Binnen de bebouwde kom heeft de fietser op de rotonde meestal voorrang op het afslaand autoverkeer. Sommige wegbeheerders vinden voorrang voor fietsers te gevaarlijk en wijken af van de officiële richtlijn om fietsers binnen de bebouwde kom voorrang op rotondes te verlenen.
Fietsers en motorvoertuigen zijn dus nu voor de wet gelijk. Dit betekent dat nu de hoofdregel bij voorrang geldt. De hoofdregel bij voorrang is dat verkeer dat van rechts komt voorrang heeft op verkeer dat van links komt. Nu heeft een fietser van rechts voorrang op fietsers, auto's scooters en alle andere bestuurders.
Als fietser heb je geen voorrang op het zebrapad. Een persoon met een fiets aan de hand heeft wél voorrang, want wordt als voetganger gezien.
Op kruispunten waar een doorlopend fietspad is, moet je als bestuurder (ook als fietser!) voorrang verlenen aan de fietsers en andere weggebruikers (zoals bv. skaters of rolstoelgebruikers) die op het fietspad rijden , ook al kom je als bestuurder zelf van rechts ten opzichte van wie zich op het fietspad bevindt.
Veel kruisingen zijn gelijkwaardig, vooral binnen de bebouwde kom. Nadert u zo'n kruising, dan moet u voorrang verlenen aan álle bestuurders die van rechts komen. Dus ook aan fietsers.
Inmiddels is de wet al weer jaren terug veranderd. Fietsers worden nu, net als auto's en scooters door de wet aangezien als 'bestuurders'. Zij zijn wat betreft de voorrangregels gelijk gesteld met motorvoertuigen. Een auto van links moet een fietser van rechts voorrang verlenen.
Rechts heeft voorrang, met uitzonderingen
Er zijn een aantal uitzonderingen. Bestuurders op een onverharde weg verlenen voorrang aan bestuurders op een verharde weg. Bestuurders verlenen voorrang aan een tram. Alle weggebruikers moeten bestuurders van een voorrangsvoertuig voor laten gaan.
Fietsers mogen stilstaand en rijdend snelverkeer rechts en links inhalen. Andere fietsers mag je alleen links inhalen. Fietsers mogen rechtsaf door rood of oranje rijden als op een onderbord bij het verkeerslicht de tekst staat: ' Rechtsaf voor fietsers vrij' of 'Rechtsaf voor (brom) fietsers vrij'.
Fietser wil oversteken en auto wil rechtsaf. Beide moeten voorrang verlenen aan het kruisende verkeer. Dit is aangegeven met haaientanden en bord.
Nee, de regel is 'rechtdoor op dezelfde weg gaat voor'. Art. 18 Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens (RVV) bepaalt dat bestuurders die afslaan, het verkeer dat hen op dezelfde weg tegemoet komt of dat op de dezelfde weg zich naast of links of rechts dicht achter hen bevindt, voor laten gaan.
Op het fietspad mag de voetganger de fietsers of bromfietsers die het fietspad gebruiken niet hinderen of in gevaar brengen – fietsers of bromfietsers hebben daar dus voorrang. Op de rijbaan moet de voetganger zo dicht mogelijk bij de rand stappen en links wandelen (zodat men het verkeer ziet aankomen).
Er zijn geen aangepaste voorrangsregels in fietsstraten. Als er in de straat voorrang van rechts geldt, moeten ook fietsers voorrang geven aan verkeer dat van rechts komt.
Voor fietsers vanaf 14 jaar geldt dat de eigenaar van de auto altijd voor tenminste 50 % van de schade van de fietser aansprakelijk is. Alleen als er sprake is van 'overmacht' of 'aan opzet grenzende roekeloosheid', geldt dat 50 %-principe niet.
Dat een fietser of voetganger altijd volledig beschermd wordt door de wet is echter onjuist. De Nederlandse wetgever heeft geregeld dat de fietser of voetganger in beginsel minimaal 50% van de schade vergoed moet krijgen als zich een ongeval voordoet met een motorvoertuig.
Voorbeelden. Een fietser rijdt tegen een stilstaande auto aan die voor een rood verkeerslicht staat te wachten waardoor de zijspiegel beschadigd wordt. Omdat de fietser een fout maakt en de automobilist niets te verwijten valt (overmacht), is de fietser aansprakelijk. De automobilist krijgt 100% van zijn schade vergoed ...
Iemand meenemen op de fiets is alleen toegelaten als je fiets beschikt over een ingerichte zitplaats. Het is dus verboden om iemand te vervoeren op de bagagedrager. In “amazonezit” meerijden (met twee benen langs één kant) is ook verboden.
Door de rode kleur valt het onderscheid tussen de autorijbaan en de fietsstrook extra op. Dat zorgt voor meer duidelijkheid voor de weggebruiker en dus voor meer veiligheid.
Volgens het RVV 1990 (Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990) moeten bestuurders bij haaientanden voorrang verlenen aan de bestuurders op de kruisende weg. Men is dus niet verplicht om te stoppen, maar men moet wel controleren of er bestuurders op de kruisende weg zijn.
30 meter van een zebrapad, dan ben je verplicht om het te gebruiken. Soms loopt het zebrapad niet door over het fietspad. Dan heb je als voetganger geen voorrang op fietsers. Loopt het zebrapad wel door over het fietspad, dan moeten fietsers jou voorrang geven.
Als fietser heb je geen voorrang op een zebrapad. Wil je toch genieten van deze voorrang, stap af en steek de straat te voet over. Wil je over het zebrapad fietsen, wacht totdat je op een veilige manier kan oversteken zonder hierdoor andere weggebruikers te hinderen.
Sinds 1 mei 2001 heeft een fiets die van rechts komt, op een gelijkwaardige kruising voorrang op een auto dus het antwoord is "ja". Vóór 1 mei 2001 had snelverkeer voorrang op langzaamverkeer.
In principe geldt dat bestuurders die van rechts komen op gelijkwaardige kruispunten voorrang krijgen. Maar dat geldt ook weer niet altijd. Zo gaan verkeerstekens zoals haaientanden boven verkeersregels en gaan verkeerslichten weer boven verkeerstekens. Verder worden voetgangers niet als bestuurders gezien.
Op een kruispunt moet je als bestuurder voorrang verlenen aan bestuurders die van rechts komen. Op deze regel gelden de volgende uitzonderingen: a. Als je op een onverharde weg rijdt, verleen je voorrang aan bestuurders die op een verharde weg rijden.
Volgens de verkeersregels in het V.K.bestaat er geen algemene regel zoals voorrang van rechts of voorrang van links. Bestuurders op een hoofdweg hebben in principe voorrang op bestuurders die uit een zijweg komen.
Je bent een bestuurder als je fietst. Als je paardrijdt of loopt met een paard aan de teugel, dan ben je ook een bestuurder. Als je op of in een gemotoriseerd voertuig rijdt, ben je ook een bestuurder.