Voorwaarden WW
5 uur of meer van uw arbeidsuren per week verliest en geen recht hebt op loon over die uren; direct beschikbaar bent voor betaald werk; minimaal 26 weken heeft gewerkt in de 36 weken voordat u werkloos werd (wekeneis). Weken waarin u als zelfstandige heeft gewerkt, tellen niet mee.
Voorwaarden algemene bijstand
u bent 18 jaar of ouder; u heeft niet genoeg inkomen of vermogen om in uw levensonderhoud te voorzien; u kunt geen beroep doen op een andere voorziening of uitkering, waarmee u in uw levensonderhoud kunt voorzien; u zit niet in de gevangenis of een huis van bewaring.
Een jongere kan vanaf de leeftijd van 18 jaar zelfstandig recht hebben op een algemene bijstandsuitkering. Dit geldt ook voor jongeren die inwonend zijn bij ouders. Voor thuis- en uitwonende jongeren van 18 tot 21 jaar geldt een lagere algemene bijstandsnorm. Dit betreft de jongerennorm.
Ook als oudere werkloze heeft u een sollicitatieplicht. Behalve als u binnen 1 jaar de pensioengerechtigde leeftijd bereikt. Dan hoeft u niet meer te solliciteren. Als u dat wilt, mag u wel blijven zoeken naar werk.
Het sociaal minimum is het minimale bedrag dat u nodig heeft om in uw levensonderhoud te kunnen voorzien. De overheid heeft hiervoor een normbedrag opgesteld, dat ze ieder half jaar aanpast.
De arts en de arbeidsdeskundige van UWV bepalen uw mate van arbeidsongeschiktheid. Dit gebeurt door een sociaal-medische beoordeling. U krijgt die beoordeling als u na 2 jaar ziekte niet of niet volledig aan het werk kunt.
Voorwaarden WW
5 uur of meer van uw arbeidsuren per week verliest en geen recht hebt op loon over die uren; direct beschikbaar bent voor betaald werk; minimaal 26 weken heeft gewerkt in de 36 weken voordat u werkloos werd (wekeneis). Weken waarin u als zelfstandige heeft gewerkt, tellen niet mee.
Een jongere kan vanaf de leeftijd van 18 jaar zelfstandig recht hebben op een algemene bijstandsuitkering. Dit geldt ook voor jongeren die inwonend zijn bij ouders. Voor thuis- en uitwonende jongeren van 18 tot 21 jaar geldt een lagere algemene bijstandsnorm.
Ouders zijn verantwoordelijk voor kinderen
Ouders zijn verantwoordelijk voor de verzorging en opvoeding van hun kinderen. Dat staat in de wet. Ouders betalen kosten van verzorging en opvoeding. Ouders betalen kosten van levensonderhoud en studie.
In de meeste landen is die leeftijd 18 jaar, maar dit kan ook jonger (16) of ouder (21) zijn. In Nederland is men normaal gesproken vanaf 18 jaar meerderjarig, en vanaf 21 jaar geheel 'onafhankelijk'.
De woonquote neemt sterk af naarmate het inkomen van huishoudens toeneemt. In de laagste inkomensgroep bedroegen de woonlasten, zowel voor eigenaren als huurders, gemiddeld 45 procent van het inkomen. Huurders in deze groep waren in 2021 maandelijks gemiddeld 533 euro kwijt aan woonlasten.
Heeft u een aanpassing nodig in uw woning zoals een traplift of een verhoogd toilet? U kunt dan een vergoeding krijgen via de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) of de Wet langdurige zorg (Wlz). Dit is afhankelijk van de aard en de zwaarte van de zorg die u nodig heeft.
Bijstand vult onvolledige AOW aan
Als u geen volledige AOW-uitkering heeft opgebouwd, kan uw inkomen lager zijn dan het bijstandsminimum. Dat komt bijvoorbeeld voor als u door verblijf in het buitenland minder AOW heeft opgebouwd. U kunt dan de aanvullende inkomensvoorziening ouderen (AIO) krijgen.
