Inmiddels is de wet al weer jaren terug veranderd. Fietsers worden nu, net als auto's en scooters door de wet aangezien als 'bestuurders'. Zij zijn wat betreft de voorrangregels gelijk gesteld met motorvoertuigen. Een auto van links moet een fietser van rechts voorrang verlenen.
Een fietser heeft voorrang op het fietspad. Een fietspad is het deel van de openbare weg dat afgebakend is door twee evenwijdige witte onderbroken strepen en dat niet breed genoeg is voor het autoverkeer.
Voor fietsers gelden in principe dezelfde voorrangsregels als voor andere bestuurders : ze moeten voorrang geven aan wie van rechts komt, ze moeten aan iedereen voorrang verlenen wanneer ze een manoeuvre uitvoeren (b.v. van rijstrook veranderen of rechtsomkeer maken), ze moeten de stopborden respecteren evenals ...
Op kruispunten verlenen bestuurders voorrang aan bestuurders die van rechts komen, dus ook aan fietsers. Bij een voetgangersoversteekplaats hebben fietsers geen voorrang. Fietsers zijn immers geen voetgangers. Fietsers vallen wel onder de zogenaamde zwakke verkeersdeelnemers, net als voetgangers.
De bestuurder van het motorrijtuig is aansprakelijk en moet de schade van de fietser of voetganger vergoeden, tenzij de bestuurder overmacht kan aantonen. Bij overmacht krijgt de fietser of voetganger geen schadevergoeding.
De fietser hoeft geen schuld aan te tonen. De bestuurder van een motorrijtuig kan de fietser aansprakelijk stellen voor de schade door de aanrijding, maar dat is wel complex. De zwakke verkeersdeelnemers worden door de wet beschermd, in artikel 185 Wegenverkeerswet.
Het idee dat fietsers nooit schuld hebben bij een aanrijding met een auto, klopt niet. Onder fietsers vallen gewone fietsen en e-bikes met trapondersteuning tot 25km/u. De speciale bescherming van 'zwakke verkeersdeelnemers' wordt geregeld in Artikel 185 van de Nederlandse Wegenverkeerswet 1994 (art.
Kom je aan kruispunt met één of meerdere openbare wegen en is er geen specifieke aanduiding van wie voorrang heeft, dan geldt altijd de voorrang aan rechts. Die regel is van toepassing op alle bestuurders die ten opzichte van jou van rechts komen, dus ook op fietsers en bromfietsers.
Bestuurders zijn alle weggebruikers, behalve voetgangers. Dus een fietser die links afslaat, moet een auto die dicht achterop komt en rechtdoor gaat, voor laten gaan.
Rechts heeft voorrang, met uitzonderingen
Er zijn een aantal uitzonderingen. Bestuurders op een onverharde weg verlenen voorrang aan bestuurders op een verharde weg. Bestuurders verlenen voorrang aan een tram. Alle weggebruikers moeten bestuurders van een voorrangsvoertuig voor laten gaan.
Fietsers moeten rechts (in hun rijrichting) op de rijbaan rijden, zo dicht mogelijk bij de rechterrand van de rijbaan.
Basis regel is simpel: een voetganger heeft nooit voorrang, die laat je voor gaan. Voorrang is geregeld tussen bestuurders onderling, een auto geeft een auto voorrang, een fietser een bus, een scooter een vrachtwagen etc..etc.. Een voetganger is geen bestuurder, en zal daarom niet tot deze groep gerekend worden.
Op kruispunten waar een doorlopend fietspad is, moet je als bestuurder (ook als fietser!) voorrang verlenen aan de fietsers en andere weggebruikers (zoals bv. skaters of rolstoelgebruikers) die op het fietspad rijden , ook al kom je als bestuurder zelf van rechts ten opzichte van wie zich op het fietspad bevindt.
De algemene voorrangsregel, de voorrang aan rechts, is ook van toepassing voor fietsers. Deze regel geldt ook in de fietsstraat en bij uitbreiding in een fietszone, voor alle bestuurders, tenzij een verkeersbord de voorrang bepaalt. Fietsers in een fietsstraat moeten dus de voorrang aan rechts respecteren.
Bestuurders mogen zwakke weggebruikers niet in gevaar brengen en moeten hun in de meeste gevallen voorrang verlenen. Zo moeten bestuurders bijvoorbeeld stoppen aan een zebrapad. Ook moeten ze extra aandachtig zijn in speelstraten of op oversteekplaatsen voor fietsers en voetgangers.
Je gaat in het midden of rechts staan als je rechtdoor wilt. Je gaat links staan als je linksaf wilt. Je mag in het linkervoorsorteervak gaan fietsen. Kijk achterom voordat je naar het linkervoorsorteervak gaat.
Fietsers hebben zonder voorrangregels (dus op een gelijkwaardige kruising) en komend van rechts gewoon voorrang, ook vanaf een fietspad en ook buiten de bebouwde kom. Dit is niet beperkt tot 30km zones.
De regel 'rechtdoorgaand verkeer op dezelfde weg gaat voor afslaand verkeer' geldt voor iedereen in het verkeer. Hier vallen voetgangers dus ook onder. Sla jij af? Dan moet jij iedereen –en dus ook voetgangers – voorrang verlenen.
Voor alle duidelijkheid: als je fietst, ben je een bestuurder die deelneemt aan het verkeer. Als je de fiets aan de hand hebt, ben je een voetganger. Enkel een voetganger heeft voorrang op een voetgangersoversteekplaats.
In de praktijk heeft het verkeer op de belangrijkste weg voorrang. Mits dat anders staat aangegeven. Een voorrangsweg herken je aan een dubbele onderbroken streep, die aangeeft dat je voorrang moet verlenen aan verkeer op een kruisende weg.
Als er bijvoorbeeld haaientanden op jouw wegdeel staan, dan moet je altijd voorrang verlenen aan bestuurders op de kruisende weg. Voetgangers op een zebrapad hebben wel altijd voorrang. Als je op een onverharde weg rijdt, moet je ook aan alle bestuurders van een verharde weg voorrang geven.
Voorrang verlenen en regels op kruispunten
Bestuurders mogen een kruispunt niet blokkeren. Op kruispunten verlenen bestuurders voorrang aan voor hen van rechts komende bestuurders. Uitzondering: bestuurders op een onverharde weg verlenen voorrang aan bestuurders op een verharde weg.
Als je een fietser of voetganger hebt aangereden is het verstandig om 112 te bellen, ook al lijkt de letselschade minimaal. Het is belangrijk om een gewonde altijd te laten liggen of zitten totdat er professionele hulp is gearriveerd. Als er ooggetuigen aanwezig zijn dan kun je hen een verklaring laten afleggen.
Soms is het bellen met 112 noodzakelijk bij dit soort aanrijdingen. Bel bij twijfel altijd het alarmnummer. Iedere seconde kan tellen bij een medisch noodgeval. De materiële schade bij een zwakke verkeersdeelnemers blijft vaak beperkt, maar de kans op letselschade is groot.
De schuldige van het verkeersongeval is onbekend
Het Waarborgfonds Motorverkeer is er voor fietsers die door een aanrijding met een brommer of auto schade hebben geleden, maar deze niet vergoed krijgen doordat bijvoorbeeld de auto is doorgereden.