Attention Deficit/Hyperactivity Disorder (ook wel ADHD) is meestal aangeboren. Dus het zit vaak in de familie, maar het kan ook wel eens een generatie overslaan. Heel soms krijgen mensen ADHD door zuurstofgebrek bij de geboorte. Je hebt ADHD dus al vanaf de kinderleeftijd, meestal met een begin voor het 12e jaar.
ADHD is meestal aangeboren. Dit wil niet zeggen dat een kind geboren wordt met ADHD, maar wel met de aanleg voor ADHD. De aandoening is voor deel erfelijk. Als je ouders of eventuele broers of zussen ook ADHD hebben is er een grote kans dat je zelf ook ADHD hebt.
Officieel wordt de diagnose bij kinderen pas gesteld vanaf 5, 6 jaar. Natuurlijk begint ADHD al eerder, maar dan is het vaak moeilijk om hyperactiviteit te onderscheiden van normaal druk gedrag bij peuters en kleuters.
Factoren die een rol spelen bij ontstaan ADHD
erfelijke aanleg. problemen in het executief functioneren van de hersenen. afwijkingen in hersenstructuren. verminderde gevoeligheid voor bekrachtiging.
Aspecifieke verschijnselen bij baby's en peuters die vaker voorkomen bij kinderen die later ADHD blijken te hebben, zijn inslaapproblemen, motorische onrust, gemakkelijk huilen, overgevoeligheid voor aanraken of geluiden, oppositioneel gedrag en snel wisselen van spel (meer dan leeftijdsgenoten, die vaak ook niet uren ...
Er bestaat tot op heden geen enkele behandeling die ADHD volledig en voor altijd kan 'genezen'. Maar door de juiste behandeling te volgen en/of goede begeleiding te krijgen, kunnen heel wat kinderen en volwassenen hun ADHD-symptomen grotendeels onder controle krijgen.
ADHD is een neurobiologische stoornis. Er gaat iets niet goed in de hersenen; er is een tekort aan zogeheten neurotransmitters (dopamine en noradrenaline). Deze neurotransmitters zorgen ervoor dat informatie tussen de ene zenuwcel snel en goed worden doorgegeven aan een andere zenuwcel.
Met voeding en supplementen kun je ook heel veel doen om je systeem rustiger te krijgen. Er zijn allerlei testjes om uit te zoeken welke disbalans iemand heeft. Gaba bijvoorbeeld is een kalmerende neurotransmitter die veel mensen met ADHD tekort komen, dus een supplement kan rustgevend werken.
Voorbeelden hiervan zijn vroeggeboorte, vroege traumatische ervaringen en een tekort aan voedingsstoffen. Slaaptekort leidt ook tot ADHD-kenmerken. Slaap en ADHD is eigenlijk een soort kip-en-het-ei-verhaal. Door ADHD heb je een grote kans op slaapproblemen, maar door slaapproblemen verergeren ook je ADHD-klachten.
Kinderen met ADHD hebben soms moeite met emotieregulatie. Daar kunnen ze weinig aan doen, dat heeft te maken met een minder goed functioneren van de executieve functies. Let dus goed op in situaties waar emoties aan te pas komen, zoals sportlessen, woordenwisselingen, enz.
Bij kinderen die problemen hebben met hun concentratie en/of hyperactief zijn, wordt al vaak gedacht aan ADHD. Rusteloosheid, onoplettendheid, erg energiek zijn of dagdromen zijn zaken die bij hoogbegaafde kinderen vaak voorkomen en tevens allemaal kenmerken zijn van ADHD.
De eerste ADHD kenmerken komen vaak aan het licht wanneer je kind 3 of 4 jaar is, maar het kan ook op jongere of oudere leeftijd naar boven komen. We noemen ADHD een ontwikkelingsstoornis. Zo'n stoornis belemmert de ontwikkeling van een kind of jongere en is op latere leeftijd vaak moeilijk te herkennen of behandelen.
Voorlopig zijn dat er steeds meer, maar elk gen draagt maar voor een klein deel bij aan het risico. Als je zelf ADHD hebt is er een kans van 30% dat je broer of zus het ook heeft, en 50% dat je kind het zal hebben. Als beide partners ADHD hebben kan het risico hoger zijn.
Uit je onderzoek blijkt ook dat symptomen kunnen verergeren, hoe zit dat? 'We zagen inderdaad dat ADHD-symptomen in de adolescentie kunnen verergeren, maar dan gaat het vaak om kinderen die al een hoge genetische aanleg voor ADHD hebben en ook al milde symptomen.
Als er sprake is van de stoornis ADHD, moet de impact op het participeren in het maatschappelijk leven aangetoond worden volgens de basisdefinitie van een handicap (langdurige en belangrijke beperking van de kansen tot sociale integratie). Die impact kan zeer wisselend zijn.
Impulsiviteit: eerst doen en dan denken, anderen veelvuldig in de rede vallen, ongeduldig zijn, impulsief geld uitgeven, impulsief relaties en werk betrekkingen beginnen en beëindigen, voor de omgeving onbegrijpelijke beslissingen nemen.
Mensen met Attention Deficit Hyperactivity Disorder herken je vaak aan de concentratieproblemen of het aandachtstekort. Daarnaast zijn ze vaak ook hyperactief en impulsief. Hyperactiviteit herken je aan niet stil kunnen zitten, wiebelen, vaak opstaan of druk en luid praten.
ADHD is geen ziekte, maar slechts een beschrijving van symptomen. Een kind dat hyperactief is, niet luistert, zich slecht kan concentreren, makkelijk is afgeleid, altijd alles kwijt is, vergeetachtig is, er alles uitflapt, nauwelijks stil kan zitten en moeite heeft met details, kán het stempel ADHD krijgen.
Bij mensen met ADHD functioneert het filter minder goed: hierdoor komen álle prikkels binnen. Iemand met ADHD kan zich daardoor minder goed concentreren op een gesprek, en is snel afgeleid. De stem van de gesprekspartner klinkt immers even hard als de stem van iemand die een eindje verderop staat.
Autisme en ADHD komen vaak gezamenlijk voor, hoe vaak precies is nog onbekend. Wat betreft gedrag kennen de twee diagnoses opvallend veel overlap. Dit maakt het stellen van de juiste diagnose vaak lastig. De oorzaken van het gedrag kunnen totaal verschillend zijn.