De AOW-leeftijd blijft in 2020 en 2021 66 jaar en 4 maanden. In 2022 stijgt de AOW-leeftijd met 3 maanden en komt in 2024 uit op 67 jaar. Daarna zal de AOW-leeftijd niet 1 jaar stijgen per jaar dat we langer leven, maar 8 maanden. De AOW-leeftijd blijft dus gekoppeld aan de levensverwachting, maar in mindere mate.
Volgens de Algemene Ouderdomswet wordt de AOW-leeftijd in 2024 67 jaar. Ook voor 2025 en 2026 is de AOW-leeftijd vastgesteld op 67 jaar. Voor de jaren erna wordt de verhoging van de AOW-leeftijd bepaald aan de hand van de CBS-prognose van de levensverwachting.
Voorwaarden algemene bijstand
u bent 18 jaar of ouder; u heeft niet genoeg inkomen of vermogen om in uw levensonderhoud te voorzien; u kunt geen beroep doen op een andere voorziening of uitkering, waarmee u in uw levensonderhoud kunt voorzien; u zit niet in de gevangenis of een huis van bewaring.
Met een laag inkomen heeft u mogelijk recht op steun vanuit de Rijksoverheid en uw gemeente. Bijvoorbeeld met toeslagen, (bijzondere) bijstand, kwijtschelding van gemeentelijke belastingen, of een kindpakket (bijvoorbeeld een tegoedbon voor zwemles). Welke hulp u kunt krijgen hangt af van uw situatie.
Voorwaarden WW
5 uur of meer van uw arbeidsuren per week verliest en geen recht hebt op loon over die uren; direct beschikbaar bent voor betaald werk; minimaal 26 weken heeft gewerkt in de 36 weken voordat u werkloos werd (wekeneis). Weken waarin u als zelfstandige heeft gewerkt, tellen niet mee.
Eind 2021 maakte het vorige kabinet bekend € 3,2 miljard te steken in een verlaging van de energiebelasting. Ook werd een eenmalige energietoeslag van ongeveer € 200 per huishouden aangekondigd om de gevolgen voor mensen met een inkomen rond bijstandsniveau te verzachten. Dat geldt ook voor ouderen met lage inkomens.
Tekenen van armoede
Voor arme mensen geldt dat het schaarse inkomen uit werk of bijstand vaak volledig opgaat aan woonkosten, energiekosten en verplichte ziektekosten, waardoor er geen geld meer is voor voedsel en de eerste levensbehoefte niet volledig gedekt zijn.
Mensen uit een huishouden met een inkomen onder de armoedegrens leven gemiddeld ongeveer 5 jaar korter dan mensen met een hoger inkomen. Het verschil in gezonde levensjaren bedraagt zelfs 14 jaar.
Dikte van breinaalden
De dunnere breinaalden worden gemaakt in stappen van 0,5 mm, zo is 3,5 een heel gebruikelijke breinaald. Voor dunne wol worden de dunste breinaalden gebruikt, voor dikkere wol de dikkere naalden. Op het etiket van breiwol staat aangegeven welke pendikte erbij gebruikt kan worden.
Ondergoed is kleding die direct op de huid gedragen wordt, doorgaans onder andere kleding. Het dragen van ondergoed heeft vooral hygiënische redenen, maar het zorgt ook voor steun, een hoger draagcomfort en meer privacy. Bij koud weer wordt soms extra lang of dik ondergoed gedragen.
Vanaf de jaren 1930 raakten slips (onderbroeken zonder broekspijpen) ingeburgerd voor mannen en vrouwen. Sindsdien zijn slips, boxershorts en boxer briefs de meest voorkomende stijlen voor mannen. In de damesmode is er een grote variëteit aan snits, zoals slips, bikinibroekjes, strings, boyshorts, hipsters en bloomers.