Je neus is veel gevoeliger dan je tong en is heel belangrijk bij het proeven. Houd je neus en ogen maar eens dicht als je iets eet, je proeft dan veel minder goed.
Nee, voor geen meter. Zonder neus kan je dus wel proeven of iets zoet, zuur of zout is, maar je weet alleen niet wat het is. Als je nou op je eten kauwt, dan komen er allemaal geurmoleculen vrij. Dat zijn een soort ja, onzichtbare deeltjes damp.
Een voorbeeld: als je verkouden bent en je neus verstopt zit zeggen we vaak dat we ons eten niet meer proeven. Dit heeft echter niets met echte smaakwaarneming (de 5 basissmaken op je tong) te maken, maar met het feit dat er geen luchtdoorstroming door je neus is.
Proeven doen we via de smaakpapillen, die zich op de bovenkant van de tong bevinden. Op de tong vang je een smaak op: we kennen de basissmaken zoet, zout, bitter, zuur en hartig (umami). In de mondholte worden de temperatuur en de structuur van wat je eet of drinkt opgemerkt.
Wat mensen vaak vergeten is dat je met je neus ruim tachtig procent van de smaken waarneemt. Dat zit zo: wanneer je eet, adem je geurmoleculen uit. Je hersenen merken het verschil niet op tussen smaak en geur.”
Je neus is veel gevoeliger dan je tong en is heel belangrijk bij het proeven. Houd je neus en ogen maar eens dicht als je iets eet, je proeft dan veel minder goed.
Minder proeven
Minder goed proeven komt vaak doordat u minder goed ruikt. Mensen proeven namelijk vooral door te ruiken. Geuren van wat we eten en drinken gaan door onze neus. Daar ruiken we ze en zo kunnen we veel verschillende smaken proeven.
Probeer frisse uitgesproken smaken en voeg bijvoorbeeld citroen of limoen toe aan water of probeer dranken zoals bitter lemon. Dit stimuleert de aanmaak van speeksel en kan helpen af te komen van vervelende smaakjes in de mond en om de smaakbeleving te verbeteren.
Stimuleer je smaakpapillen door je eten te kruiden, maar let op met suikers en zout. Drink voldoende zodat je slijmvliezen niet uitdrogen. Je kunt kiezen voor koolzuurhoudende dranken die bij voorkeur zoet, zuur of bitter zijn (bv. bitter lemon).
Smaak- en reukverandering is een probleem dat veel voorkomt. De smaak die u proeft of geur die u ruikt komt niet meer overeen met hoe u dacht dat het eten smaakte of rook. Dingen die u vroeger heerlijk vond, kunnen nu plotseling niet meer smaken. Ook kan het smaak- en reukvermogen wisselen per dag.
Op die manier gaat slijm ofwel snot het snelst via je keel naar de maag, waar maagzuur afrekent met de ziekteverwekkers. Bij snuiten bouw je kortdurend druk op in de neus, waardoor het slijm inclusief virus en bacteriën in de neusbijholtes terecht kan komen.Dit zorgt voor ontstekingen.
Negatieve effecten van neuspeuteren
De binnenkant van de neus is fragiel. Wanneer je vaak je neus peutert kunnen er wonden en korsten ontstaan. Deze wonden zijn vervolgens weer gevoelig voor infecties. Daarnaast kun je zelfs zo erg je neus beschadigen dat je door je eigen tussenschot heen krabt.
Door heel bewust door je neus adem te halen filter je niet alleen de lucht (wat al een belangrijke reden is) maar warm je ook de lucht op, krijg je automatisch de juiste hoeveelheid zuurstof binnen en zorg je voor de natuurlijke aanmaak van lichaamseigen stikstofmonoxide.
Op onze tong zitten namelijk smaakpapillen waarmee we proeven. We kunnen vijf verschillende basissmaken herkennen: zout, zoet, zuur, bitter en umami. Onze tong bezit ook tastzintuigen waarmee we ons voedsel voelen. We kunnen voelen wat de textuur is: korrelig of glad, zacht of hard, draderig of slijmerig.
De vier primaire smaken proeven we elk door een ander deel van de tong. Zoet wordt door de punt geproefd, zout door de voorste zijkanten, zuur door de achterste zijkanten en bitter door het achterste gedeelte van de tong. In deze gebieden liggen vele papillen met daarin smaakcellen.
De geur- en/of smaakzin kunnen tijdelijk of blijvend verminderd/veranderd zijn door bijvoorbeeld infecties (verkoudheid), ontsteking (chronisch geur- en smaakverlies), bestraling op het hoofd, chemotherapie, inname van bepaalde medicatie, te droge mondslijmvliezen, roken, depressie, hoofdtrauma en tumoren.
Smaakvoorkeuren van kinderen zijn deels aangeboren en deels aangeleerd. Baby's hebben een aangeboren voorkeur voor zoet. Dat komt deels vanuit het overlevingsmechanisme. Dingen die oneetbaar en giftig zijn, zijn vaak bitter en zuur.
Smaak kunnen we waarnemen met onze tong, maar het gaat ook om balans, geuren, ervaringen en interactie. Geur bijvoorbeeld, komt vrij als je het product voor je hebt, maar het komt ook vrij als je het in je mond hebt en uitademt. Dat noemen we retronasaal – aroma's worden ontvangen door de neusslijmvliesen.
Ongeveer eens in de twee weken vervallen je smaakpapillen en worden er nieuwe ontwikkeld, net zoals alle andere cellen in ons lichaam.
Hierdoor wordt proeven gemakkelijker. Neem iets fris-zuurs om op te kauwen of om op te zuigen, bijvoorbeeld: een zuurtje, pepermunt, (suikervrije) kauwgom, zacht snoep of een waterijsje. Ook fris-zure producten als tomaat, komkommer, augurk, appel en zilveruitjes kunnen helpen.
Hoe iets precies smaakt hangt af van allerlei factoren. Zo spelen structuur, de temperatuur en de kruidigheid een belangrijke rol. Veel gerechten en dranken krijgen een heel andere smaak wanneer ze worden verwarmd of juist gekoeld. Bovendien beïnvloeden ook reukprikkels de smaakbeleving.
Vet geeft smaak
De vetten zorgen dus voor smeuïg en smakelijk vlees. Al is het ene vet natuurlijk niet het andere. Vetten kunnen in het vlees opgeslagen worden (intramusculair vet) waardoor je stukken vlees met een mooie marmering krijgt.
Je ruikt je eigen lichaamsgeur niet. Dat komt omdat je er aan gewend bent (net zoals boeren 'blind' zijn geworden voor de geur van mest). Hoewel je je dus niet bewust ben van hoe je zelf ruikt, speelt lichaamsgeur een belangrijke rol in je leven.
Hoe werkt ruiken? Als we ademhalen door onze neus, komen geurmoleculen uit de lucht ons reukslijmvlies binnen. Dat slijmvlies zit bovenin de neus, vlak onder de ogen. Daar binden de moleculen zich aan geurreceptoren en die sturen een signaal door naar de hersenen.
In de meeste gevallen herstelt de reuk en de smaak vanzelf weer, nadat de verkoudheid verdwenen en de neus niet meer verstopt is. Toch komt het ook voor dat men langdurig te maken heeft met reuk- en smaakverlies, zonder neusverstopping.