Eerbetoon aan Brahm. Op de dag van de crematie scheert een zoon of -als een zoon ontbreekt- een andere man uit de familielijn van de man, zijn hoofdhaar af, omdat hij bij de uitvaartplechtigheden als offeraar gaat optreden. Andere mannen in de familie scheren zich dan voor het eerst na het overlijden weer.
Hindoes geven de voorkeur aan crematie, omdat het de snelste manier zou zijn om het lichaam terug te laten keren naar de 'bron'. Op de dag van de hindoestaanse crematie komt de pandit naar het huis van de naaste familie om hen te helpen met de voorbereidingen voor de crematieplechtigheid.
Hindoestaans afscheid in het crematorium
Aan het einde van de plechtigheid is alleen nog de familie rondom de overledene. Nadat alle bloemen, bloemblaadjes en resterend reukwater in de kist is gelegd wordt deze gesloten. De kist wordt aan het oog onttrokken, dit is een zeer emotioneel moment voor alle aanwezigen.
Kaam Kriya met vuurdienst € 5055,-
het regelen en uitvoeren van de uitvaart, het overbrengen van de overledene, het gebruik van de bewassingsruimte (1,5 uur), twee keer een rouwbezoek van een uur.
Na het afscheid
Na twaalf of dertien dagen wordt de rouw officieel opgeheven onder leiding van een pandit en worden er in het huis van de overledene speciale offers gebracht om de overledene te helpen. Soms kiest de familie ervoor de as al uit te strooien, omdat mensen uit het buitenland er dan nog bij kunnen zijn.
Hindoes geloven in de twee-eenheid van lichaam en ziel. Na de dood verlaat de ziel het lichaam om een ander stoffelijk omhulsel te vinden of om te worden opgenomen in Brahm. Het verlaten lichaam moet zo snel mogelijk terug naar de oerbron met de vijf elementen: water, vuur, ether, lucht en aarde.
Na de religieuze plechtigheden hangt de guru samen met de ouders een ingewijd koord, een sacraal koord -de Djanew of Jagyaopwiet- om de hals van het kind. Deze jagyopwiet wordt zo gedragen dat het op de linkerschouder komt te rusten en via de borst en hart van het kind komt te liggen onder zijn rechter arm.
Hindoe (bij)geloof van vervuiling in een gezin als gevolg van een geboorte.
Bij boeddhisten betekent de dood niet het einde, maar juist het begin van de overgang van het ene leven naar een nieuw leven. Zij geloven namelijk in reïncarnatie.
De angst voor de dood wordt door humanisten beantwoord met het streven naar aanvaarding. De dood is een niet te veranderen gegeven dat je onder ogen moet zien en waarmee je moet leren leven, zeggen zij. Daarom stimuleren zij mensen om tijdens hun leven al wensen over hun uitvaart vast te leggen.
Hindoes zelf noemen hun geloof sanatana dharma wat 'eeuwige leer' betekent. Hindoes geloven dat je reïncarneert na je dood. Hoe fijn je volgende leven is, wordt bepaald door hoe je je in je huidige leven gedraagt, karma. De religie heeft vele goden, maar eigenlijk geloven hindoes maar in één god.
Enkele belangrijke hindoeïstische symbolen zijn de swastika (als symbool voor voorspoed en geluk), de lotusbloem (symbool van de beschermgod Vishnoe) en het symbool omkar (dat duidt op bewustzijn, overgave en mantra).
Niet alleen door de overheerlijke Indiase gerechten, maar tevens door de betekenisvolle ceremonies, de kleurrijke versieringen en prachtige kledij staat een typisch Indiaas Hindoe huwelijk bekend in de hele wereld. Nou, nou! Een typisch Indiaas Hindoe huwelijk duurt pakweg 3-5 dagen.
Totstandkoming geloof in reïncarnatie
"Het idee van reïncarnatie komt uit het hindoeïsme en boedisme. Mensen hebben de neiging tegenwoordig om uit allerlei religies elementen te pakken, en zo een eigen religie in elkaar te knutselen van opvattingen waar jij waarde aan hecht", vertelt Bosman.
In het hindoeïsme zijn priesters (pandits) heilig. Zij verrichten rituelen in de tempels. Andere heilige mannen zijn godsdienst-onderwijzers (goeroes) en sadhoes.
(Het woord 'pandit' is afkomstig uit het Sanskriet en betekent 'geleerd' of 'geletterd'). Pandits worden ingehuurd om vedische gezangen voor te dragen bij de vele Hindoeïstische rituelen rond geboorte, huwelijk, crematie etc. Maar hun rol is breder dan alleen het uitoefenen van praktische rituelen.
Het boeddhisme staat gelijk aan eenvoud. Door hun hoofd te scheren, geven monniken en nonnen zichzelf meer tijd voor de dingen die echt belangrijk zijn. Ook symboliseert een geschoren hoofd het idee van meer aandacht voor innerlijke verandering dan uiterlijke verschijning.
Symboliek van de stoepa
De ronde vorm van de stoepa staat symbool voor Boeddha. Die zit in een mediterende pose op het vierkante terras dat een troon representeert. De vierkante harmika is het hoofd van de Boeddha. Hierop bevindt zich de kroon.
De kern van het boeddhisme is dus inzicht in het lijden en de weg om dit lijden op te heffen. Het lijden komt doordat het leven onvolmaakt is. Die onvolmaaktheid doet verlangen naar iets anders, iets dat het volmaakt zou maken. Zolang we niet stoppen met verlangen, blijven we reïncarneren.
Binnen de Islam staat de Moeran bekend als onderdeel van Akika. Dit gebeurd zeven dagen na de geboorte. Het is meestal de eer aan de opa om het kindje kaal te scheren. De baby wordt vastgehouden door de moeder.
Dit werd het derde oog. In zijn uitgerekte oorlellen draagt Shiva verschillende oorringen, die het mannelijke en het vrouwelijke symboliseren. Shiva heeft vier armen die steeds verschillende attributen kunnen vasthouden, afhankelijk van de gedaante waarin de god verschijnt.
Krishna is de God van de Liefde en de Kracht. Hij is zo belangrijk omdat hij de mensen leert hoe je een goed leven leidt. Het belangrijkste verhaal over Krishna is de Bagavad Gita. Daarin wordt beschreven hoe Krishna, Arjuna te hulp komt.
Een ritueel laat voelen dat het gemis en verdriet er mag zijn. Ook anderen om je heen zijn verdrietig. Dit kan juist verbinden en troostend werken. Rouwrituelen kunnen worden uitgevoerd vlak na het overlijden, bij de uitvaart, op herdenkingsdagen nog lang na het overlijden.
Huwelijk. In hindoe gezinnen adviseren ouders hun kinderen soms wie ze moeten trouwen, maar veel hindoes kiezen hun eigen partner. De familie regelt daarna vaak wel de bruiloft. Tijdens de verloving ontmoeten de beide families elkaar om te eten en te bidden, zodat ze elkaar beter leren kennen.
Het hindoeïsme heeft anders dan andere wereldreligies geen stichter of 'geboortedatum'. De godsdienst groeide organisch toen een aantal Indiase culturen, tradities en geloven zo'n 2000 tot 2500 jaar geleden in elkaar opgingen.