Bestuurders op een onverharde weg moeten voorrang verlenen aan bestuurders op een verharde weg. De bestuurders die van rechts komen vanaf een onverharde weg hoef je dus geen voorrang te verlenen. De voorrangsregels gelden niet voor voetgangers.
Bestuurders op de onverharde weg verlenen voorrang aan bestuurders op de verharde weg, ook als die bestuurders van links komen.
Deze markering benadrukt het hoogteverschil. Je rijdt een drempel op. Een kruising met deze markering aan alle zijden is een gelijkwaardige kruising. Hier hebben bestuurders van rechts voorrang.
Verkeersregels onverharde weg
Op een onverharde weg gelden soms andere verkeersregels dan op verharde wegen. Ze lijken op die van een uitrit, maar dat is niet zo. Het is belangrijk om je hiervan bewust te zijn om veilig te kunnen rijden en ongelukken te voorkomen.
In principe geldt dat bestuurders die van rechts komen op gelijkwaardige kruispunten voorrang krijgen. Maar dat geldt ook weer niet altijd. Zo gaan verkeerstekens zoals haaientanden boven verkeersregels en gaan verkeerslichten weer boven verkeerstekens. Verder worden voetgangers niet als bestuurders gezien.
Het verlaten van een uitritconstructie is dus een bijzondere manoeuvre of bijzondere verrichting. In een dergelijk geval dient de persoon die een uitrit verlaat dus iedere andere verkeersdeelnemer voorrang verlenen. Deze voorrang geldt dus niet alleen voor bestuurders, maar ook voor voetgangers.
Op de autosnelwegen, kortweg snelwegen, geldt tussen 06.00 en 19.00 uur meestal een maximumsnelheid van 100 km/h. Buiten deze tijden mag u op plaatsen waar dat qua verkeersveiligheid en leefbaarheid kan, 120 of 130 km/h rijden. Op de N-wegen geldt een maximumsnelheid van 80 of 100 km/h.
Andere belangrijke voorrangsregels die op een kruispunt gelden zijn: bij een speciale handeling (keren, parkeren, achteruitrijden) moet je het andere verkeer voor laten gaan. verkeer dat rechtdoor gaat op de kruising mag voor. de bestuurder die haaientanden heeft moet stoppen.
Als ruiter of menner ben je in het verkeer een bestuurder. Voor jou gelden dan dezelfde voorrangsregels als voor fietsers, bromfietsers en autobestuurders. Bestuurders op een onverharde weg verlenen voorrang aan bestuurders op een verharde weg.
Artikel 49 van het RVV zegt dat bestuurders blinden die zijn voorzien van een witte stok met één of meer rode ringen voor moeten laten gaan. Dit geldt overigens voor alle personen die zich moeilijk voortbewegen. Bij mensen die zich moeilijk voortbewegen kun je denken aan voetgangers met een stok, looprek of rollator.
Verlaat je een woonerf?Dan moet je voorrang verlenen aan al het verkeer. Een woonerf is vooral bedoeld voor voetgangers, fietsers en spelende kinderen. Houd daar dus rekening mee als je een woonerf betreedt.
Het is zeker niet zo dat een zone 30 automatisch een voorrang voor voetgangers inhoudt. Voetgangers hebben enkel voorrang om de rijbaan over te steken op zebrapaden. Er zijn uiteraard uitzonderingen, zoals bij een woonerf, waarbij de voetgangers de volledige baanbreedte mogen innemen.
Wat is een onverharde en verharde weg? Een verharde weg kan gemaakt zijn van asfalt, beton of baksteen.Onverharde wegen zijn gemaakt van zand of grind. Als het wegdek uit hetzelfde materiaal bestaat als het landschap eromheen, dan spreken we van een onverharde weg.
Als er geen oversteekplaats is, ben je als bestuurder niet verplicht voetgangers voorrang te geven, tenzij de voetganger blind is, slecht ziet en een blindengeleidestok gebruikt, of zich moeilijk voortbeweegt. Voetgangers moeten altijd het voetpad of de stoep gebruiken.
Een voorrangsvoertuig moet u altijd voor laten gaan. Je herkent een voorrangsvoertuig aan de tweetonige hoorn en aan het blauwe zwaai-, flits-, knipperlicht. Denk aan politie, brandweer en ambulance.
Op een kruispunt moet je als bestuurder voorrang verlenen aan bestuurders die van rechts komen. Op deze regel gelden de volgende uitzonderingen: a. Als je op een onverharde weg rijdt, verleen je voorrang aan bestuurders die op een verharde weg rijden.
Bij gelijkwaardige kruispunten geldt dat u, als u van rechts komt, voorrang heeft op de colonne zolang het voorste voertuig nog niet is gepasseerd. Wanneer het voorste voertuig al is gepasseerd, heeft u geen voorrang en mag de colonne dus niet doorkruist worden.
Wat is het verschil tussen een kruising en een kruispunt? Op een kruispunt komen wegen samen en heeft het verkeer de mogelijkheid om van richting te veranderen. In tegenstelling tot kruisingen is een kruispunt dus altijd gelijkvloers. Een kruising is soms ongelijkvloers en je kunt er nooit van richting veranderen.
Even iemand rechts inhalen omdat diegene maar op de linkerbaan blijft plakken, kan je duur komen te staan. In 2024 staat hier een boete van 300 euro op; 30 euro meer dan de boete van 270 euro die je kunt krijgen voor onnodig links rijden.
Maximaal toegestane snelheid op de rollerbank
Het kan natuurlijk voorkomen dat je wordt aangehouden voor een controle op de rollerbank. Maar hoe hard mag een scooter met blauw kenteken op de rollerbank? Een snorfiets mag tot 35 kilometer per uur gaan op de rollerbank.
Wanneer een hulpdienst, zoals brandweer, ambulance of politie, blauwe zwaailichten én sirenes voert, dan moet je dit voertuig voorrang verlenen. Nadert een voertuig met blauwe zwaailichten zonder sirene? Dan is voorrang geven niet verplicht, maar de zwaailichten staan niet voor niets aan.
Wie als automobilist een uitrit verlaat, verricht zoals dat heet een 'bijzondere manoeuvre', juridisch gezien, waarbij je al het kruisende verkeer voorrang moet verlenen, ook voetgangers. Het kan best zijn dat die kennis bij veel mensen wat is weggezakt.
Een in- en uitrit herkennen
Allereerst is een uitrit vaak een verbinding tussen een particulier terrein, zoals een oprit van een woning, of een bedrijfsterrein en de openbare weg. Het is geen kruispunt, maar een constructie waarbij het terrein direct aansluit op de openbare weg.
Het erf is een plek voor kinderen, voetgangers en fietsers. Zij mogen het erf over de volle breedte gebruiken. Wanneer je het erf verlaat moet je voorrang verlenen aan alle andere verkeersdeelnemers.