Na de gastroscopie kun je last hebben van een opgeblazen gevoel in de bovenbuik of keelpijn. Er is een kleine kans op complicaties. Bij 1 of 2 op de 1.000 patiënten ontstaat een nabloeding. Dat gebeurt meestal bij patiënten die bloedverdunners of pijnstillers gebruiken.
De eerste uren na de behandeling kunt u last hebben van irritatie van de keel en pijn achter het borstbeen. Meestal zakt deze pijn een aantal dagen na de behandeling, maar soms kan de pijn één tot twee weken aanhouden. Een opgeblazen gevoel en pijn in de buik kunnen ontstaan door de lucht die ingeblazen wordt.
Het onderzoek is niet pijnlijk. Veel mensen vinden vooral het inbrengen van de gastroscoop vervelend, omdat ze moeten kokhalzen. Sommige mensen krijgen een benauwd gevoel, omdat er een slang in hun keel zit. Het is belangrijk dat u de aanwijzingen van de arts en de endoscopieverpleegkundige goed opvolgt.
Heeft u normaal gesproken snel last heeft van kokhalzen, dan kunt u een keelverdoving (spray of gel) krijgen tijdens het onderzoek, waardoor u de endoscoop minder voelt en u minder gaat kokhalzen. U moet dan na het onderzoek nog ongeveer 30 à 45 minuten wachten met eten en drinken, omdat u zich anders kunt verslikken.
Als u een slechte hart- of longfunctie heeft, kan de MDL-arts besluiten u geen roesje te geven. Dit is om het risico op eventuele complicaties te verkleinen. De arts bespreekt dit met u op de behandelkamer. De keuze is dan om het onderzoek zonder roesje te doen, of alleen met pijnstilling.
Het onderzoek wordt gedaan met behulp van een speciaal instrument, de endoscoop. Een endoscoop bestaat uit een flexibele slang die ongeveer 9 mm dik is. Aan het uiteinde van de slang zit een klein lampje dat het slijmvlies van uw maag, slokdarm en twaalfvingerige darm verlicht.
Het onderzoek doet geen pijn. Tijdens de gastroscopie wordt via de endoscoop lucht ingeblazen, waardoor u soms wat moet boeren. Dit is echter normaal bij een endoscopie. Het kan nodig zijn dat een stukje weefsel uit uw maagwand wordt genomen voor microscopisch onderzoek.
Een gastroscopie is een veilig onderzoek. Ondanks alle zorgvuldigheid kunnen in zeldzame gevallen complicaties optreden. In de meeste gevallen gaat het om een nabloeding. Dit komt vooral voor bij mensen die bloedverdunners of pijnstillers gebruiken.
Aan het uiteinde van de slang zit een lampje dat de binnenkant van uw slokdarm, maag en twaalfvingerige darm verlicht en een kleine camera waardoor het onderzoek op een monitor te volgen is. Het onderzoek duurt ca. 15 minuten en kan langer of korter duren.
Je keel kan na het onderzoek een tijdje gevoelig zijn. Ook kun je nog last hebben van boeren en een opgeblazen gevoel door de lucht die is ingeblazen tijdens het onderzoek. Normaal gesproken verdwijnen deze klachten binnen een korte tijd. De uitslag van het onderzoek krijg je via de behandelend arts.
De arts brengt de gastroscoop voorzichtig via de mond, keel en slokdarm in de maag. U moet een keer goed slikken. Het onderzoek doet geen pijn, wel kan het even een wat benauwd gevoel geven, ondanks dat de scoop de luchtwegen niet blokkeert. Probeer tijdens het onderzoek rustig door te ademen.
Het passeren van de gastroscoop door de keel kan vervelend zijn. Soms wordt een gastroscopie uitgevoerd na toediening van een ver- dovend middel (sedatie) via een injectie in de arm. De sedatie is een heel lichte vorm van algemene verdoving.
Je mag na het onderzoek in principe weer alles eten en drinken. Het is verstandig om op de dag van het onderzoek rustig aan te doen. Je kunt de eerste tijd na het onderzoek wat last hebben van buikpijn, darmkrampen, een opgeblazen gevoel en winderigheid.
Omdat u gekozen heeft voor een lichte narcose is een arts-anesthesist aanwezig die u met een injectie via een infusienaald een slaapmiddel zal toedienen. De hartwerking en ademhaling wordt permanent bewaakt. Meestal duurt het onderzoek ongeveer 5 tot 10 minuten.
Via uw mond schuift de arts een gastroscoop naar binnen. Dit is een dunne, soepele slang met een lichtbron en een cameraatje dat in verbinding staat met een beeldscherm. Van tevoren krijgt u een slaapmiddel, waardoor u niets van het onderzoek merkt.
Als u een roesje heeft gehad, duurt het nog enige tijd voordat de medicijnen zijn uitgewerkt. Daarom blijft u na het onderzoek nog 1 tot 2 uur uur in uw bed op de uitslaapkamer totdat u weer goed wakker bent. Gedurende deze tijd worden uw hartslag en zuurstofgehalte bewaakt.
U voelt zich rustiger en ervaart minder ongemak van het onderzoek. U slaapt meestal tijdens het hele onderzoek of behandeling. Sommige patiënten worden tussendoor een beetje wakker, maar u heeft dan geen pijn. Meestal bent u na een half uur weer goed wakker.
Voor een gastroscopie moet uw slokdarm en maag leeg zijn. Daarom moet u nuchter zijn. Dit betekent dat u vanaf zes uur voor het onderzoek niet meer mag eten, drinken en roken. Het onderzoek kan niet doorgaan als u niet nuchter bent.
Een endoscopie van de dikke darm noem je een coloscopie (of colonoscopie). Een endoscopie van de maag noem je een gastroscopie. Een endoscopie van de slokdarm noem je oesofagoscopie.
Als gevolg van de anesthesie zult u zich daar meestal niet veel van herinneren. U kreeg in onze polikliniek een afspraak voor een gastroscopie of onderzoek van de slokdarm en maag. Dit onderzoek gebeurt onder algemene narcose. In deze folder krijgt u informatie over het verloop van en de voorbereiding op het onderzoek.
Niet goed zakken van eten is de meest voorkomende klacht bij achalasie. Mensen kunnen wel goed het voedsel uit de mond naar de slokdarm slikken, maar dan blijft het ergens achter het borstbeen steken. Opvallend bij achalasie is dat het gaat om zowel vaste als vloeibare kost.
Klachten na het onderzoek
Na een endoscopie hebben veel mensen nog enige tijd klachten, bijvoorbeeld buikpijn, darmkrampen, een opgeblazen gevoel of winderigheid. Dit is normaal en verdwijnt na enkele dagen.