Een flessenwarmer is handig, maar het is geen must have. Je kan een fles ook op andere manieren opwarmen: In een pan of bak met warm water. Gebruik je geen flessenwarmer?
Wist je dat? Normaal wordt melkvoeding op lichaamstemperatuur (ongeveer 37 °C) gegeven. Je mag ze ook op kamertemperatuur (ongeveer 20 °C) geven. Geef het flesje sowieso niet te koud, maar laat ze ook niet koken.
De flesvoeding mag niet warmer worden dan 30-35 graden. Let op: Warm nooit restjes voeding opnieuw op! Daar zitten bacteriën in waar je baby ziek van kan worden.
Kunstvoeding geven op kamertemperatuur kan inderdaad geen kwaad, maar (lichtjes) opwarmen mag inderdaad ook. Het is gewoon belangrijk om steeds de melk direct na de bereiding (tot max 15 minuten) aan de baby te geven.
Baby's zullen vaak koude melk willen drinken, maar als opwarmen gewenst is, of als de melk ontdooid moet worden, plaats dan het fles of zakje melk voor een minuut of twee in een kopje warm water.
Gebruik geen warm water direct uit de kraan voor babyvoeding
Apparaten, zoals een geiser of boiler, kunnen de kwaliteit van het warme drinkwater beïnvloeden. Gebruik voor het warm maken van de voeding een flessenwarmer, voeg er kokend water aan toe of warm de voeding op in een pannetje heet water.
Moedermelk opwarmen voor je baby is niet moeilijk. Wel is het belangrijk dat de melk niet te heet is. En dat het opwarmen veilig gebeurt, zodat schadelijke bacteriën geen kans krijgen. Want baby's hebben minder weerstand.
Bewaar de klaargemaakte flesvoeding niet langer dan 8 uur in de koelkast. Gooi restjes altijd weg.
Maak de voeding liefst per fles klaar. Je kunt eventueel 1 of 2 voedingen van tevoren klaarmaken als je ze niet langer dan 8 uur bewaart. Zet ze dan meteen na bereiding in de koelkast bij maximaal 4°C. Bewaar klaargemaakte voeding nooit langer dan een half uur bij kamertemperatuur en gooi restjes altijd weg.
Voorheen werd aangeraden om voor de bereiding van flesvoeding (kraan)water vooraf te koken of bronwater te gebruiken. Dit is niet nodig in Nederland. Water uit de kraan is veilig en vers voor babyvoeding. Let op: je gebruikt koud water, dat je vervolgens opwarmt tot de benodigde temperatuur.
In de eerste 6 maanden krijgt je baby genoeg vocht uit de melkvoeding. Hij heeft geen extra water nodig. Vanaf 6 maanden stap je langzaam over van borstvoeding of flesvoeding naar vast voedsel. Dan kun je ook andere drankjes aanbieden, zoals water of lauwe (vruchten)thee zonder suiker.
Drinken uit de fles kun je oefenen met 20 tot 30 milliliter per keer; het gaat om de techniek, niet om de voeding. Mocht het niet gelijk goed lukken, dan hoef je niet veel melk weg te doen. Als je baby eenmaal uit de fles kan drinken, blijf dan een paar keer per week oefenen zodat hij het niet verleert.
De flessenwarmer werkt snel. Zo heb je binnen 2 minuten een fles op lichaamstemperatuur. Voor een potje moet je ongeveer 3 minuten rekenen. Een bevroren flesje duurt ongeveer 10 minuten.
De flessen en spenen moeten voor het eerste gebruik uitgekookt worden, 8 minuten voor de flessen en 5 minuten voor de spenen. Na deze eerste keer is het het veiligst de flessen en spenen 1 keer per dag uit te koken. De flessen 3 minuten en de spenen 1 minuut. Het uitkoken kan prima in een pannetje met water.
Gebruik alleen koud water rechtstreeks uit de kraan, want lauw of warm water afkomstig uit geisers of boilers kan metalen bevatten. Onderhoud de kraan en de onmiddellijke omgeving ervan zeer goed. Het water moet niet gekookt worden en er mogen geen ontsmettende middelen aan toegevoegd worden.
De voeding die je geeft mag niet warmer zijn dan 30 tot 35 graden. Voordat je de voeding aan je baby geeft, controleer je de temperatuur door een druppel melk op de binnenzijde van je pols te laten vallen. Koel de fles eventueel onder koud stromend water tot juiste temperatuur.
De eerste dag krijgt een baby (afhankelijk van het geboortegewicht) 10-15 ml voeding per keer. De eerste 10 dagen wordt dit gemiddeld met 10 ml per voeding per dag opgehoogd; 2e dag 20 cc per voeding, 3e dag 30 cc etc. Uiteindelijk is het de bedoeling dat je baby uitkomt op ongeveer 90-110 ml per voeding.
Liever niet vaker opwarmen
Het is het beste om moedermelk maar één keer op te warmen. Heb je de melk opgewarmd en weer koud laten worden? Geef het dan binnen één tot twee uur en uiterlijk bij de volgende voeding.
Afgekolfde melk kun je bewaren in flesjes/potjes of speciale moedermelkbewaarzakjes. Die kun je ook in de vriezer leggen. Je kunt eventueel ook (uitgekookte) ijsblokbakjes gebruiken, maar let op dat ze zijn gemaakt van materiaal zonder het chemische bestanddeel bisfenol A (BPA).
Je kunt voor flesvoeding meestal koud kraanwater gebruiken. Het leidingwater in Nederland is in de meeste gevallen namelijk zuiver genoeg voor flesvoeding. Bovendien is het gebruik van kraanwater vaak ook beter voor je baby, minder duur en beter voor het milieu dan water uit flessen.
Ja, kraanwater is betrouwbaar voor jong en oud. Het Nederlandse kraanwater voldoet aan zeer strenge kwaliteitseisen. Bij die eisen zijn kwetsbare groepen zoals bijvoorbeeld baby's en ouderen als uitgangspunt genomen. Kinderen kunnen dus kraanwater drinken en babyvoeding kan ermee bereid worden.
Laag in nitraat: in sommige streken, vooral in de landbouw, kan het water veel nitraat bevatten. Dat is op zich niet schadelijk, maak nitraat kan zich omzetten in nitriet, en een teveel aan nitriet leidt tot onvoldoende zuurstoftransport in het bloed. Voor baby's is maximaal 25 mg nitraat per liter water veilig.