Eigen overzicht: Veel kids met autisme zien de rommel simpelweg niet. Wat vaak voorkomt is dat de kinderen de ruimte anders ervaren. Wat voor de ouders rommel is, is voor de kids geen rommel. Sterker nog, ze worden boos als iets is opgeruimd en vinden dát juist een rommel!
Mensen met autisme ervaren heftiger wat ze horen, zien, ruiken, proeven en voelen. Ze hebben vaak moeite met veranderingen.Contact maken met andere mensen gaat vaak moeilijk. Autisme is aangeboren.
Het brein van iemand met autisme of ADHD werkt anders dan van de meeste mensen waardoor opruimen moeilijk kan zijn. Diegene wil echt wel, maar het lukt niet. Zij zijn of jij bent dus niet lui of ongemotiveerd. Wel gefrustreerd, angstig, moe en gespannen.
Te veel onnodige rommel en details kunnen de focus van een kind verstoren . Zelfs kleine rommeltjes die een neurotypisch kind makkelijk kan negeren, kunnen aandachtsproblemen veroorzaken bij mensen met autisme. Het minimaliseren van nutteloze sensorische ervaringen helpt een kind met autisme om zich te concentreren.
Zoals je hebt gezien, kunnen leefruimtes extreem rommelig worden als iemand moeite heeft om afstand te doen van zijn of haar favoriete 'spullen'. Het komt ook vaak voor dat mensen met autisme extreem overstuur raken als anderen hun spullen herschikken of weggooien .
Eigen overzicht: Veel kids met autisme zien de rommel simpelweg niet. Wat vaak voorkomt is dat de kinderen de ruimte anders ervaren. Wat voor de ouders rommel is, is voor de kids geen rommel. Sterker nog, ze worden boos als iets is opgeruimd en vinden dát juist een rommel!
Mannen met autisme hebben vaker comorbide externaliserende problemen (zoals gedragsproblemen en hyperactiviteit). Vrouwen met autisme hebben vaker comorbide internaliserende problemen (zoals angst en depressie).
Graad 1: je hebt problemen door tekorten in de sociale communicatie (verbaal en non-verbaal), interactie en gebrek aan flexibiliteit. Plannen en organiseren is lastig, waardoor je moeilijk zelfstandig kunt functioneren. Enige ondersteuning is nodig.
Relevante en niet relevante informatie komen even hard binnen en dat zorgt al snel voor overprikkelde zintuigen. Er ontstaat een chaos in het hoofd, iemand heeft veel meer tijd nodig om de informatie te verwerken en er volgt een tragere reactie of andere interpretatie.
Autisten die moeite hebben met het begrijpen van taal in het algemeen hebben ook moeite met het begrijpen van figuratieve taal in het bijzonder. Autisten die geen beperking hebben in het begrijpen van taal, hebben over het algemeen ook geen moeite met het begrijpen van metaforen, vergelijkingen en andere stijlfiguren.
Veel mensen met autisme geven aan grote moeite te hebben met het opmerken en interpreteren van non-verbale communicatie. Hierdoor kan het ontzettend lastig zijn om de boodschap die iemand probeert over te brengen, te begrijpen, wanneer diegene non-verbale signalen gebruikt en de dingen onduidelijk en indirect benoemt.
Veel mensen met autisme hebben de ervaring om onbedoeld grappig gevonden te worden. Hoewel anderen dus om hen kunnen lachen hebben ze daarmee nog niet perse inzicht in wat grappig is en hoe je dat inzicht sociaal kunt gebruiken.
Mensen met autisme gaan dan ook vaak heel primair reageren als ze stress hebben. Ze kunnen dan niets meer met hun frustratie. Ze hebben er geen controle meer over. En dan worden ze agressief, willen ze vluchten, bevriezen ze of worden ze suïcidaal.
Type 9 onderwijs is er voor kinderen met een autismespectrumstoornis die geen verstandelijke beperking hebben en ondanks begeleiding niet in het gewoon onderwijs terecht kunnen.
Bij niveau 3 is er vaak sprake van 'klassiek autisme'. Deze mensen hebben op grote schaal hulp en begeleiding nodig en zijn sterk verminderd zelfredzaam.
Type 2: verstandelijke beperking
Leerling heeft een IQ lager dan 60 en er zijn belangrijke beperkingen binnen het sociaal aanpassingsgedrag. Deze problemen moeten zich voor de leeftijd van 18 jaar uiten.
Problemen in de sociale interactie (contactstoornis)
De manier van contact maken met anderen is opvallend anders. Moeite om te begrijpen wat een ander van jou verwacht. Het niet goed kunnen aanvoelen van andere mensen. Weinig aandacht voor de ander.
Mensen met autisme zijn in de basis sneller angstig, ook al is dat niet nodig. Het systeem is hier in veel gevallen meer gevoelig voor. Soms kunnen angsten ook de overhand nemen. Dit kan zo ver gaan, dat iemand met autisme bijvoorbeeld de deur niet meer uit durft, omdat hij of zij bang is voor mensen massa's.
Feit is dat ook mensen met autisme intieme vrienden kunnen hebben. Voorwaarde is wel dat de ander het autisme volledig accepteert en daar ook rekening mee houdt.
Autistische mensen uiten hun emoties vaak op een andere manier dan neurotypische mensen. Dat is met een rouwproces niet anders. Sommige autistische mensen internaliseren rouw heel erg, trekken zich terug of storten zich obsessief op een speciale interesse.
Mensen met autisme zijn vaak gevoeliger (of juist minder gevoelig) voor bepaalde prikkels, zoals geluid of pijn. Door de kenmerken van autisme kunnen extra psychische problemen ontstaan. Voorbeelden hiervan zijn dwangmatig gedrag of depressie.