behoefte aan warmte, vertonen huiskrekels veel overeenkomsten met kakkerlakken. Maar in tegenstelling tot kakkerlakken komen huiskrekels in warme zomermaanden ook in het vrije veld voor in hoge begroeiingen.
Het zijn lichtschuwe insecten. Overdag verbergen zij zich op donkere, warme plaatsen. Onder meer achter verwarmingsbuizen, radiatoren en ovens, in kieren, naden, doorvoeropeningen van leidingen, achter betimmeringen of boven plafonds. Als het donker is gaan zij op zoek naar voedsel, waarbij ze zich snel verplaatsen.
Ze doen mee aan de grote schoonmaak van de natuur
Ook voor aas trekken ze hun neus niet op en sommige krekels hebben zelfs kannibalistische neigingen. Daarom hebben krekels ook de functie van 'schoonmakers' van onze natuur.
Huiskrekel (Acheta domesticus (L.))
De huiskrekel komt oorspronkelijk uit de steppen van Zuid-Azië en komt in ons land vooral voor in de omgeving van warmtebronnen. Huiskrekels kunnen in woningen en bedrijfsgebouwen een ware plaag vormen. Onder meer uit hygiënisch oogpunt moeten ze in huis worden geweerd.
Hierdoor kan de huiskrekel tot wel 20 centimeter ver en 8 centimeter hoog springen.