Wanneer u niet meer in staat bent om uw huishouden zelf te doen (bijvoorbeeld door een ongeval, ziekte of omdat u slecht ter been bent), kunt u huishoudelijke hulp inschakelen. Om in aanmerking te komen voor de WMO dient u contact op te nemen met uw gemeente.
Hulp in huis vraagt u aan bij de gemeente. De gemeente is verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), waar de huishoudelijke hulp onder valt. Voor een huishoudelijke hulp vanuit de Wmo betaalt u een vaste bijdrage van 19 euro per maand.
omvang van 40 uur per week. Deze normtijden worden gebruikt bij het berekenen van de totale benodigde tijd voor de activiteiten met betrekking tot kinderen.
U komt in aanmerking voor een Wmo-voorziening als u bij alles wat u niet meer zelf kunt geen hulp kunt krijgen. Ook niet met gebruikelijke hulp, mantelzorg, andere personen uit uw netwerk of via een algemene voorziening. Een algemene voorziening is bijvoorbeeld het welzijnswerk of buurtwerk in uw gemeente.
De gemeente mag geen inkomensgrens stellen voor hulp uit de Wmo (offcieel Wmo 2015). Wel kunnen gemeenten een eigen bijdrage vragen voor voorzieningen en hulpmiddelen uit de Wmo.
Eigen bijdrage Wmo (abonnementstarief)
U betaalt voor de meeste Wmo hulp en ondersteuning € 19,00 per maand. Dit wordt het abonnementstarief genoemd. Het abonnementstarief geldt voor alle maatwerkvoorzieningen en voor de algemene voorzieningen waarbij sprake is van een duurzame hulpverleningsrelatie.
De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is bedoeld voor mensen die hulp nodig hebben bij het zelfstandig thuis wonen, het ontmoeten van anderen en voor de ondersteuning van mantelzorgers. Voorbeelden van ondersteuning uit de Wmo zijn: maaltijdservice, huishoudelijke hulp en een scootmobiel.
Als de hulp langer werkt dan 2,5 tot 3 uur, heeft de hulp recht op een korte pauze, al is het maar even een paar minuten zitten of een praatje maken.
Gemeenten ondersteunen mensen met een ziekte of beperking en ouderen die thuis wonen. Het doel is dat mensen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen wonen en dat zij goed mee kunnen doen in de maatschappij. Dit is geregeld in de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Officieel heet deze wet Wmo 2015.
Wanneer komt u in aanmerking voor wijkverpleging? Wijkverpleging is voor mensen die thuis verzorging of verpleging nodig hebben. Zoals ouderen, mensen die een chronische ziekte of lichamelijke handicap hebben of die net uit het ziekenhuis komen en tijdelijk verzorging of verpleging thuis nodig hebben.
Wat kan een schoonmaakhulp doen in 2 of 3 uur per week? In 2 of 3 uur per week kunnen doorgaans alle basistaken zoals stofzuigen, afstoffen, dweilen, het schoonmaken van de keuken en badkamer uitgevoerd worden.
Thuiszorg in de vorm van verpleging of verzorging valt sinds 1 januari 2015 onder de Zorgverzekeringswet (Zvw). Om voor deze zorg thuis in aanmerking te komen, hebt u een indicatie nodig.
In de Wet langdurige zorg (Wlz) wordt niet vastgelegd op hoeveel uren zorg de cliënt recht heeft. Een cliënt heeft recht op zorg, maar hier worden geen uren aan verbonden.
Huishoudelijke hulpen die al 15 jaar werken sinds hun 15de verdienen tussen de € 12 en € 20 per uur (gemiddeld € 15,50). Met minder werkervaring liggen de gemiddelde uurlonen wat lager. Je zou met weinig werkervaring je werkgever minimaal € 12,50 per uur kunnen vragen.
De meest genoemde bedragen die mensen betalen voor hun schoonmaakster liggen tussen de 10 euro tot 15 euro per uur. Dan ben je al snel gedekt als je alles berekent en uitgaat van het minimumloon van om en nabij de 9 euro.
Als huishoudelijke hulp in loondienst verdient u een minimumloon van € 10,18 per uur. Op basis van werkervaring verdient u meer: 1 jaar werkervaring: gemiddeld € 12,10 per uur. 2-9 jaar werkervaring: gemiddeld € 12,50 per uur.
Goed om te weten: niet al uw spaargeld telt mee. Er is in 2020 een vrijstelling van 30.846 euro per persoon. Heeft u dus een vermogen dat lager is dan de vrijstelling, dan heeft dat geen invloed op de eigen bijdrage.
Voor de eigen bijdrage in 2022 kijken we naar uw vermogen in 2020. In 2020 is het heffingsvrije vermogen € 30.846 per persoon.
Hulp bij het huishouden valt onder de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). U regelt hulp bij het huishouden bij uw gemeente. U ontvangt elke maand een factuur van het CAK. Uw eigen bijdrage is nooit hoger dan € 19,00 per maand.
De Wmo is grotendeels gericht op mensen vanaf 18 jaar die zelfstandig wonen. Zorg voor kinderen wordt vanuit andere wetten vergoed. Toch kunt u als ouder van een zorgkind met de Wmo te maken krijgen.
De Belastingdienst geeft het inkomen en vermogen aan ons door. In 2021 telt vermogen (zoals spaargeld) tot € 30.360 per persoon niet mee voor de eigen bijdrage. Dit noemen we het 'heffingsvrij vermogen'. Het vermogen boven € 30.360 telt wel mee voor de eigen bijdrage.
Scootmobiel, rolstoel en aanpassingen aan auto of fiets
Naast hulpmiddelen in huis, kun je via de Wmo ook hulpmiddelen vergoed krijgen die de mobiliteit in en om de woning te verbeteren. Denk bijvoorbeeld aan een scootmobiel, rolstoel of een aangepaste fiets. Of je deze hulpmiddelen vergoed krijgt, bepaalt de gemeente.