Je longen, je neusholte, je lippen, je tong, je stembanden zijn helemaal niet exclusief bedoeld om mee te praten. Integendeel: de menselijke longen lijken in eerste instantie vooral bestemd om zuurstof uit de buitenlucht in de bloedbaan te pompen.
Zonder tong geen leven: een hoofdhalszaak! De tong vormt een essen tieel deel van ons lichaam. Behalve als smaakzintuig wordt dit spierlichaam ge bruikt bij praten, zuigen, eten, drinken, slikken en zoenen. Het goed functio neren van de tong draagt bij aan de kwaliteit van leven.
Je gebruikt je tong bij eten, drinken, proeven en praten. Op de tong zitten smaakpapillen. Daarmee kun je dingen proeven. De smaakpapillen aan de voorkant van de tong zijn klein.
De functies van de tong
De tong gebruiken we voor onze spraak. Met behulp van de tong vormen we woorden, spraakklanken en kunnen we articuleren. We nemen smaken waar, proeven met de tong. We kunnen zoet, bitter, umami, zout en zuur onderscheiden.
De tong groeit door tot het achtste levensjaar en heeft door zijn groei een belangrijke invloed op de directe omgeving en het functioneren van de patiënt. Zo speelt de tong een belangrijke rol in de ontwikkeling van maxilla, mandibula, en de stand van de gebitselementen.
Een laagje op de tong met een lichte kleur noemen we witte haartong. Een donker laagje noemen we zwarte haartong.
De tong is gemaakt om tegen het gehemelte te rusten. Het puntje van de tong ligt daarbij tegen de 'papilla incisiva', het kleine bolletje in het midden van je gehemelte vlak achter je bovenste snijtanden.
De tong is niet de sterkste spier van het lichaam. De tong is namelijk niet één spier, maar een verzameling spieren. Verder heeft hij niet de meeste kracht, want de kaakspier kan veel meer kracht uitoefenen. Ook levert hij niet het meeste fysieke werk in je leven, want dat doet het hart.
Tong Klein Middel (KM): 30-33 cm en 230 - 300 gram. Tong Groot Middel (GM): 33-35 cm en 300 - 500 gram. Tong Groot (Lap): meer dan 35 cm en meer dan 500 gram.
Je tong is nodig om te slikken en helpt met kauwen, want hij duwt je gekauwde eten naar achter, de keelholte in. Zonder je tong kan je ook geen letters uitspreken.
De tong kan met deze acht spieren dus op acht verschillende manieren worden bewogen. De tong zit verder aan de onderzijde met de tongriem aan de mondbodem bevestigd. Doordat de tong aan de voorzijde vrij eindigt, is dit de flexibelste spier van het lichaam.
Meestal is het voldoende als 1 werkend gen aanwezig is in de cellen. Er is geen verschil waarneembaar tussen iemand met twee keer gen voor tongrollen en iemand met één keer het gen voor tongrollen. Beide personen kunnen evengoed hun tong dubbel vouwen.
Ga bij het geven van hulp bij het eten op ooghoogte zitten, houd oogcontact; geef het eten niet te 'hoog' aan; bij achterover gekanteld hoofd schiet het eten/drinken sneller de luchtpijp in. Laat het eten of drinken eerst zien en ruiken. Breng het eten in de mond met lichte druk op de tong.
Wanneer er voedsel terecht komt op een smaakknop, wordt er een prikkel gestuurd naar je hersenen. Je hersenen zetten deze prikkel om in een smaak en zo proef je of je iets lekker of niet lekker vindt.
De kleinste spier in het menselijk lichaam is het spiertje in je middenoor. De musculus stapedius, ook wel stijgbeugelspier, heeft een lengte van net iets meer dan één millimeter.
Niet de grote spierbonken zoals bil en bovenbeen, maar de kaakspier is, gemeten naar kracht per vierkante centimeter, het sterkst. Volgens Van de Vijver kan dit spiertje wel 4000 newton in beweging brengen – dat is 400 kilo.
De huid weegt zo'n tien kilo en is daarmee het zwaarste menselijke orgaan. Elke cm2 huid bevat 200 zweetklieren, één meter aan bloedvaten, 500 zenuwuiteinden, 30.000 melatonine producerende cellen, 2000 talgklieren en 20 vetklieren.
Je tong moet losjes tegen je boven gehemelte(bovenkaak) liggen. Ontdek de juiste plek voor je tong. Als je de juiste plek voor je tong hebt gevonden, dan moet je je tong 'leren' om altijd op deze plek te liggen. Dit kun je oefenen door er zo vaak mogelijk aan te denken.
Bij last van stress kunt u de volgende klachten ervaren:
Versnelde afbraak van het steunweefsel van tanden en kiezen. Mondzweren. Mondbranden. Droge mond.
Vaak zien we ook daar een lage tongligging oftewel een 'luie' tong. Doordat de tong niet in de bovenkaak ligt (wat normaal wenselijk is), kan de bovenkaak te smal blijven, waardoor er onvoldoende ruimte is voor het 'grote' gebit.
De zijranden van de tong liggen tegen de binnenkant van de bovenkiezen. De kiezen raken elkaar net niet en de lippen raken elkaar zonder spanning. Er is op deze manier evenwicht in de spieren. Is de rustpositie van de tong goed, dan zal het slikken ook goed zijn.
Wat blijkt: het openen van de kaak en het uitsteken van de tong worden door dezelfde groep zenuwcellen georganiseerd en weer een andere groep zenuwcellen organiseert het sluiten van de kaak en het intrekken van de tong. Dit gebeurt allemaal zonder door je het echt doorhebt, omdat het kauwen onbewust gebeurt.
Duizenden kauwbewegingen per dag
Kauwen vereist een zeer nauwkeurige afstemming tussen de bewegingen van je kaken en tong. Wanneer je je kaken van elkaar haalt, legt je tong het eten tussen je tanden en kiezen. Als je je kaken weer sluit, moet je tong zich razendsnel terugtrekken om te voorkomen dat je op je tong bijt.
Een haartong, een tong met abnormale lange tongpapillen. Vaak is een haartong donker gekleurd. Een haartong komt voor bij rokers en mensen met een slechte/matige lichamelijke conditie. Ook een slechte mondhygiëne, antibioticagebruik en een verminderde speekselproductie kunnen een haartong veroorzaken.