Het belangrijkste waar je op moet letten is de letter Y (lange ij, ypsilon) en de letter X: Je spreekt de letter Y in DYSlexie uit als een i en dat is dus lastig. Het is dyslexie en geen dyslectie!
Dyslexie zorgt voor moeite met lezen en schrijven. En door dyscalculie krijg je moeite met rekenen. Hierdoor loop je dagelijks tegen allerlei problemen aan. Zoals problemen met klokkijken, omgaan met geld of je post lezen.
Dyslectici maken meer spelfouten dan leeftijdsgenoten: 'luisterfouten', (bijv.verspeken in plaats van verspreken), 'onthoudfouten' (bijv.ou-au of ei-ij) of regelgebaseerde fouten (bijv.dt-fouten).
Ook dyscalculie en dyslexie komen relatief vaak samen voor. Naar schatting vertoont 40% van de jeugdigen met leesproblemen ook rekenproblemen.
Iemand met dyslexie heet een dyslecticus of dyslectica, meervoud respectievelijk dyslectici en dyslecticae, maar wordt geslachtsneutraal meestal 'dyslect' (meervoud 'dyslecten') genoemd.
Mensen met dyslexie hebben vaak een sterk ontwikkeld visueel geheugen. Dit helpt om innovatief en creatief te denken. Ook leggen ze sneller verbanden en leren ze om zichzelf op een andere manier uit te drukken dan met taal.
visuele dyslexie: veroorzaakt moeite met het lezen en begrijpen van teksten. auditieve dyslexie: veroorzaakt moeite met het interpreteren en het begrijpen van geluid. attentionele dyslexie: veroorzaakt moeite met het lezen van woorden in zinsverband, doordat er te veel woorden en letters zichtbaar zijn.
Kinderen met dyslexie hebben ook vaak problemen met het automatiseren van eenvoudige rekenbewerkingen, zoals optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. Daardoor hebben ze ook vaak problemen met voortgezette rekenvaardigheid.
Dyslexie gaat nooit over. Je kunt wel leren om er minder last van te hebben. Daarnaast kan het veel oefenen helpen om steeds iets beter te worden in het lezen en spellen. Niet ieder kind met dyslexie heeft veel moeite met zowel het lezen als de spelling.
Soms is een functiebeperking goed te zien, maar meestal valt de functiebeperking niet op, bijvoorbeeld bij dyslexie, ADD, ADHD, autisme of een psychische aandoening. Er zijn voorzieningen om het studeren te faciliteren.
Veel dyslectici lezen gemiddeld 50 tot 150 woorden per minuut. De gemiddelde leessnelheid (van niet-dyslectici) is 250 woorden per minuut.
Dyslexie is voor een deel erfelijk. Dat wil zeggen dat de kans groter is dat een kind dyslexie heeft als één van de ouders dyslexie heeft. Kinderen van wie één van de ouders dyslexie heeft, hebben ongeveer een vier keer grotere kans om dyslexie te ontwikkelen dan kinderen van wie de ouders geen dyslexie hebben.
Dyslexie wordt onderzocht door de afname van een dyslexietest. De gemiddelde kosten van een dyslexietest zijn €800.
Ontwikkelingsdyslexie: dit is dyslexie die aangeboren is. Verworven dyslexie: dit is dyslexie die op latere leeftijd is ontstaan bij mensen die normaal hebben leren lezen.
Sinds de invoering van de BVRD spreken we overigens niet meer van een milde of lichte vorm van dyslexie. Deze termen werden in het verleden door sommigen gebruikt wanneer de uitval op lezen en/of spellen minder ernstig was.
Het leren lezen gaat veel moeilijker. Ze blijven vaak ook wat langzamer lezen. Het leren van dingen die je uit je hoofd moet weten, kost veel meer moeite (bijvoorbeeld de tafels, topo, woordjes voor de vreemde talen). De dyslexie zit dus in je hersenen.
Vaak wordt aangeraden om een een schreefloos lettertype (zoals Arial of Calibri, 12 punts) te gebruiken en iets meer ruimte tussen de tekstregels toe te passen.
Dyslexie is een leerstoornis die van blijvende aard is. Toch hoeft het geen grote beperking te vormen voor het dagelijks functioneren en de verdere loopbaan van jouw kind.
Het klopt dat mensen met dyslexie op sommige taken bij een IQ-test als groep minder goed presteren. Dit geldt vooral voor taken die ook een beroep doen op klankverwerking, zoals cij- ferreeksen en substitutie. De verschillen zijn echter zo klein dat ze niet gebruikt kunnen worden om voorspellingen te doen.
Dyslexie is de algemene term voor ernstige lees- en/of spellingproblemen, die internationaal ook wordt gebruikt. Ernstige dyslexie (ED) is een Nederlandse term, die vooral met regelgeving voor vergoede zorg in Nederland te maken heeft (tot 1 januari 2022 werd gesproken van EED, Ernstige Enkelvoudige Dyslexie).
Symptomen van dyslexie
De kernsymptomen van dyslexie zijn problemen met technisch en begrijpend lezen en problemen met spellen en stellen (het schrijven van teksten). Kinderen (en volwassenen) met dyslexie kunnen echter ook op andere gebieden problemen ervaren.
Kinderen en jongeren met dyslexie hebben problemen met het verwerken van klanken en letters. Ze vallen meestal op als ze hardop moeten lezen. Vaak gaat dat langzamer dan het tempo van hun klasgenootjes en niet vloeiend. In plaats daarvan lezen ze op een spellende en/of radende wijze.
Dyslexie is een psychisch probleem. Artikel 2.3 van de Jeugdwet beperkt de voorzieningenplicht niet tot problemen vanwege EED en sluit andere vormen van dyslexie ook niet uit. In artikel 1.1 van de Jeugdwet wordt een definitiebepaling van opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen gegeven.
Mensen met dyslexie zijn over het algemeen goed in het waarnemen van de dingen in hun omgeving, het zien van grote gehelen maar ook van details die anderen niet altijd opvallen. De meeste dyslectici denken ook op een sterk visuele (en minder talige) manier.