Iedereen die belasting betaalt en woonachtig is in Nederland heeft recht op de algemene heffingskorting. Deze heffingskorting is afhankelijk van de hoogte van je inkomen (minus de aftrekposten). In 2020 heeft iedereen met een inkomen tot €68.507 iets meer recht op de heffingskorting.
U betaalt hierdoor minder belasting en premies. Iedereen heeft recht op de algemene heffingskorting.
Om te weten hoeveel heffingskorting je krijgt, moet je naar de website van de Belastingdienst gaan. Daar vind je een tabel met informatie over de tarieven die worden toegepast op jouw inkomensniveau.
Toch zijn veel mensen het niet eens met deze regeling, omdat het niet bepaald stimuleert om te gaan werken. Dit is dan ook de reden dat de aanrechtsubsidie steeds verder wordt afgebouwd; vanaf 2023 stopt de regeling helemaal.
Wanneer stopt de aanrechtsubsidie? De aanrechtsubsidie is in 2023 stopgezet en werd al sinds 2009 afgebouwd. In 2023 is deze subsidie afgeschaft voor iedereen die na 1962 geboren is. Je kunt dus alleen nog aanrechtgeld krijgen als je vóór 1963 bent geboren.
Ontvangt u AOW, dan komt u in aanmerking voor de ouderenkorting in de heffingskorting. Die is € 2.010,- voor AOW'ers met een verzamelinkomen tot € 44.771,-. Is dat verzamelinkomen hoger, dan gaat de ouderenkorting stapsgewijs omlaag.
Is je inkomen boven de € 76.817,- dan is de algemene heffingskorting nul. Ben je AOW-gerechtigd, dan is de algemene heffingskorting lager. Bij een inkomen tot € 28.406,- bedraagt de korting € 1.536,- per jaar. En ook deze wordt lager naarmate je inkomen hoger wordt.
De loonheffingskorting is een korting op de loonheffing die je betaalt voor werk of uitkering. Loonheffingskorting bestaat uit twee delen: de arbeidskorting en de algemene heffingskorting. De arbeidskorting is er voor werkenden ouder dan 18 jaar, de algemene heffingskorting is er voor iedereen.
Partners hebben ieder zelfstandig recht op deze heffingskorting. Zij kunnen deze korting niet overdragen aan hun partner.
AOW-bedragen sinds 1 juli 2024 - Alleenstaande AOW-ontvangers. Wie alleen woont – dus zonder geregistreerd partner – krijgt sinds 1 juli 2024 een maandelijkse AOW van 1.569,75 euro. Dat bedrag is bruto. Het netto AOW-bedrag dat je daarvan overhoudt, is 1.486,24 euro per maand.
“De vuistregel is dat je dit doet op het hoogste inkomen,” vertelt Annelies Schoonderbeek. “Als je AOW hoger is dan het pensioen dat je ontvangt, pas je de loonheffingskorting toe op je AOW. Is je pensioen hoger? Dan kun je beter daar de loonheffingskorting toepassen.”
Vanaf het wettelijk minimumloon bouwt de algemene heffingskorting af (dat was € € 24.814 in 2024). Het afbouwpercentage bedraagt 6,63% (dat was 6,095% in 2023).
Als u AOW ontvangt, houdt de Sociale Verzekeringsbank (SVB) bij het uitbetalen van de AOW al rekening met de loonheffingskorting. Is het pensioen hoger dan de AOW?Dan is het raadzaam dat u de korting laat toepassen op uw pensioen in plaats van op de AOW.
Aanvragen. De algemene heffingskorting hoef je niet aan te vragen, het wordt automatisch verrekend bij de aangifte inkomstenbelasting. Wanneer je in dienst bent van een werkgever, wordt dit vaak van te voren verrekend.
Iedereen die belasting betaalt en woonachtig is in Nederland heeft recht op de algemene heffingskorting. Deze heffingskorting is afhankelijk van de hoogte van je inkomen (minus de aftrekposten). In 2020 heeft iedereen met een inkomen tot €68.507 iets meer recht op de heffingskorting.
Uw heffingskortingen vraagt u aan via uw aangifte inkomstenbelasting. Wilt u de korting alvast maandelijks krijgen? Vraag dan een voorlopige aanslag aan. Beide online formulieren vindt u op Mijn Belastingdienst.
U krijgt in het jaar dat u de AOW-leeftijd bereikt dus maar een deel van deze kortingen als loonheffingskorting. Om het hele bedrag van deze kortingen te krijgen, moet u na afloop van het jaar waarin u de AOW-leeftijd hebt bereikt aangifte inkomstenbelasting doen.
Tot 2023 werd de algemene heffingskorting ieder jaar lager, behalve als u vóór 1963 bent geboren. Meer daarover lees u bij Afbouw uitbetaling algemene heffingskorting. Ook de uitbetaling van de arbeidskorting en de inkomensafhankelijke combinatiekorting is gestopt vanaf 2023.
Wanneer u de AOW-leeftijd bereikt, geldt een aangepast tarief. In 2025 is het tarief in de 1e schijf 35,82% (was 36,97% in 2024).Het tarief in de 2e schijf is 37,48%.Het tarief in de 3e schijf van de loon- en inkomstenbelasting is in 2025 49,50%.
Dit komt doordat er een gedeelte van het loon is vrijgesteld van belasting, door de heffingskorting. Wanneer de heffingskorting hoger uit komt dan de te betalen loonheffing, dan zal er geen loonheffing worden ingehouden op het salaris.
Bedrag per maand vanaf 1 januari 2024: Brutobedrag met heffingskorting: € 2.089,70 (zonder heffingskorting: € 2.089,70) Loonheffingsbedrag met heffingskorting: € 86,67 (zonder heffingskorting: € 398,08) Bijdrage Zvw met heffingskorting: € 111,17 (zonder heffingskorting: € 111,17)
Voor mensen, die de AOW-leeftijd hebben bereikt, bedraagt de algemene heffingskorting maximaal € 1.536 en bedraagt de afbouw 3,17%. Vanaf een inkomen van € 76.817 is de algemene heffingskorting nihil. Met ingang van 2025 is de algemene heffingskorting afhankelijk van het inkomen in de boxen 1, 2 en 3 samen.
Geen limiet voor de AOW zelf
Goed nieuws: voor de AOW-uitkering zelf maakt het niet uit hoeveel spaargeld u heeft. De AOW is een basispensioen dat u ontvangt omdat u in Nederland heeft gewoond of gewerkt. Uw vermogen speelt hierbij geen enkele rol.