Door het ontkurken geeft u zo'n wijn een beetje extra zuurstof, waardoor hij zijn kwaliteiten vlugger zal blootgeven. U kan de wijn dan gerust 2 uur op voorhand openen. Nog beter is om een jonge wijn te karaferen. De wijn neemt dan veel meer zuurstof op, en het verschil is vlugger merkbaar.
Wanneer je een fles rode wijn van 2 tot 3 jaar oud ontkurkt, krijgt de wijn extra zuurstof waardoor hij zijn eigenschappen sneller prijsgeeft. Ontkurk de wijn gerust 2 uur op voorhand. Nog beter is om een jonge wijn te karaferen (over te gieten in een karaf).
Jonge strakke rode wijnen hebben die extra zuurstof echt nodig zodat de smaken zich optimaal kunnen ontwikkelen. Oudere wijnen weer niet. Vooral verfijnde oude wijnen zitten al vol geur en smaken. Een extra dosis zuurstof zorgt ervoor dat zo'n mooie wijn zich te snel ontwikkelt waardoor smaken en aroma's vervliegen.
Plop! Als de kurk breekt tijdens het openen van de fles en deze is nat van binnen, dan kan je er bijna vanuit gaan dat deze wijn bedorven is. Terugbrengen dus!
Klinkt eenvoudig: even de wijn uit de koelkast of de kelderkast halen en in de woonkamer of keuken zetten. De 'kamertemperatuur' die in de definitie van chambreren naar voren komt, is echter ook gedefinieerd: het gaat dan om een temperatuur van zo tussen de 15 en 18 graden Celsius voor rode wijnen.
Door het ontkurken geeft u zo'n wijn een beetje extra zuurstof, waardoor hij zijn kwaliteiten vlugger zal blootgeven. U kan de wijn dan gerust 2 uur op voorhand openen. Nog beter is om een jonge wijn te karaferen.
Voordat je wijn gaat decanteren is het belangrijk dat je de wijn minstens een dag op voorhand rechtzet zodat het bezinksel naar de bodem kan zakken. Decanteer oudere wijn pas vlak voordat je die wilt drinken. Op die manier gaan er het minst aroma's verloren.
Is wijn met kurk beter? Als een wijn gebotteld is met een kurk, wordt de wijn blootgesteld aan een kleine hoeveelheid lucht. Dat wordt ook wel oxidatie genoemd en het kan juist goed zijn voor de wijn. De wijn kan zich zo beter in de fles ontwikkelen, zolang maar niet het eerder genoemde gevaar van TCA optreedt.
Wijn inschenken
Een wijnfles moet je vasthouden aan de onderkant van de fles wanneer je gaat inschenken. Je vult het glas tot minder dan de helft of tot aan het punt waar het glas het breedst is. Draai de wijnfles een kwartslag om om druppels te vermijden.
Als het einde van de kurk vochtig is, weet je dat de wijn niet is geoxideerd. Flessen waar een kurk in zit worden tijdens het bewaren op hun zij neergelegd. De kurk zet uit in de hals van de fles en voorkomt zo dat er zuurstof in de fles komt.
Een bijzonder kwetsbare of oude wijn (vooral een van 15 jaar of ouder) kan je het beste pas een minuut of 30 voor het drinken decanteren. Een jongere, krachtigere, volle rode wijn - en ja, zelfs een witte - kan een uur of langer voor het serveren worden gedecanteerd.
Wijn moet je laten ademen. Dit geldt voor rode wijn en ook voor witte wijn. Rode wijnen worden soepeler en evenwichtiger door het ademen van de wijn. De fles heeft lange tijd dicht gezeten en er is een muf vacuüm ontstaan tussen de kurk en het edele rode vocht.
Je laat een wijn ademen door hem bloot te stellen aan zuurstof. Er is redelijk wat discussie of dit nu zinvol is of niet, maar men is het erover eens dat het bij een jonge, volle rode wijn helpt om fruit aroma's naar boven te halen en tannines te verzachten.
Voeg een snufje zout toe aan het glas wijn. Er wordt namelijk gezegd dat een beetje zout de smaken van een goedkope wijn beter in balans brengt en hem daardoor lekkerder laat smaken. Handig, want het zoutvaatje is in ieder keuken wel te vinden. De kwaliteit van je wijn is dus zó op te krikken.
Om die droesem uit de wijn te krijgen, kun je 'm decanteren. Daarvoor kun je een speciale decanteerkaraf gebruiken, een glazen karaf met een smalle hals. Houd de karaf schuin, houd de hals van de wijnfles boven een lichtje (bijvoorbeeld een kaars of zaklamp) en begin met het overschenken van de wijn.
Er zijn in werkelijkheid meer wijnen die niet goed tegen het ouder worden kunnen dan wijnen die wel beter worden naarmate de jaren vorderen (slechts 3% van de totale markt). Deze wijnen zijn meestal niet zo lekker als ze net gemaakt zijn. Dat komt omdat deze wijnen echt beter worden met de jaren.
Vollere witte wijnen mogen iets warmer geserveerd worden, namelijk tussen de 10 en 14 graden. Een jonge, fruitige rode wijn komt het best tot zijn recht bij 14 tot 16 graden en een oudere, complexe rode wijn schenk je het liefst in op een temperatuur van tussen de 16 en 18 graden.
Een sommelier, ook wel wijnober of wijnkelner, is werkzaam in de horeca. Dit is de aangewezen persoon die binnen bijvoorbeeld een restaurant advies geeft over wijn en wijnspijs-combinaties.
"Als er een diepe ziel onderin de fles zit, dan zit er heel goede wijn in". Wederom word het door niemand op persoonlijke titel verkondigd (waarschijnlijk wegens geen goed argument), maar wordt er altijd verwezen naar "ze". Het generaliseren van de genoemde flessen is houdt een risico in.
Kurk in de wijn is niet gevaarlijk, u kunt de wijn gerust proeven.
Een kurksmaak is heel makkelijk te herkennen. De wijn ruikt zuur, muf en heeft een zure, chemische en sterke nasmaak. Kurk in de fles maakt de wijn ondrinkbaar. Naast de slechte smaak is het ook niet goed voor de gezondheid.
Kurk wordt vaak al opgelopen in de houten vaten waar rode wijn in wordt gerijpt, dus ook wijn met een schroefdop kan kurk hebben, maar dat komt veel minder vaak voor.
Dit doe je om de wijn te beluchten of om zuurstof toe te voegen aan de wijn. Dit wordt vooral gedaan bij jonge wijnen of wijnen die zo complex zijn dat ze anders niet goed tot hun recht komen. Door het toevoegen van lucht worden de aanwezige geuren en smaken als het ware losgemaakt en komen ze meer tot hun recht.
Bij het karafferen van wijn heeft de techniek als doel de wijn versneld van zuurstof te voorzien waardoor deze eerder optimaal opent en zijn geuren en smaken geeft. Het karafferen doe je dus vaak met gesloten wijnen die geen depot hebben. Zowel witte wijn als rode wijn kunnen opknappen van karafferen.